h

Voedselbank geen overbodige luxe

28 februari 2006

Voedselbank geen overbodige luxe

Door: Willem Croese

Wormer – Noem het begrip 'Voedselbank' op een verjaardagsvisite en je hebt gegarandeerd gespreksstof voor een paar uur. Een van de vele reacties is dat de Voedselbank niet zou moeten bestaan. Mensen spreken er schande van dat een rijk land als Nederland een instituut als de Voedselbank nodig heeft.
De Voedselbank is in Nederland ontstaan op particulier initiatief van Sjaak en Clara Sies naar Belgisch voorbeeld. Inmiddels zijn er veertien landen in Europa die voedselbanken kennen. Er bestaat zelfs een Europese Federatie van Voedselbanken. Het idee achter de voedselbanken is om voedsel, wat anders vernietigd zal gaan worden, aan mensen te verstrekken die dit voedsel juist hard nodig hebben.

In de Zaanstreek kennen wij sinds september 2005 ook een Voedselbank. Een van de oprichters is de heer Jan Lunshof (60) uit Wormer. “Ik ben het met je eens. De Voedselbank zou niet moeten bestaan, maar armoede is een breed probleem. Wij zullen mensen moeten helpen met voedsel.”
Jan Lunshof werd gevraagd door de initiatiefnemers van de Voedselbank Zaanstreek/Waterland om zitting te nemen in het stichtingsbestuur. Het statutaire bestuur van de Voedselbank bestaat naast Jan Lunshof (voorzitter), uit Stan Baars (secretaris) en Herman Aartsen (penningmeester). Verder wordt het bestuur in de dagelijkse praktijk aangevuld met Clementine van de Werd, Ernst Meijknecht en Hans van Buuren.
In de loop van het jaar 2005 werd de Voedselbank Zaanstreek/Waterland opgericht. Vanaf 23 september 2005 functioneert de Voedselbank. Het is een niet gesubsidieerde instelling.
Jan Lunshof: “Wij startten met zo’n 29 pakketten. Inmiddels zijn het er 90. Iedere week komen er twee pakketten bij. Wij noemen dit een gecontroleerde groei. Puur praktisch. Momenteel hebben wij 45 vrijwilligers en er is eigenlijk een tekort aan voedselpakketten.”


Voedselpakketten

Een keer per week worden de ‘voedselpakketten’ opgehaald door de mensen die het hard nodig hebben. Op donderdag komen de pakketten vanuit Rotterdam aan in het centraal magazijn van de Voedselbank te Assendelft. Deze worden aangevuld met verse groenten van een groentenfirma uit Schagen en met brood van een bakker uit Assendelft. Op vrijdag kunnen de mensen op twee plaatsen de pakketten ophalen, namelijk Krommenie en Poelenburg.
De pakketten worden in kratten aangeleverd waarna men de goederen in een boodschappentas doet, zodat er ook nog enige privacy bestaat. Men ziet dan niet dat de ‘boodschappen’ van de Voedselbank komen. De etenswaren zijn gewoon vers, maar bijvoorbeeld van verkeerde stickers voorzien waardoor het anders weggegooid wordt.
De inhoud van de pakketten bestaat grotendeels uit rijst, macaroni, groente, brood en dergelijke. Met de bedrijven die deze producten leveren zijn afspraken gemaakt dat er geen commerciële activiteiten gedaan worden. Hier bestaan contracten voor. Bovendien willen de bedrijven anoniem zijn.
“Met de kerst hadden wij ook vleeswaren in het pakket zitten. Er was een mevrouw die naar huis belde om te melden dat zij ‘vlees’ had voor de feestdagen,” aldus Jan Lunshof.


Deelnemers

Om in aanmerking te komen voor een voedselpakket moet men als alleenstaande 150 euro per maand voor voedsel te besteden hebben. Voor ieder kind wordt er nog eens 25 euro gerekend. Jan Lunshof: “Ik denk dat zo’n 90 procent ‘bijstandsmoeders’ zijn.”
Via de schuldsaneringsbureau’s Quitte van Humanitas en Netwerk van het Leger des Heils komen de mensen in aanmerking voor een voedselpakket van de Voedselbank. Dit zijn degenen die anders tussen wal en schip vallen. Veel problemen ontstaan bij tweeverdieners. Er hoeft maar één persoon door ziekte of werkloosheid uit te vallen en het geld probleem is geboren.
Voor een tiental mensen is het onmogelijk om de pakketten op te halen, door bijvoorbeeld invaliditeit. Anderen die na twee keer de pakketten niet komen ophalen, wordt aangenomen dat zij niet meer in aanmerking willen komen voor een voedselpakket.
“Wij hebben wel meegemaakt dat bijvoorbeeld Turkse vrouwen niet meer kwamen. Doordat wij navraag hebben gedaan bij deze vrouwen kwamen wij er achter dat het een schande is in de Turkse maatschappij om dergelijke voedselpakketten aan te nemen. Bovendien is het nog Hollands eten ook,” zegt Jan Lunshof.
Al zijn de reacties ook vaak positief te noemen, men hoopt niet bij de Voedselbank dat hun werk een voorbode is van de ‘gaarkeukens’, die men ooit in de crisis- en oorlogstijd kende in de vorige eeuw.


Armoede Platform

“De Voedselbank is zichtbaar geworden,” stelt Jan Lunshof. “Voor ons redenen genoeg om aan te sluiten bij het onlangs opgerichte ‘Platform tegen de armoede in de Zaanstreek’. Zo krijgen wij een goede ingang naar de politiek en kunnen er hopelijk goede beslissingen genomen worden. Helaas moeten wij begrip kweken bij de mensen voor de noodzaak van de Voedselbank. Men moet zich gaan afvragen hoe het is gekomen dat op deze wijze voedsel verstrekt moet gaan worden.”
Door de eigenwaarde op te houden komen mensen, die in financiële problemen zitten, nog meer in de armoede. Voor de Voedselbank is hun werk ook een signaalfunctie naar het Ministerie van Sociale Zaken toe, die op haar beurt onderzoek doet naar armoede.


Oproep

Via de ‘Vrijwilligerscentrale’ heeft de Voedselbank Zaanstreek/Waterland vele vrijwilligers gekregen. Echter zoals de heer Jan Lunshof al meldde is er een tekort aan vrijwilligers. Wanneer men het nobele werk van de Voedselbank wil ondersteunen door zich vrijwillig in te zetten kan men contact opnemen met de heer Jan Lunshof telefoon 075 – 6426019.

U bent hier