h

We kunnen de kledingbank niet meer missen

22 februari 2013

We kunnen de kledingbank niet meer missen

Nog niet lang geleden vond de SP dat instellingen als de voedselbank of de kledingbank in een beschaafde maatschappij niet nodig zouden moeten zijn. We hebben toch de bijstandswet en het armoedebeleid om ervoor te zorgen dat mensen niet in armoede hoeven te leven? De voedselbank, die moest zo snel mogelijk overbodig gemaakt worden en was eigenlijk een beetje een smet op onze samenleving. Die kreeg ook geen subsidie, hoogstens een tijdelijk steuntje in de rug.

Door Carla Schuddeboom

Carla SchuddeboomHoe blij moeten we nu zijn dat er een voedselbank, een kledingbank, een Noppes en noem maar op, bestaan? Inkomens worden minder, lasten stijgen en armoede en werkloosheid nemen toe. En dan zijn er nog de mensen met schulden en degenen die door de steeds grotere mazen van de zorg heen vallen (bijvoorbeeld mensen met psychische problemen). Armoede bestaat echt, dat valt niet te ontkennen. Wat is het goed dat er zoveel mensen zijn die daar iets aan willen doen.

Neem nou de kledingbank. De kledingbank bestaat bijna een jaar en draait op vrijwilligers. Kleding komt van bedrijven en particulieren. Middelbare scholen doen inzamelingacties en verstelwerk. Het sorteren gebeurt in samenwerking met verschillende organisaties waar mensen heen komen voor dagbesteding (zoals Heliomare). Dat is dan wel afhankelijk van de beschikbare ruimte, want daar ligt een groot probleem. Er wordt niets weg gegooid: wat niet draagbaar is vindt een andere bestemming (bijvoorbeeld de papiermolen de Schoolmeester). Initiatiefneemster Marije Heijne sprokkelt op allerlei manieren geld bij elkaar om de huur en de verdere benodigdheden om te kunnen draaien te kunnen betalen

De ruimte van 70 m2 van de kledingbank, vlak bij de Grote Weiver, hangt stampvol kleding – vaak nog nieuw. Hier kunnen gezinnen, maar ook mensen die gaan trouwen, of die moeten solliciteren, passende kleding uitzoeken. Dat worden er steeds meer: een half jaar geleden waren het misschien nog 150 gezinnen, nu zijn er al meer dan 500 gezinnen langs geweest en van kleding voorzien. Ze kunnen niet zomaar komen, maar hebben altijd een verwijzing van een hulpinstelling en een overzicht van hun inkomen bij zich. Ze kunnen ook niet onbeperkt meenemen: daar zijn allemaal regels voor. Maar er komen steeds meer mensen (soms wel 20 mensen op een openingsdag). Als alle arme gezinnen van Zaanstad zouden komen, dan zouden dat er 3500 tot 4000 zijn. Maar veel mensen weten er nog niet van, of zijn misschien huiverig om zo’n stap te zetten.

Er zijn vele plannen. De kapper die zo nu en dan gratis komt knippen zou meer ruimte kunnen gebruiken. Ze denken aan een speelgoedbank. Er ontstaat steeds meer samenwerking met andere kledingbanken, met wie ook kleding wordt geruild. Kleding wordt er genoeg aangevoerd. Aan medewerking geen gebrek. Het grootste probleem van de kledingbank is dan ook de ruimte. Ze hebben eigenlijk 3 à 500 m2 nodig, maar kunnen die niet huren op de vastgoedmarkt. En daar zou de gemeente iets moeten betekenen. Onze gemeente, die zo moet bezuinigen en die zo’n beroep doet op vrijwilligers en het zorgen voor elkaar. Die zou zelf nu ‘maatwerk’ kunnen leveren door te helpen zoeken naar zo’n ruimte, zodat dit initiatief zijn vleugels uit kan slaan!

U bent hier