h

Waar moeten sociale en culturele activiteiten straks onderdak vinden?

2 februari 2012

Waar moeten sociale en culturele activiteiten straks onderdak vinden?

In 2007 is besloten om vier buurthuizen - de Bovenkruier, de Vuister, de Kwaker en de Pelikaan - te privatiseren. Hun gebouwen werden voor een zacht prijsje overgedaan aan de woningbouwcorporaties Parteon en Rochdale en de exploitatie kwam in handen van stichtingen met vrijwilligersbesturen. De corporaties moesten wel beloven dat zij voldoende accommodatie voor wijkgebonden ontmoetingen en verenigingsactiviteiten zouden blijven aanbieden.

Door Carla Schuddeboom

Diverse politieke partijen spraken indertijd hun grote zorgen uit over deze privatisering. Zouden de buurthuizen dit wel overleven? Zouden zij erin slagen financieel op de been te blijven? Mag je van vrijwilligers verwachten dat zij de verantwoordelijkheid voor het draaien van zo’n centrum op hun schouders nemen? In één geval, dat van de Bovenkruier, is intussen gebleken dat die zorgen terecht waren. Dit centrum is per 1 juli 2011 gesloten. Twee van de drie nog resterende buurtcentra hebben moeite om hun begrotingen sluitend te krijgen.

Maatschappelijk accommodatiebeleid

De gemeenteraad heeft in de afgelopen raadsvergadering van 26 januari een ‘maatschappelijk accommodatiebeleid’ aangenomen. Subsidies van de gemeente gaan alleen nog naar activiteiten, niet naar stenen, dat is een belangrijke gedachte hierachter. Volgens een onderzoek uit 2008 zijn er in Zaanstad genoeg ruimtes (vierkante meters) voor maatschappelijke activiteiten, waarbij alle beschikbare ruimtes van welzijnsinstellingen, scholen, zorginstellingen, sportverenigingen en kerken, zelfs van commerciële gebouwen worden opgeteld bij ruimtes die de gemeente zelf in beheer heeft. Alleen voor jongeren activiteiten gaat dit niet op en het beleid voorziet dan ook in twee nieuwe jongerenvoorzieningen, waar overigens nog geen geld voor is.

De bedoeling van het nieuwe beleid is dat alle beschikbare ruimtes zo goed en efficiënt mogelijk gebruikt gaan worden voor allerlei maatschappelijke activiteiten, ook al zijn die niet van de eigen club. Multifunctioneel dus. Een mooi ideaal, wie kan daar nu tegen zijn? Het enige wat moet gebeuren is de vraag en het aanbod bij elkaar brengen. Niet dat de gemeente dat actief gaat doen. Dat is al eens geprobeerd met een ‘stadsloods’, maar jammerlijk mislukt. Bij een aantal van die ruimtes heeft de gemeente niets in te brengen en is er geen garantie dat ze beter benut zullen gaan worden. Maar waar mogelijk schept de gemeente ook daar voorwaarden, prikkelt en stimuleert ze, zoals dat dan heet. Wethouder Noom straalt wat dit betreft een groot optimisme uit dat het goed zal komen. En wij helpen haar hopen.

Bovenkruier, Vuister, Kwaker en Pelikaan

Voor de vier geprivatiseerde buurthuizen is het beleidsdocument geen goed nieuws. Want er staat letterlijk in de dat de gemeente niet bijdraagt aan tekorten in het beheer en/of de exploitatie van de huisvesting, en daar ligt vooral hun probleem. De eigenaren van de buurthuizen moeten zelf zorgen voor een sluitende exploitatie op dit gebied en de huur doorberekenen aan de gebruikers. Eventueel moeten eigen bijdragen van de deelnemers aan activiteiten maar omhoog. Betaalbaarheid is geen belangrijk criterium meer.

De SP en Rosa hebben op dit punt een motie ingediend ‘tot behoud van de buurtcentra’. Zij wilden dat de gemeenteraad zou vaststellen dat de vier buurthuizen onmisbare sociale voorzieningen zijn in hun wijken en dat het college op korte termijn met plannen en ideeën zou komen voor hun voortbestaan. De motie haalde het net niet. Groenlinks hield de rug recht, maar de collegepartijen ZOG en PvdA waren lang niet zo bezorgd meer als voorheen en vonden dat er wel gewacht kon worden op de resultaten van een evaluatie. Alsof er nu niet een beleid ligt waarin de toekomstige rol van de gemeente is vastgelegd. Dus bepaald geen vrijblijvend stuk. We helpen het hen hopen dat het allemaal goed komt...

U bent hier