h

Kreekrijk alleen voor vermogende huizenkopers?

8 oktober 2010

Kreekrijk alleen voor vermogende huizenkopers?

Op donderdag 7 oktober stonden de plannen voor de nieuwe wijk Kreekrijk op de agenda. Dit betreft ruim 900 woningen. Het College van burgemeester en wethouders stelde voor het aantal sociale woningen drastisch te verlagen. Hier was de SP uiteraard faliekant tegen. In het heftige debat waren ook Rosa, de POV, Trots, de Lijst Dissels ook kritisch hierover. VVD, PvdA, GroenLinks, ZOG, D66, CDA en DZ legden zich echter zonder slag of stoot neer bij het bouwen voor vermogende huizenkopers. Een motie waarin de SP pleitte voor een onderzoek naar de werkelijke woningbehoefte voordat Kreekrijk wordt gebouwd, werd ondanks steun vanuit de oppositie niet aangenomen.

Hieronder de bijdrage van fractievoorzitter Patrick Zoomermeijer namens de SP:

Patrick Zoomermeijer"Op 25 oktober 2007 heeft de raad het kwaliteitskader voor Kreekrijk vastgesteld. Daarin is vastgesteld dat Kreekrijk een woonwijk wordt met 800 tot 1.000 woningen, waarvan 30 % sociale woningbouw en ongeveer 25% duur, van meer dan 3 ton. Daarnaast is een aantal kwalitatieve opgaven meegegeven zoals het streven naar een klimaatneutrale wijk, het inspelen op de regionale woonbehoefte en het creëren van een ontspannen woonmilieu.

Nu vraagt het College ons om in te stemmen met een verlaging van het percentage sociale woningbouw van 30 % naar 21 %, een afname van ruim 80, of ten opzichte van de eerder geplande en grotere omvang van Kreekrijk zo’n 90 sociale woningen! En dat terwijl het aantal van “circa 25 % dure woningen” van boven de 3 ton, al is veranderd in 41 %. Dus 90 sociale woningen minder en 150 villa’s erbij.

Het College stelt dat door het verminderen van het aantal sociale woningen en het bouwen van nog meer koopwoningen, het kwaliteitskader van Kreekrijk kan worden gehandhaafd. Overigens betreffen de voorgestelde extra koopwoningen goedkope koopwoningen. Daarvan is de SP op zich geen tegenstander, maar waarom kunnen die goedkope koopwoningen niet worden gerealiseerd binnen het veel te grote en dure segment koopwoningen dat nu voorligt, de in totaal ruim 375 villa’s? Dan zou je met bijvoorbeeld 30 % sociaal, 9 % goedkope koop, 29 % middeldure koop en 32 % villa’s – wat de SP betreft nog steeds teveel – de door het college zo gewenste ideale mix en woningdifferentiatie wel heel dichtbij komen! Is de wethouder van plan deze alternatieve verdeling, waarbij de 30 % sociaal in ieder geval blijft gehandhaafd, op financiële haalbaarheid te onderzoeken, waarbij wat betreft ons binnen het segment koop ook andere verdelingen mogelijk zijn? En zo nee, waarom niet?

Natuurlijk is de SP ook voor duurzaamheid en een ontspannen woonmilieu. Echter, als het College in haar voorstel stelt dat 30 % sociale woningbouw wél financieël haalbaar is en dat dan alleen in het middengebied van Kreekrijk een iets minder ontspannen woonmilieu wordt gerealiseerd, dan is dat een compromis waar de SP mee in kan stemmen. Maar zo niet het College. Zij stelt dat de woningdifferentiatie dan in het gedrang komt. Voor de SP is woningdifferentiatie geen doel op zich, betaalbaar en goed wonen wel. Ik heb zojuist al een procentueel idealere mix voorgesteld. Maar ook klopt de argumentatie niet: de goedkope koopwoningen worden nu pas aangevoerd als argument, nog wel ten koste van de sociale woningbouw, waar ze in de drie jaar van plannen maken hiervoor niet werden genoemd als onmisbaar voor de woningdifferentiatie.

Nu even terug naar het kwaliteitskader. Het College hamert op het open woonmilieu als kwaliteitseis die wat hun betreft niet mag sneuvelen. Op mijn opmerkingen op de commissievergadering twee weken terug of de 30 % sociale woningbouw niet ook een kwaliteitseis is om aan vast te houden, antwoordde de wethouder ontwijkend. Ik begon mijn betoog zojuist met een citaat uit het door de raad aangenomen kwaliteitskader uit 2007. Daarin staat glashelder “30 % sociaal”. Dat is dus een minstens zo harde afspraak als elke andere. En juist sociale woningbouw gaat over de kwaliteit van leven, ook voor de mensen die een gewone baan hebben of werkloos zijn. Ook een kwaliteiseis dus. De keuze om de 30 % los te laten, is precies dát: een keuze. Een keuze, geen verplichting om het te doen zoals het College nu voorstelt. Het College kiest tégen bereikbare woningen voor iedereen. Laat dat duidelijk zijn.

