h

Herinnering aan Dirk Smit

27 mei 2008

Herinnering aan Dirk Smit

Door: Rob Poldner, fractievoorzitter SP

Eind jaren 80 kwam ik voor het eerst in contact met Dirk Smit. Als hoofd van de voogdij en gezinsvoogdij had mijn stichting Opperdan de verantwoordelijkheid voor vele minderjarigen. Vervelende en moeilijke kinderen met veelal ook vervelende en moeilijke ouders. Echter hoe moeilijk ouders ook waren, de kinderen gingen het huis uit en niet de ouder[s].

Voor opvang in de Regio had je toen nog het Jongeren Opvang in Purmerend, het JOP. Daar kon je aanvankelijk als jongere makkelijk terecht. Echter ook aan het eind van de jaren 80 moesten alle kleinere en zelfstandige opvang- en andere hulpverleningsorganisaties fuseren. Met het fuseren kwam er management en kwamen andere disciplines zoals psychologen en pedagogen werken. Met deze kwaliteit van specifiek opgeleide medewerkers en niet meewerkend management, werden opname-criteria ontwikkeld. Dat gaf een duidelijk beeld aan de verwijzer en plaatser, zoals wij bij Opperdan dat waren, over wie wij in crisissituaties konden aanmelden voor een intake gesprek. Vaak probeerden we hoe dan ook een wegloper, een kind in wat voor crisis dan ook, bij de reguliere crisisopvang aan te melden.

Soms lukte dat ook, maar heel vaak ook niet, omdat wij toevallig net die jongeren hadden die buiten de opname- criteria viel. Wat dan te doen? Een opvanggezin? En als die niet beschikbaar was of het kind was te veel in crisis om in een opvanggezin te plaatsen?
Ja dan, dan was er Dirk en de Passant. Dirk en Tilly wel te verstaan.

De professionalisering ging door in de hulpverlening. Stichting Opperdan ging op in de Riagg Jeugdzorg en de Riagg Jeugdzorg ging wat betreft de voogdij en gezinsvoogdij en niet te vergeten het Adviesbureau voor Jongeren over in Bureau Jeugdzorg.
De crisisopvang werd ook een groot complex van diverse vormen van [crisis]opvang en de ambulante hulpverlening werd onderdeel van Jeugdzorg Groot Amsterdam. Er kwam steeds meer management en er kwam steeds meer deskundigheid in de voordeur van Bureau Jeugdzorg. De wachtlijsten namen toe en er moest steeds meer geld worden vrijgemaakt voor het oplossen van knelpunten in de jeugdhulpverlening.

Wat echter niet veranderde waren de problemen tussen jongeren en hun ouders of opvoeders. Soms konden zij niet meer door één deur. Soms vertoonde een kind gedragsproblemen, soms vertoonden moeder of vader problemen. Wat ook niet veranderde is dat de kinderen bij ernstige problemen de deur uit moesten en de ouders thuis bleven wonen. Terecht of niet… wat heeft die goed opgetuigde en goed gesubsidieerde hulpverlening dan te bieden?

De drempels van de opnamecriteria in de crisisopvang zorgen er nog steeds voor dat niet ieder kind met problemen in de reguliere hulp terecht kan. Maar wat dan? Op straat laten lopen met alle risico's van dien?
Nee, gelukkig is er door al die jaren heen, tot op de dag van vandaag de Passant in Krommenie; de Passant van Dirk, de Passant van Dirk en Tilly.

De Passant is hetzelfde gebleven, met hetzelfde warme en menselijk aanbod aan kinderen in nood.
Dat is ook de reden dat de Passant niet mag verdwijnen uit de Zaanstreek, dat de werkwijze, dit maal niet ontwikkeld door pedagogen en andere -gogen en –logen, een noodzakelijk aanvulling is op het reguliere hulpaanbod.

Dirk, vele kinderen en hun hulpverleners van de stichtingen Opperdan, Riagg Jeugdhulpverlening en Bureau Jeugdzorg Zaanstreek waar ik verantwoordelijk voor was hebben gebruik gemaakt van je gastvrijheid en je betrokkenheid.
Daarvoor onze dank!

U bent hier