h

Vakbondsjongeren platform

12 augustus 2009

Vakbondsjongeren platform

FNV'er Egbert Schellenberg: ,,Er moet gewoon geld vrijgemaakt worden voor jongeren.”

Door: Willem Croese

Alles is FNV Bondgenoten bestuurder Egbert Schellenberg (51) er aangelegen dat jongeren in beweging komen. Deze oud vakbondsjongere weet maar al te goed hoe het werkt. Met moderne middelen als internet hoopt hij ze actief te krijgen. FNV bonden lopen hier niet echt warm voor.

Egbert Schellenberg
Foto: Ron Visser

Zes jaar heeft Schellenberg gewerkt bij de FNV gelieerde jongerenorganisaties. En nog steeds heeft hij de vakbeweging niet verlaten. Schellenberg is niet zomaar een vakbondsbobo, meer eentje van het kaliber die zijn ongezouten mening gevraagd en ongevraagd geeft. In het Rotterdamse havengebied werkt hij met FNV-leden uit de olie- en chemie-industrie. Hij voert Cao-onderhan- delingen en acties. Daarnaast is hij nog steeds begaan met jonge FNV-leden.

Jongerenbeweging

Voordat Schellenberg bij FNV Bondgenoten kwam werkte hij in Utrecht vanaf 1982 als 'landelijk vrijgestelde' bij NVV-Jongerencontact. Zijn taak was om het fusieproces met de andere landelijke jongerenorganisatie KWJ te begeleiden tot de Jongerenbeweging, verbonden met de FNV. In opdracht van de FNV en subsidiegevers moest er één club komen.
In Amsterdam waren ze de eerste. De hoofdstedelijke KWJ en NVV-Jongerencontact afdelingen verhuisden naar een statig pand aan de Keizersgracht. Betaalde krachten en kaderleden van deze twee verschillende clubs hadden in de dagelijkse praktijk veel tijd nodig om aan elkaar te wennen. De KWJ'ers waren activistisch ingesteld, terwijl de NVV-Jongerencontacters het meer zochten in het traditionele vakbondswerk.
Schellenberg: ,,Het probleem was in feite dat de KWJ wel een vakbondsachtergrond had, maar zich niet gelinkt had aan het NKV (Nederlands Katholiek Vakverbond). NVV-Jongerencontact had eerst een directe band met de NVV (Nederlandse Vereniging van Vakverbonden) en later met de FNV (Federatie Nederlandse Vakbeweging). Wij moesten maar zien of de nieuwe jongerenorganisatie wel een directe link zou krijgen met de FNV.”

Fusie

Het werd lastig, want er was een soort verbinding ontstaan op afstand. Dit uitte zich alleen al in de naam van de nieuwe organisatie, 'Jongerenbeweging, verbonden met de FNV'. Toch werkte Schellenberg met zijn collega's door aan nieuwe statuten, arbeids- voorwaardenregeling en gezamenlijke huisvesting.
,,Allerlei dingen kwam ik tegen waar ik nooit bij stil gestaan had. Neem de functie-indeling. Moesten er bijvoorbeeld wel of niet verschillen komen qua beloning in regionale en landelijke mensen. Ik vond het een heel interessant proces en heb daar veel van geleerd.”

Tijdens het fusiecongres, begin 1983 verliep alles naar wens van de huidige vakbondsbestuurder. Met rode en groen kaarten brachten KWJ en NVV-Jongerencontact kaderleden hun stem uit. De tegenstellingen werden ogenschijnlijk overbrugd met een gezamenlijk document dat het startpunt moest zijn voor een nieuwe periode.

