Zaanstreek

Door: Guus Moot, raadslid

Vorige week donderdag heeft de gemeenteraad het bestemmingsplan Westzaan-Noord behandeld.
Op zich niets bijzonders, er worden tientallen bestemmingsplannen per jaar behandeld. Waarom dan toch een stukje op de website? Dit keer valt er iets bijzonders te melden.

Alvorens een bestemmingsplan in de raad behandeld wordt heeft het een lange weg afgelegd.
Er komt eerst een concept, waarop de bewoners van het gebied waar het om gaat binnen zes weken een zienswijze in kunnen dienen. Dat wil zeggen dat zij hun bezwaren schriftelijk kenbaar kunnen maken. Deze bezwaren worden dan beoordeeld en eventueel wordt het concept aangepast.
Hierop volgt het originele bestemmingsplan, in dit geval dus van Westzaan-Noord. Ook hiertegen kunnen bewoners binnen 6 weken schriftelijk bezwaren indienen. Waarop opnieuw de zienswijzen worden bekeken, en het bestemmingsplan wordt aangepast.
Pas hierna wordt het bestemmingsplan naar de raad gestuurd voor behandeling in een raadscommissie vergadering. Vooraf gaande aan deze commissie- vergadering, krijgen de burgers die geen bevredigend antwoord hebben gekregen op hun bezwaren (hun zienswijze) de gelegenheid om deze toe te lichten aan de leden van de commissie, die dan nog aanvullende vragen kunnen stellen.
Hierna is het de beurt aan de raadscommissie om te vergaderen met de wethouder. Deze kan de wethouder vragen gaan stellen over het inhoudelijk deel van het bestemmingsplan of over het datgene wat de burgers vooraf ingebracht hebben.
Aan het eind van de commissie vergadering besluiten de leden van de commissie of het bestemmingsplan naar de voltallige raadsvergadering gaat om besproken te worden, of om te worden goed gekeurd.

In het geval van het bestemmingsplan Westzaan-Noord was het de wens van de commissie dit plan te plaatsen op de debat agenda. Er was namelijk over een paar kwesties nog geen overeenstemming. Eén daarvan was de vraag of een bepaalde woning in zijn geheel als hoofdgebouw moest worden aangemerkt of niet. In het oude bestemmingsplan was dit het geval en de eigenaar wilde heel graag dat het zo zou blijven.
Maar al tientallen jaren wordt in de bestemmingsplannen in Zaanstad de woning als hoofdgebouw en een aanbouw als bijgebouw beschreven. Dit maakt verschil voor de eigenaar omdat er op een perceel altijd maar een bepaald percentage aan bijgebouwen mag worden neergezet. Door deze procedure kan er dus later minder worden bijgebouwd. Jaren achtereen hebben alle partijen in de raad dit soort bestemmingsplannen goed gekeurd.

Het ging in dit geval om de woning van raadslid mevrouw Veenis van de VVD op het Weiver in Westzaan. Er werd een amendement ingediend om de bestemming van haar woning alsnog te veranderen en daarmee een uitzondering te maken op een lang bestaande praktijk. Bij de stemming bleek dat de gehele raad, met uitzondering van de SP, mevrouw Veenis deze uitzondering wel gunde.

De SP fractie is het er niet mee eens dat sommigen anders worden behandeld dan anderen. Bovendien heeft Wethouder Piet Keijzer hierdoor een serieus probleem, want andere burgers bij wie dit speelt kunnen hierop een beroep doen en wellicht allerlei bijgebouwen gaan toevoegen. Met als waarschijnlijk gevolg dat de doorkijkjes naar onze natuurgebieden tussen woningen worden volgebouwd.