h

VNG wil maatwerk huurliberalisatie

11 oktober 2006

VNG wil maatwerk huurliberalisatie


Zaandijk – Piet Keijzer (SP) wethouder Wonen onderschrijft een brief van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) aan de ‘Vaste kamercommissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer'. De VNG verzoekt namelijk de huurliberalisatie plannen, die eerst door ex-minister Dekker (VVD) werden gepresenteerd en nu door minister Winsemius (VVD) uitgevoerd gaan worden, met maatwerk geleverd worden. 23 oktober spreekt de commissie met de minister over deze kwestie.

De VNG maakt zich zorgen over de negatieve consequenties voor de evenwichtige samenstelling van de wijken en de eerlijke spreiding van lage inkomens tussen stad en regio.
"In eerdere reacties hebben wij daarom oplossingen aangedragen om die negatieve consequenties van het huurbeleid op te vangen. Centraal element daarin is het toestaan van lokaal en/of regionaal maatwerk. Helaas is dat maatwerk er niet gekomen, ook niet na aanvaarding van de moties Koþer Kaya en Van Bochove (Tweede Kamer, vergaderjaar 2005 – 2006, 27 926 nrs. 106 en 107) waarin juist maatwerk en een positie voor gemeenten in het tegengaan van segregatie op de woningmarkt wordt bepleit," aldus de VNG in de brief aan de vaste kamercommissie voor Volkshuisvesting.
De VNG schrijft verder:
"Het in motie 106 gevraagde ‘overleg met gemeenten en woningcorporaties, om de grenzen van de verschillende delen van de huurmarkt zo te stellen dat gemeenten in hun woningmarkt ook daadwerkelijk de beschikking hebben over een substantieel gereguleerd deel, een overgangsdeel en een geliberaliseerd deel van de huurmarkt’ is er nauwelijks geweest.
De minister heeft wel bij brief van 7 februari 2006 de gemeenten geïnformeerd over de voorgenomen wijzigingen in het huurbeleid en hen in de gelegenheid gesteld om een wijziging van de WOZ-waardegrens te bepleiten. In deze brief werd aangegeven dat het ‘om uitzonderingen zou moeten gaan en een brede toepassing niet werd voorzien’. Voorts gaf de minister aan: ‘Ik zie om deze reden geen aanleiding meer om in bepaalde gemeenten afwijkende grenzen vast te stellen. Alleen wanneer specifieke omstandigheden het regionaal functioneren van een woningmarkt onmogelijk maken, zoals mogelijk bij de Waddeneilanden het geval is, wil ik een uitzondering overwegen. Daarmee heeft de minister duidelijk de indruk willen wekken dat slechts in zeer uitzonderlijke gevallen bijstelling van WOZ-waardegrenzen aan de orde zou kunnen zijn. Reden waarom menige gemeente heeft afgezien van het indienen van een verzoek.
Van het versterken van de positie van gemeenten ‘door te regelen dat gemeenten harde afspraken kunnen maken met woningcorporaties over het aanbod van de verschillende woningtypen in de verschillende wijken’ (motie 107) is ons nog niets gebleken.
Aan onze wens om de segregatie op de woningmarkt binnen de gemeenten en vooral ook tussen de (vaak grotere) gemeenten en hun ommeland tegen te gaan is niet tegemoet gekomen.
Het doorbreken van de ruimtelijke segregatie in de steden, waar de Kamer bij monde van de motie Bos c.s. om heeft gevraagd (Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004, 28689, nr. 24) is dus niet dichterbij gekomen. Integendeel, de huidige uitwerkingsvoorstellen voor het huurbeleid leiden alleen maar tot meer segregatie tussen steden en randgemeenten.
Wij verzoeken u daarom de nadere uitwerking van het huurbeleid zo vorm te geven dat voorzien wordt in maatwerk en een positie voor gemeenten, in lijn met de moties van uw leden Koþer Kaya en Van Bochove en de motie Bos."

Wethouder Wonen

In aansluiting hierop kan de Zaanse Wethouder Wonen, Piet Keijzer (SP), zich uitstekend vinden in het commentaar van de VNG.
"In Zaanstad valt slechts 5 % van de sociale woningen onder het liberalisatiebeleid. Dat heeft te maken met de (deels terechte) lage WOZ waardering die hier geldt. De pijn valt hier dus mee. Verder zou een inperking van de zelfstandigheid van corporaties ook mij een groot goed zijn."
Aan de leden van de vaste kamercommissie Volkshuisvesting liet Piet Keijzer vandaag schriftelijk weten:
"Ook vanuit Zaanstad doe ik nogmaals een klemmend beroep op u om de behandeling van het Wetsvoorstel huurbeleid uit te stellen tot na de komende Kamerverkiezingen van 22-11. Veel van de antwoorden van de regering zijn onvoldoende uitgewerkt en sommige mechanismen in de Wet veroorzaken voor flinke groepen huurders op korte of langere termijn financiële problemen.
Kortom zorgvuldigheid en rechtvaardigheid staan zwaar onder druk door het tempo en gebrek aan kwaliteit.
Als de woordvoerders van de regeringspartijen oprecht menen dat deze wet een stevig beleidseffect zal hebben dan past het volgens mij niet in het rijtje 'beleidsarme’ onderwerpen dat deze regering nog wil afhandelen voor de verkiezingen."

U bent hier