Zaanstreek

Door: Willem Croese

Assendelft – Een hakenkruis en het woord ‘Jood’ zijn gespoten op de tuindeur van SP Zaanstad raadslid Guus Moot. Deze ontdekking heeft hij donderdagmiddag halfdrie gedaan, nadat de SP'er terug is gekomen om de krant bij zijn zoon op te halen. Bij het verlaten van zijn woning is nog niets aan de hand.

Foto: Guus Moot

“Al met al ben ik drie minuten weggeweest. Mijn zoon woont nog geen minuut lopen van mijn huis. De dader moet gedacht hebben dat ik langer weg zou blijven om de hond uit te laten. Ik heb direct foto’s gemaakt van de deur,” aldus Guus Moot. De politie kwam binnen vijf minuten. Het advies van hen was om de deur te schilderen, zodat het nazistische symbool en de tekst niet meer te zien zijn. Vrijwel direct ging Guus Moot met verf en kwast aan de slag.
De politie Zaanstad nam de aangifte op. Gedurende het onderzoek wil Guus Moot verder niet ‘uit de school klappen’. De dader is nog onbekend. Een link naar zijn werk als raadslid kan hij niet leggen, ook de Joodse afkomst van zijn vrouw niet. Guus Moot en zijn vrouw zijn flink ontdaan door deze belevenis. “Het gebeuren heeft ons aangegrepen. Wij zullen het onderzoek van de politie moeten afwachten. Tot die tijd weet ik niets. In ieder geval was het tegen ons gericht, want dat is duidelijk.”

Racisme

Het voorval meldde het SP raadslid eveneens bij het Bureau Discriminatiezaken in Zaandam. Dit bureau deed samen met stichting Welsaen ruim twee jaar geleden onderzoek naar onder meer racistische uitingen. Het onderzoekrapport ‘Van vreemde smetten vrij?’ beschreef in 2005 de problematiek in Assendelft als volgt: “Uit interviews met verschillende jongeren komt naar voren dat er vooral in Assendelft een groep 12 tot 21-jarigen zou zijn met extreem-rechtse sympathieën. Sommigen spreken zelfs over groepen van 50-200 Assendelftse jongeren met rechts-extremistische gedachten. De harde kern zou enkele tientallen jongeren omvatten. Als reden voor de concentratie in Assendelft geven de gesprekspartners op dat daar een grote ons-kent-onssfeer heerst.” Volgens een woordvoerder van het Bureau Discriminatiezaken is het voorlopig gissen, maar het zou de organisatie niet verbazen dat in de extreem-rechtse hoek gezocht moet worden naar de dader.