h

Mensen houden niet van mensen

4 december 2007

Mensen houden niet van mensen

Het trieste relaas van een illegaal in Nederland

door: Willem Croese


Dertien maanden lang heeft de 31-jarige Alex vastgezeten in Nederlandse gevangenissen. In september is de uit Transnistrië afkomstige man vrijgelaten. Illegalen, zoals Alex, die na zo’n periode op straat gezet worden moeten zelfstandig het land verlaten. Geen enkele kans heeft hij om zonder problemen naar zijn land terug te keren. Momenteel is zijn verblijfplaats ergens in de Zaanstreek waar hij ondergedoken zit.

Alex woont in een koud en vochtig huis. Hij slaapt op een wollen tapijt met dikke kleren aan. Zijn spullen liggen in een zwarte koffer die onder de eettafel staat. Wat kleding en papieren zijn het enige bezit. Keurig verzorgd zit zijn haar in een paardenstaart. Alex kijkt vooruit en vertelt zijn verhaal in verstaanbaar Nederlands over zijn verblijf in Nederland sinds 2001.

Democratie

,,Ik had problemen in het leger en deserteerde. De problemen werden bij thuiskomst alleen maar groter. Mijn buren vielen mij lastig, omdat ik niet meer in het leger zat. Het werd ruzie. De politie pakte mij op en ik heb een tijdje vastgezeten.
Nadat ik vrij kwam ben ik gevlucht naar Nederland. De reis ging per bus. Ik heb veel geld betaald hiervoor. Die mensen die dit regelden wil ik geen maffiosi noemen, maar een soort mensensmokkel is het wel.
In Amsterdam kwam ik aan. Daar ging ik wonen en werken. Ik huurde een huis en had werk als schoonmaker in restaurants. Het leven beviel mij wel, want vergeleken met het nog steeds communistisch Transnistrië leek mij de Nederlandse democratie beter.’’

Messteken

,,Mijn leven veranderde helemaal toen ik in contact kwam met een radicale moslim uit de voormalige Sovjet-Unie. Zoals jullie mij een Rus noemen deed deze man dat ook, terwijl ik geen Rus ben. Zonder duidelijke aanleiding pakte de man een mes en stak mij in de rug. Dit gebeurde hier in de Zaanstreek.
In een Amsterdams ziekenhuis werd ik met spoed geopereerd. Ongeveer een maand heb ik in het ziekenhuis gelegen om te herstellen. Niet helemaal ging het goed, want sindsdien ben ik gehandicapt. Zenuwbanen zijn geraakt en nu sleep ik met mijn been. Het doet echt veel pijn.
Mijn spaargeld raakte op en ik raakte mijn huis kwijt. Werken kon ik al niet meer. De enige keuze was om op straat te leven en zo begon mijn zwervend bestaan. Ik verkocht daklozenkranten, maar dat leverde slechts gemiddeld tien euro per dag op. Niet echt een bedrag waar je goed van kan leven.’’

Dakloos

,,Ik kocht een tentje en zette die neer in een stuk bos vlakbij de snelweg in Amsterdam-Noord. Een andere keuze had ik niet. Tijdens een verblijf bij een kennis werd het huis van deze overvallen. Er gebeurde van alles. De politie kwam erbij en ik moest mee voor getuigenverhoor. Daar begon mijn probleem met Justitie in Nederland.
Mijn papieren kon ik niet laten zien, want die lagen nog in het huis van mijn kennis die overvallen is. De papieren ophalen mocht ik niet. Schone kleren ook niet. Ruim een week zat ik in de politiecel met dezelfde kleren. Wanneer ik ging douchen waste ik mijn T-shirt. Het was vervelend’’.

Gevangenis

,,Ik werd overgebracht naar de gevangenis in Tilburg. De reden dat ik daar moest zitten was, omdat ik illegaal in Nederland ben. Zo’n drie maanden zat ik hier vast. De gevangenen kunnen hier werken voor 12 euro per week. Wij maakten lantaarnpalen. Maar ik moest plotseling op 23 december weg. Zo vlak voor de kerst zou de gevangenis gerenoveerd worden.
Ter Apel werd mijn volgende gevangenis. Daar zitten illegalen met een criminele achtergrond. Mijn tijd bracht ik door met televisiekijken, lezen en slapen. Luchten was één uur per dag en twee uur binnen rondlopen. De rest van de dag zat ik in mijn cel. Om mijn spieren in beweging te houden deed ik fysiotherapieoefeningen. Na vier maanden verliet ik Ter Apel. Waarom weet ik niet.’’

