De columnisten: 'Zakkenvullers en vakkenvullers - De musical'
De columnisten: 'Zakkenvullers en vakkenvullers - De musical'
In een groot theater, dat voor een groot deel onder de zeespiegel ligt vindt een bijzondere voorstelling plaats. Om deze bij te wonen hoef je alleen maar te kijken en te luisteren. Op het toneel is het een drukte van belang. Je hoort het lawaai van auto’s, vliegtuigen en het rennen van mensen. In de eerste scene zie je figuren die volledig geobsedeerd zijn door het schermpje van hun smartphone. De traditionele communicatie lijkt overbodig nu de technologie een nieuwe vorm hiervan heeft geïntroduceerd.
Tekst: Wim Verhoeven - De Koffiekring
Hun mening is gebaseerd op wat ze daar zien, in overeenstemming met de club waarbij ze denken te horen. In de verte brandt een vlam waar iedereen heen wil, een familie met oranje vlaggen voorop. ‘Erfenis-deal en groot gewin, iedereen trapt erin’ de tekst die ze zingen komt aan. De muziek speelt daarna de danse macabre, de dodenmars, want in de race die is ontstaan is het allen voor zich en velen verbranden al voor aankomst. Een priester van de hebzucht-religie leest een stukje voor uit het heilige boek. ‘De uitverkorenen zullen volledige vrijheid genieten op elk gebied. Er bestaat geen moraal en je betaalt geen belasting, alles is geoorloofd om er te komen. Elke misdaad is u bij voorbaat vergeven’.
Daarna treedt een koor op met de merkwaardige naam ‘De Zakkenvullers’. De solisten uit de politiek, publieke omroep en andere geledingen zingen ieder over hoe zij zich hebben gewarmd en nog steeds warmen. Het leven op de zak van de burger is zoveel aangenamer. De politicus die nooit op zijn rekening keek en daarom ook niet kon weten dat hij onterecht geld ontving. Een presentator met exorbitante neusvleugels zingt een aantal keren hetzelfde lied over verfijnde financiële constructies.
Als je bij het zakkenvullers-collectief hoort liggen de banen voor het oprapen. Voorzitter van een pensioenfonds zonder kennis van de materie, geen probleem. Aan de andere kant van het toneel staat Jan de vakkenvuller die zijn bonus afhandig is gemaakt, want zoals hij zingt ‘regels zijn nu eenmaal regels’. Dat geldt ook voor de minister die nu verschijnt. Zijn naam doet vermoeden dat hij vleugels heeft waarmee hij kan wegvliegen als het fout gaat. Achter hem staan duistere figuren die hem verbieden de rekenrente van de pensioenen aan te passen. Zij willen het geld dat overgebleven is door niet te indexeren incasseren, zeker als de gepensioneerden reeds ‘in de hemel’ verblijven.
In een nieuw decor plant iemand bomen om de wereld te redden, hoe meer hoe beter. Hij lijkt op een boskabouter. In dit verhaal keert hij na enige jaren terug om te constateren dat, zoals de wetenschap voorspelde, tachtig procent het kunstmatige bos het niet heeft gered. Uit het plafond in een prachtig blauw licht spuit nu het gif en andere schadelijke stoffen, die nodig zijn om de voedselketen en het aangename leven van de eeuwige groei overeind te houden. Het decor toont nu het strand van een belastingparadijs, waar twee mensen zitten.
‘Ik hoef alleen maar opdracht te geven en het wordt uitgevoerd, zonder gewetensbezwaar. Ik kan wetten in landen beïnvloeden, paspoorten kopen, kortom ik sta buiten de wet’, zegt de crimineel. ‘Dat is gek’ zegt de miljardair, ‘dat is bij mij precies hetzelfde’. ‘Er lijkt geen verschil, ik denk dat we de uitverkorenen zijn’.