Opheffing

Lang heeft de fusieclub echter niet bestaan. In 1991 werd de Jongerenbeweging, verbonden met de FNV opgeheven. Het vrijgesteldenprincipe was een heet hangijzer. Een betaald kaderlid werd maximaal voor vier jaar vrijgesteld van zijn of haar normale baan. De stelling was dat je na zo'n periode weer terugging in het vak dat je voor de verbintenis deed.
,,Wij moesten van dit verhaal af. Er moest een directie komen, zoals de moderne vakbond dat nu ook heeft. Die verandering heeft mij enorm verbaasd”, aldus Schellenberg.
In een korte tijd escaleerde alles binnen de jongeren- organisatie. Oud KWJ'ers en FNV'ers verschilden sterk van mening over de professionalisering. De tegenstellingen werden groter en groter.
Het einde werd nog duidelijker toen politiek Den Haag minder geld wilde verstrekken. De inkomsten van de Jongerenbeweging, verbonden met de FNV bestonden voor tachtig procent uit subsidies en de rest kwam uit eigen middelen van verkoop van materialen, beleggingen en dergelijke. Er werd bezuinigd door het ministerie van WVC, dat was in combinatie met de interne chaos de dood in de pot.

Werkgeversportefeuille

De laatste twee jaar van zijn dienstverband had Schellenberg de 'werkgeversportefeuille'. Voor hem was die taak een vreemde gewaarwording. Zoiets wil hij nooit meer doen.
,,Als iemand geld uit de kas jatte, moest ik die persoon naar buiten pleuren. Je moest ook personeel aannemen. Nu nog kom ik mensen tegen binnen de FNV die ik destijds heb aangenomen. Overigens niet altijd tot mijn genoegen, want zij hebben zich politiek anders ontwikkeld dan ik.”
Van dichtbij heeft Schellenberg de ondergang van de Jongerenbeweging, verbonden met de FNV niet meegemaakt, want hij vertrok in 1988 naar de Industriebond die weer later opging in FNV Bondgenoten. Hij werd vakbondsbestuurder in zijn woonplaats Rotterdam.
,,Het is totaal anders. Je komt in één keer op de basis. Ik ga de bedrijven in om met de leden te praten over hun werkomstandigheden en arbeidsvoorwaarden. Die klussen hebben mijn voorkeur. Het is zelfs een bevrijding.”

Uitzendbureau

Een eigen jongerenorganisatie kwam er niet meer bij de grootste vakbond van Nederland. Schellenberg stelde vijf jaar geleden een notitie op. Hij deed dit samen met oud Jongerenbeweging collega's, die nu nog werkzaam zijn binnen de FNV. Het gezelschap hield onder meer een pleidooi voor het aantrekken van jongeren die thuis zijn in de nieuwe media.
,,Het ligt voor de hand dat je een jongerenplatform opricht, dat via internet opereert. Vragen, antwoorden en discussies kunnen dan aan de orde komen. FNV Bondgenoten pakte dit als eerste op met 'My Union'. Later werd dat verkracht met 'Job Circle'. Het was net alsof je bij een uitzendbureau kwam en niet bij de bond. Gelukkig is dit een maand geleden ter ziele gegaan, maar wel even zoveel miljoen euro weggegooid.”

Platform

De FNV centrale zag het nut wel in door jongeren bij de vakbonden te halen. Zij openden de website www.fnvjong.nl en dat was wat Schellenberg ook voor ogen had. De tijd van nu is volgens de vakbonds- bestuurder anders dan dat hij zelf als jongere actief was.

,,Je kunt het echt niet vergelijken. In die jaren kenden wij de oude verenigingsvorm. We kwamen bij elkaar. En nu zoekt een jongere zijn weg via allerlei platforms op internet. Ik vind wel dat je als vakbond moet zorgen dat jongeren de arbeidsmarkt opkomen en dat ze ons daarbij ook vinden. Zo'n mechanisme moet je hebben.”
Een kritische noot kan Schellenberg niet laten, want hij las in het laatste federatieverslag dat de bonden hiervoor geen geld hebben. Volgens hem kan iedereen op zijn vingers natellen dat jongerenwerk ook wat kost. ,,Er moet gewoon geld vrijgemaakt worden voor jongeren. Het rare is dat FNV Bondgenoten voor ´My Union´ wel de poen op tafel legde. Als het toen kon, kan het nu ook.”

U bent hier