h

‘Marxwerking’ in plaats van marktwerking

11 mei 2010

‘Marxwerking’ in plaats van marktwerking

 

Eindelijk: Herziene Nederlandse vertaling van ‘Het Kapitaal’ van Karl Marx

Door: Carla Schuddeboom

Sinds het uitbreken van de kredietcrisis is Marx overal ter wereld weer ‘hot’. Mensen vragen zich af wat er mis is met het financiële systeem, dat sommigen zo rijk maakte en nu in zijn voegen kraakt. Geen wonder dat die mensen ook terecht komen bij het hoofdwerk van Marx, ‘Het Kapitaal’, al was het alleen maar vanwege de actuele naam. Dit boek wordt in diverse landen opnieuw uitgegeven en dat geldt, voor het eerste deel althans, nu ook voor Nederland. Op 1 mei werd die nieuwe uitgave gepresenteerd, en dat op eigentijds Nederlandse wijze.

Karl Marx 

Vroeger was ik Amsterdammer, maar ik heb het nooit geweten: aan het Singel in Amsterdam, vlakbij de Atheneum boekwinkel, ligt achter een onopvallende gevel een hele grote Doopsgezinde Vermaning. Steile houten banken rond een grote preekstoel, rijen al even ongemakkelijke extra stoeltjes, tafels met grote stapels boeken, het is een alles behalve revolutionaire sfeer die hier hangt.

Op deze eerste mei worden de aanwezigen (ouderen en studenten, maar vooral veel ouderen) hier ‘vermaand’ over het falen van het kapitalisme. In allerlei toonaarden, maar met een Vrije Universiteit ondertoon. Aanleiding is de herziene vertaling van het eerste deel van Het Kapitaal van Marx, die hier wordt besproken door een verrassend divers gezelschap. Allen hebben zij kennelijk de vraag voorgelegd gekregen wat Marx voor hen betekend heeft.

Allereerst haalt Esbeth Etty, hoogleraar aan de VU en publiciste, herinneringen op aan haar CPN verleden. Het heeft haar tien jaar gekost om zich daarvan - en van het ‘reeël bestaande socialisme’ zoals de Oostbloklanden toen wel werden aangeduid - los te maken, zegt zij. Gelukkig geeft zij Marx daar niet de schuld van. In die tijd heeft ze Het Kapitaal helemaal doorgeworsteld, maar veel is er niet van blijven hangen. In plaats van ‘marktwerking’ ontsnapt haar daarbij het begrip ‘marxwerking’. Wat haar vooral aanspreekt bij Marx is zijn morele verontwaardiging, zijn morele kritiek op het kapitalistische systeem. Ze vergelijkt hem met Multatuli, een andere grootheid in het ontmaskeren van leugens en het bloot leggen van waarheden uit die tijd. Ook intellectuelen als Gorter en Henriëtte Roland Holst zagen in het werk van Marx een perspectief op zingeving.

De jonge hoogleraar economie Esther-Mirjam Sent heeft Marx via Geert Reuten leren kennen. Diens naam als Marx-kenner valt trouwens verschillende keren (dat hij ook SP senator is wordt niet vermeld)* . Zij heeft van Marx geleerd dat de economische ordening de basis is van de maatschappelijke orde. De kern van de kredietcrisis is dat het kredietsysteem heeft geleid tot een enorme overproduktie, ver over de grenzen van de duurzaamheid heen.. ‘Alles is economie’, zegt zij, ‘maar helaas hebben de beleidsmakers daar geen oog voor’. Marx kwam met wetmatigheden, de economen van nu doen dat ook. Allemaal veel te star.

Ad Verbrugge, cultuurcriticus en filosofiedocent aan de VU en in onderwijsland bekend als stuwende kracht achter de beweging ‘Beter Onderwijs Nederland’ is bepaald geen marxist. Toch komt hij met een verrassend Marxistische analyse van de rol van het verschijnsel geld. Eerst was het geld ruilmiddel. Toen werd het een doel op zichzelf. Uiteindelijk is er een markt ontstaan voor geld en daarvan afgeleide produkten (aandelen en derivaten). Een markt die, zeker na de ICT ‘boom’ helemaal los is komen te staan van de werkelijke produkten (de ‘waar’, in de termen van Marx).
Marx’ theorie van de geldaccumulatie werpt volgens Verbrugge zeker licht op wat er de laatste tien jaar is gebeurd, maar Marx keek te globalistisch naar het kapitaal. Verbrugge denkt niet dat het kapitalisme ten einde loopt, maar wel dat plaats en grenzen weer belangrijk zullen worden, dat er een rem komt op de mondialisering en de deregulering. Bij Verbrugge gaat de strijd nu tussen de politiek en het geld.

Arnold Heertje zwaait met één van de drie nog bestaande exemplaren van de eerste druk van ‘Das Kapital’ en dat verleent hem een speciaal gezag – ook al is het boek door de eerste eigenaar grotendeels nooit open gesneden. Volgens Heertje staat Marx juist voor het wetenschappelijke socialisme. Tegenover de utopische socialisten van zijn tijd, die geen voet aan de grond hebben gekregen. Morele verontwaardiging zien we al 2000 jaar, die doet er niet toe, zo keert Heertje zich tegen Etty. Marx toonde in zijn werk aan dat het kapitalisme vanzelf zou instorten en hij kwam met een analytisch systeem dat de mensen daarvan overtuigde en daardoor hoop gaf. De techniek speelt volgens Marx bij die onafwendbare ontwikkeling een doorslaggevende rol, en ook daarin is hij actueel, vindt Heertje. Net als in het wijzen op de ernstige verdelingsproblemen ten gevolge van de voortdurende innovaties in het kapitalistische systeem.
Heertje is het ook met Verbrugge niet eens: onder invloed van de technische ontwikkelingen zijn we juist op weg naar één wereld. Heertje gelooft niet in toenemende nationale en groepsverschillen, maar dat deed Marx ook niet.

En zo vlamt er onder beschaafd geroezemoes even een ouderwetse Marx discussie op in de Doopsgezinde Vermaning. Na de paneldiscussie koop ik mijn exemplaar van het boek, om het maar weer eens zelf te kunnen opzoeken. Want ook voor mij is dit lang geleden. Terwijl in Rotterdam 1 mei demonstranten worden gearresteerd vanwege hun spandoeken, die wel eens als stokken zouden kunnen worden gebruikt. En terwijl feest vierende voetbalfans het verkeer op de A1 in Twente stilleggen, onder het welwillend oog van de politie.

*Geert Reuten heeft op 1 mei ter gelegenheid van deze presentatie een die middag vaak geprezen artikel in het Financieel Dagblad geschreven:
Karl Marx en Het Kapitaal, een spiegel waar we liever niet inkijken

U bent hier