h

De werkelijkheid is vaak genuanceerder

23 januari 2008

De werkelijkheid is vaak genuanceerder


Piet Keijzer: ,,Een zwart-wit ideologie is simpeler uit te leggen”


door: Willem Croese


ZAANDIJK – Openbare ruimte is voor allen. Toch wordt volgens wethouder Piet Keijzer niet door iedereen hiervan gebruik gemaakt. Hij doelt op onder andere de binnenterreinen bij flatgebouwen in Zaanstad. Woningbouwcorporatie ZVH wil een deel van die gronden kopen en beheren. De wethouder vindt dit een goede zaak, al botst het met de ideologie van zijn partij. Openbare ruimte zou volgens de SP in handen moeten zijn van de overheid en niet van de markt.

In beginsel vindt Piet Keijzer de SP ideologie een goed een zeer verdedigbaar uitgangspunt. ,,Je moet je echter afvragen of het in alle gevallen in dit tijdperk past. Ik trek eerder een grens waar het prima is om op een andere schaal de openbare ruimte te organiseren. Vraagstukken die je lokaal tegenkomt lijken door de ideologie van de SP dogmatisch ingezet te worden. Kijk ook eens naar wat er in Zaanstad gebeurt. Overigens een zwart-wit ideologie is simpeler uit te leggen. De werkelijkheid is vaak genuanceerder.”

Zelfbeheer

De Zaandamse woningbouwcorporatie ZVH heeft laten weten gedeelten van de openbare ruimte te willen kopen, zodat bijvoorbeeld binnenterreinen in eigen beheer komen. De wethouder Wonen en Ruimtelijke Ordening zegt hiermee geen moeite te hebben. Het heeft zelfs zijn voorkeur dat bewoners de verantwoordelijkheid dragen.
,,De corporaties willen meer zeggenschap over het onderhoud en het beheer van de grond binnen en aan hun wooncomplexen. Zij streven naar meer zelfbeheer door bewoners, waarbij het onderhoudsbedrag beschikbaar komt voor de bewoners. Ik ben een voorstander van dit soort korte invloedlijnen”, zegt Piet Keijzer.
Voor het beheren van de corporatie binnenterreinen bij flatgebouwen wordt een aantal euro's per maand meer gevraagd. De corporatie rekent uit hoeveel dit jaarlijks opbrengt en kan volgens de wethouder Wonen zeggen hoeveel beschikbaar is voor onderhoud. De vraag is of bewoners het zelf willen doen of dat een onderhoudsbedrijf ingehuurd wordt. ,,Zo zou je op kleine schaal de mensen kunnen betrekken bij hun eigen woon- en leefomgeving”, stelt de wethouder.

Zeggenschap

Woningbouwverenigingen zijn geen verenigingen meer, maar stichtingen. En waar een woningbouwvereniging nog een vereniging is blijkt het beheer in BV's te zitten. In dergelijke constructies is de invloed minimaal van bewoners. Bij gemeenteraadsverkiezingen kan men nog enige invloed uitoefenen door te kiezen.
Piet Keijzer vindt dit te simpel gesteld. ,,Openbare ruimte is niet één definitie. Ik heb het nu alleen over de ruimte die door een zeer beperkte groep gebruikt wordt, dus niet door de gehele gemeente Zaanstad. Het is een eigentijdse vorm van het oude hofjes idee. Het bezit en het gebruik van grond zijn twee verschillende dingen. De overgedragen grond blijft gebruikt worden als openbare ruimte. Over het veranderen van de bestemming beslist ten allen tijde de gemeente”.
Om invloed op dit proces uit te kunnen oefenen kun je als bewoners naar de mening van de wethouder verenigen in een bewonerscommissie. Dergelijke commissies bestaan niet overal en niet iedere corporatie is hier enthousiast over. Als voorbeeld wordt een straat in de Rosmolenwijk genoemd.
,,Als de corporatie geen bewonerscommissie wil kun je naar de ledenraad gaan”, reageert de wethouder. En daar wringt nu de schoen, want de desbetreffende corporatie is geen vereniging. Dus is er ook geen ledenraad. Huurdersverenigingen staan los van zo'n woningbouwcorporatie en hebben daarom geen formele invloed op het beleid.
Huurdersparticipatie moet naar zeggen van Piet Keijzer door een corporatie wel worden geregeld. En hij vindt dat een goed georganiseerd huurdersoverleg wel degelijk een sterke invloed heeft. Dit kan zowel op complexniveau als op het niveau van de gehele corporatie.
,,Ik ga daarbij uit van de mondigheid en het organisatievermogen van huurders. Als gemeente en zeker als verantwoordelijk wethouder stel ik me met enige regelmaat op de hoogte van de huurdersparticipatie. Zonodig spreek ik een corporatie hier op aan wanneer het beneden de maat is. Een corporatie is ook gebaat bij tevreden huurders en zal er verstandig aan doen om bewonersparticipatie te ondersteunen”, aldus Piet Keijzer.