Als er daarnaast partijen zijn, zoals op de commissievergadering bleek, die stellen dat zij nog steeds vast willen houden aan gemiddeld 30 % sociale woningbouw in nieuwbouwprojecten. En die stellen dat ze hier in Kreekrijk daarop bereid zijn in te leveren en dat in andere projecten willen compenseren, dan daag ik die partijen bij deze uit om projecten te noemen waarbij dat volgens hen gaat gebeuren op afzienbare termijn. Projecten van de omvang van Kreekrijk, bijna duizend en dus ruim 1,5 % extra woningen in Zaanstad, komen niet zo vaak voorbij. De impact van onze beslissing nu, is dan ook enorm. In Inverdan lijkt de 30 % sociaal al een utopie. Zouden die partijen met de SP willen voorstellen dat we de 90 verloren sociale woningen, als deze onzalige verandering voor Kreekrijk doorgaat, compenseren bij de herinrichting in Poelenburg? Ik reken dan op hun steun.

Maar er liggen twee fundamentelere zaken aan de basis van onze kritiek op de plannen voor Kreekrijk.

Ten eerste de timing. Is dit wel een geschikt moment om een groot woningbouwtraject als Kreekrijk te beginnen? Eentje waarvan de betrokken projectontwikkelaars aangeven dat ze het niet ongewijzigd kunnen realiseren in het huidige economische klimaat? De risico’s zijn groot, zeker omdat 70 %, en als het aan het College ligt 79 % van de te bouwen woningen koopwoningen zijn. Waarvan ruim de helft nog duur ook. Dat is niet in overeenstemming met de vraag in de markt. De huizenverkoop stokt immers door de crisis waarin het kapitalisme zich bevindt. Een citaat van de NVM, de vereniging van makelaars: “Tegenover de tegenvallende verkopen staat een voortdurende instroom van nieuwe woningen op de markt.” Deze week was nog in het nieuws dat meer mensen weer willen huren in plaats van te kopen. Zelfs als mensen wíllen kopen, kunnen ze dat nu vaak niet. Misschien is het nu niet het beste moment voor Kreekrijk. Het zou het College sieren als ze met Kreekrijk pas op de plaats zou maken. Het heeft al jaren geduurd, waarom nu haast maken in deze tijden van onzekerheid?

Ten tweede de woonbehoefte. In de stadsregio Amsterdam (waartoe wij ook behoren) is vorig jaar het aantal mensen dat een huurwoning zoekt met 2 procent toegenomen. Dit blijkt uit de Rapportage Woonruimtebemiddeling 2009 van de stadsregio en het Platform Woningcorporaties Noordvleugel Randstad. Er is dus in onze regio vraag naar meer huurwoningen, maar het College gaat meer kóópwoningen bouwen, tegen haar eigen kwalitatieve opgave in om in te spelen op de regionale woonbehoefte. Hoe risicovol dit is kan ik illusteren met een paar uitspraken van vandaag, 7 oktober, gedaan door de NVM. De NVM constateert een toename van 80 % van de woningbezitters die hun huis gedwongen met verlies moeten verkopen, de NVM ziet geen herstel van de (koop)woningmarkt maar wel een en volgens de NVM is de woningverkoop in Noord-Holland met 12,6 % gedaald in één jaar. Wat is nu de werkelijke woonbehoefte?

De SP heeft al langer twijfels aan de aannames van het College wat betreft de werkelijke woonbehoefte. Wij zien de groeiende wachtlijsten voor huurwoningen in Zaanstad en hebben nog geen bewijs gezien van de werking van het dogma over doorstroming door woningdifferentiatie. Al jaren horen we in de raad dat er een onderzoek komt naar de woningbehoefte in Zaanstad. Is het niet wijs dat we dat onderzoek en het resultaat ervan afwachten, vóórdat we in Kreekrijk voor leegstand en hoge woonlasten gaan bouwen? Als we de werkelijke woningbehoefte kennen, kunnen we daar het bouwprogramma op aanpassen. Ik doe hierbij een dringend beroep op de wethouder om de plannen van Kreekrijk uit te stellen totdat er een onderzoeksresultaat ligt. Alleen dàn kunnen we een gefundeerde beslissing nemen waar de Zaankanters wat aan hebben, want meten is weten. Totdat moment tasten we in het duister en dat kan niet goed aflopen. We bouwen niet om de winsten van projectontwikkelaars veilig te stellen, maar om te voorzien in de woonbehoefte van de Zaankanters."

U bent hier