Bajesboot

,,In Rotterdam kwam ik in de bajesboot. Zij wilden mij in een vier persoonskamer zetten. Dat wilde ik niet, want ik werd gek van die situatie. Ik vroeg om een kamer alleen. De enige oplossing was om in een isolatiecel te komen. Hoe ik dat moest doen vroeg ik aan de bewaker. Het advies was om iets te doen wat tegen de regels in is. Ik rukte de voorschriften van de muur en werd direct meegenomen naar de isolatiecel waar ik alleen kon zijn.
Een keer per dag werd ik een uurtje gelucht in een soortgelijke kamer zonder ramen, maar wel met tralies. Dat was het. Lang heb ik daar niet gezeten. Ik denk een paar weken.’’

Kamp Zeist

,,Ze brachten mij over naar Kamp Zeist, want in de isolatiecel van de bajesboot mocht ik niet blijven. Ik werd geplaatst op een speciale afdeling voor mensen met psychische problemen. Ik ben een gevoelige jongen en kan al die druk om mij heen niet aan.
De bewakers daar zijn macho’s die gevangenen zien als minderwaardigen. Weet je wat zo gek is? Mensen houden van dieren. Hiervoor gaan ze naar een dierenasiel, maar in een gevangenis houden mensen niet van mensen.
Hulp kreeg ik niet. Ik werd boos en pakte de brandslang en draaide die open en spoot op de bewakers. Ze pakten mij op. Of ik nou dood of levend was, het maakte mij niet meer uit. Ook hier werd ik in een isolatiecel gestopt. Ze noemden dat het klooster.’’

Hongerstaking

,,Al mijn spullen moest ik inleveren. Ik kreeg papierenkleding. Heel vernederend. Die bewakers zag ik als demonen en ik ging daarom hard lachen. Het was erg koud in de cel. Artsen en het afdelingshoofd kwamen over het incident met de brandslang praten. Het voelde alsof zij mij niet als mens wilden accepteren.
Vijf dagen zat ik in de isolatiecel. Een ding wilde ik nog maar en dat was doodgaan. Een hongerstaking zou mijn redding moeten zijn. De kamparts wilde mij medicijnen geven, maar daar begon ik niet aan. Uiteindelijk werd ik uit de isolatiecel gehaald en ik stopte met de hongerstaking.’’

Verkeerde kleren

,,Terug op mijn gewone kamer kreeg ik een zak met kleren, zodat ik de papierenkleding uit kon doen. Ze gaven mij een verkeerde zak. In een andere kamer lag de juiste zak. Ik trok mijn eigen kleren weer aan. Volgens mij deden de bewakers dit om mij te pesten.
Zo kreeg je ook een bestellijst waarmee je eten kon krijgen. Ik was nog steeds boos en gaf het formulier niet ingevuld aan de bewaker. Vervolgens gaven ze mij vijf potten pindakaas, terwijl ze wisten dat ik helemaal niet van pindakaas hou.
Diverse malen heb ik klachten ingediend over de bewakers. Uiteindelijk mochten ze niet zomaar in mijn kamer komen. Ze gingen wel voor de deur irritant staan te fluiten.’’

Op straat

,,Na totaal dertien maanden vast gezeten te hebben werd ik vrijgelaten en stond weer op straat. Ik moest voor 19 oktober dit jaar het land verlaten. Via een kennis kwam ik weer in de Zaanstreek. Elke dag moet ik oppassen. Plannen voor de toekomst heb ik niet. Van dag tot dag leef ik.
Weet je, Nederland produceert zelf agressie onder de illegalen en asielzoekers. Je wordt toch gek hiervan. Asiel betekent dat iemand hulp nodig heeft en niet aan het lot overgelaten moet worden.’’

Het lot van Alex is de illegaliteit. Hij kent altijd spanning. Zeer lastig voor iemand die gevoelig is en direct hulp nodig heeft. Door steun van anderen en soms een zwart baantje weet hij nu nog het hoofd boven water te houden. Voor hoe lang nog?

U bent hier