Stil vermogen

De terugkeer van een gemeentelijke woningbouwvereniging is een utopie. Wethouder Piet Keijzer schat in dat dit niet snel zal gebeuren. Onlangs had hij een gesprek met een corporatiedirecteur, zijn naam wil hij niet noemen, en zei tegen hem dat de woningbouw maar genationaliseerd moet worden. Op die manier hoopt de wethouder van de discussie af te zijn van wie de gelden zijn die in de corporaties zitten. De directeur in kwestie zei in ieder geval dat nationalisatie van corporaties een duidelijke keuze zou zijn.
De discussie gaat over het stil vermogen van 300 miljard euro op landelijk niveau bij corporaties. In Zaanstad gaat het, laag ingeschat, om globaal 2,9 miljard euro. Het vermogen is gegroeid op de miljarden aan overheidssubsidies, dus gemeenschapsgeld, voor de volkshuisvesting. Het geld was afkomstig van zowel het Rijk als de gemeenten. In 1995 werden de corporaties in Nederland zelfstandige organisaties en namen zo al dit geld mee.
,,Ik vind dat het geld van de gemeenschap is. Niet van de corporaties, directeuren of de huurders. Daarom wil ik dat het geld geïnvesteerd wordt in de buurten waar het hardste nodig is, ook in Zaanstad. Wonen minister Ella Vogelaar wil dit ook, maar minister Wouter Bos niet.
Hij zegt dat woningbouwcorporaties gewone bedrijven zijn en naast hun bijdrage aan de 'Krachtwijken', zoals Poelenburg in Zaandam, ook nog eens vennootschapsbelasting moeten betalen. Dit is ronduit belachelijk.
Of je bent een sociaal opererend maatschappelijke onderneming of je bent een commercieel bedrijf. Maar allebei tegelijk bestaat niet. Ik vind dat een corporatie bij haar oorspronkelijke reden van bestaan moet blijven en de gemeenschap moet dienen met het aanbieden van betaalbaar wonen voor kwetsbare groepen. Alle activiteiten moeten in dat perspectief plaatsvinden. Winst maken mag nooit en te nimmer een doel op zichzelf worden”, zegt Piet Keijzer.

Marktwerking

Zelfbeheer door bewoners van een buurt of een flat lijkt voor een SP'er een goed uitgangspunt, maar als de openbare ruimte verkocht wordt aan woningbouwcorporaties zijn de bewoners geen eigenaren en ligt de eindverantwoordelijkheid bij de desbetreffende corporatie. Het roept de vraag op of deze handelwijze niet pure marktwerking is.
Piet Keijzer: ,,Dit heeft niets met marktwerking te maken. Het gaat om binnenterreinen en aanliggend groen. Wat je doet is het eigendom onderbrengen bij een corporatie en je schept de mogelijkheden voor zelfbeheer door bewoners. Daarmee vergroot je de betrokkenheid van burgers bij hun eigen leefomgeving. Ruimte waar iedereen gebruik van maakt moet eigendom van de gemeente blijven, bijvoorbeeld wegen”.
Volgens de wethouder is er pas sprake van marktwerking wanneer de hypotheekrente aftrek beperkt wordt. Hij is voorstander van inkomensafhankelijke huren. De huurder is dan een bepaald deel van zijn inkomen kwijt aan huur, tot maximaal de markthuur van de betreffende woning. ,,Dan krijg je echt beweging op de markt en bescherm je de mensen aan de onderkant”, reageert Piet Keijzer.
De huren bij woningcorporaties zijn ongeveer zestig procent van de marktwaarde. De wethouder bevestigt dit, maar vult aan dat corporaties dan nog steeds geld verdienen aan huurwoningen. ,,Ze leggen er geen geld bij”, zegt hij.

Sociale doelen

Overtuigd is Piet Keijzer dat marktwerking en sociale doelen elkaar niet op voorhand behoeven uit te sluiten. ,,Mensen met een laag inkomen kunnen financieel ondersteund worden voor woonlasten, terwijl de markt het werk doet. Andere groepen mensen worden volgens hem ook ondersteund door corporaties waarmee de maatschappelijke functie van zo'n instantie benadrukt wordt.
,,Neem Korsakov-patiënten in Zaanstad. Die wonen straks bij elkaar. Ik vind het goed dat ze op deze manier worden gehuisvest en begeleid. Zouden deze mensen apart en verspreid wonen, dan bestaat er een grotere kans op overlast naar omwonenden toe. Je hebt als corporatie een probleem. Nu niet.” En zo ziet Piet Keijzer een aantal voordelen van de marktwerking op beperkte schaal in de woningbouw.

U bent hier