Mag het een onsje minder zijn?
Mag het een onsje minder zijn?
Door: Willem Croese
Amsterdam – Onder het motto ‘Het veelzijdig stukje vlees’ werd afgelopen zondag in Paradiso een discussiebijeenkomst gehouden over vleesproductie en dierenwelzijn. De organisatoren ‘Varkens in Nood’, ‘Milieudefensie’ en de ‘Nederlandse Vegetariërsbond’ moeten alleen al qua bezoekers opkomst tevreden zijn en wellicht ook over de discussie.
Onder leiding van oud D66 minister Jan Terlouw werden de politici Harm Evert Waalkens (PvdA), Krista van Velzen (SP), Jan Mulder (VVD), Ger Koopmans (CDA) en Boris van der Ham (D66) aan de tand gevoeld.
Aan de hand van diverse stellingen werd duidelijk dat de verkiezingsstrijd voor de Tweede Kamer in 2007 voorzichtig is gestart. Voor Varkens in Nood directeur Hans Baay was het belangrijk om te weten in hoeverre dierenwelzijn in de politiek terechtkomt.
Jan Terlouw maakte met de volgende opmerking de vergelijking tussen zoogdieren waartoe de mens ook behoort: “Wij lijken op elkaar”. Het verschil maakte hij door te stellen dat de mens hersenen heeft om na te denken hoe om te gaan met dieren.
De voormalig Varkens in Nood ambassadeur maakte zich hiermee niet helemaal een onafhankelijk discussieleider, maar wel een strijdbare.
De mens
Middels een kort filmpje over de productie van soja in Brazilië werd duidelijk gemaakt wat de rol van vleesproductie vandaag de dag is. Complete bossen worden in dit land omgekapt, zodat er grond vrijgemaakt wordt om soja te verbouwen wat weer na de oogst verkocht wordt aan westerse landen, zoals Nederland, voor het gebruik als dierenvoedsel.
Een Braziliaanse boer merkte in het filmpje op: “Wij worden hier uitgekocht om soja te verbouwen. Wij worden als ‘varkens’ behandeld."
Met de volgende stelling kwam er een levendige discussie op gang: “De consument heeft recht op zoveel vlees als hij wenst, zelfs al veroorzaakt dit honger.”
Jan Mulder (VVD) was van mening dat de cijfers door de marktwerking eenzijdig worden voorgesteld. “Wij willen duurzame landbouw.” Zoals het in de landbouw gaat, dat er Europese subsidies worden verstrekt om duurzame landbouw te bevorderen, wil de VVD-er dit ook voor de vleesproductie.
PvdA, SP, CDA, D66 waren het niet eens met de stelling. Ger Koopmans (CDA) hierover:
“Dit levert armoede op.” Volgens hem hebben de burgers eigen verantwoordelijkheid en de overheid moet randvoorwaarden stellen aan vleesproductie.
Dierenwelzijn
Reeds in 1965 kwam men met de vijf vrijheden voor dieren, namelijk; van dorst, honger en ondervoeding; fysiek en fysiologisch ongerief; pijn, verwondingen en ziektes; om het normale gedrag te kunnen uitvoeren; van angst en chronische stress.
Het couperen van staarten en tanden en het onverdoofd castreren van biggen is ook in Nederland nog de dagelijkse werkelijkheid.
De stelling voor dit deel van de discussie was:
Hoe lang zal het nog duren voordat in Nederland de vijf vrijheden zijn gevoerd? Zal het verstrekken van medebewind aan het Productschap Vlees hier aan bijdragen?
Boris van der Ham (D66) reageerde onmiddellijk door te stellen dat couperen niet zou 'moeten' mogen. Hij vindt namelijk dat Nederland het goede voorbeeld moet geven door goede wetgeving op dit gebied te maken.
“Verdoven levert nog meer pijn op bij castratie en couperen,” stelde Ger Koopmans (CDA). Harm Evert Waalkens (PvdA), dierenbeschermer van het jaar, zei: “Ga niet frutselen aan dieren.” De overige politici waren het met hem eens.
De klant koopt het vlees waar het goedkoop is. Het CDA is voor het publieke debat voeren met consumenten en producenten, dus ook met het Productschap Vlees. Volgens Krista van Velzen (SP) verliezen wij de controle op dierenwelzijn. Bovendien stelt zij vast dat de rol van het Productschap Vlees dubbel is, want deze stelt ook de verordeningen op in de sector. Kortom de objectiviteit is ver te zoeken.
De Europese Gemeenschap komt met kwaliteits voorwaarden en keurmerken en voedselcontrole.
De vraag is wanneer supermarkten geen vlees meer zouden verkopen wat beneden een bepaald welzijnsniveau is of de problemen opgelost worden.
D66-er Boris van der Ham vindt dit ‘second best’. “Lukt het niet Europees, dan maar vast met supermarkten.”
Al vraagt de PvdA zich af of je dit zo zou moeten willen , want een zaak op de hoek zou vlees kunnen verkopen als ‘toiletrollen’ en dan blijft het niet diervriendelijke systeem in stand.
Milieu
Minister Veerman stelt: “Wij importeren voer, exporteren varkens en zitten met de rotzooi.” Door de grote vleesproductie wordt er namelijk per jaar 70 miljoen kilo mest in Nederland gemaakt. Dat is 4 ton mest per persoon .
Om dit probleem te helpen voorkomen werd in de stelling verwerkt dat de de veestapel minstens 50 procent moet inkrimpen, zodat het mestoverschot verdwenen is.
Al zegt het CDA dat dit al gebeurd is dan blijkt nog dat de Nederlandse mestkelders propvol zitten. Mest zou je volgens de VVD kunnen verhandelen, want zo stelt Jan Mulder van deze partij: “Mest is een afvalproduct en kunstmest is een product.” Hij vindt het vreemd dat er kunstmest gebruikt wordt terwijl er voldoende 'gewone' mest voor handen is.
Wat het voer betreft voor het vee moet dit dicht bij huis gehouden worden. Krista van Velzen (SP) wil de afkomst van producten traceerbaar hebben.
Boris van der Ham van D66 kondigde aan dat hij een wetsvoorstel gaat schrijven over de ‘labeling’ van vlees om zo de traceerbaarheid en dergelijke te bevorderen.
Conclusie is dat er nog heel wat te verbeteren valt op het gebied van vleesproductie en dierenwelzijn.