h

Wilders en de SP

2 juni 2011

Wilders en de SP

Vorige week zaterdag werd in Breda de jaarlijkse “socialismedag” georganiseerd door de Bredase SP. Een interessante dag vol discussie en debat over actuele gebeurtenissen, socialistische theorie en historische onderwerpen. Eén van de workshops ging over de positie van Wilders en de weg vooruit voor de SP. Hieronder de inleiding die daar werd gegeven.

Door Ron Blom, lid SP Amsterdam en historicus

Ik wil beginnen met mijn waardering uit te spreken voor de uitnodiging om te komen spreken op deze traditierijke bijeenkomst in opnieuw een zonovergoten Breda.

Wethouderssocialisme

Enkele jaren geleden, in 2008, sprak ik hier op dezelfde plek over het zogeheten wethouderssocialisme van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij (SDAP), de voorloper van de PvdA.

Het is de moeite waard om daar nu nog eens op terug te kijken. Deze PvdA is nu als bestuurderspartij in de Colleges van B&W (burgemeester en wethouders), kabinet en in Gedeputeerde Staten al weer decennialang onderdeel van het establishment. De laatste tijd is dat echter veel minder vanzelfsprekend dan vroeger. Is dat omdat ze geslaagd is in haar doelstelling? De emancipatie van het werkvolk? Het antwoord luidt: nee! De sociaal-democratie is in een existentiële crisis geraakt. Ruimte voor hervormingen onder het hedendaagse kapitalisme is er nauwelijks meer. De ideologische veren zijn afgeschud, de derde weg is voorbij, maar een alternatief is er nog niet voor terug gekomen.

SP als concurrent van PvdA

Links van de traditionele sociaal-democratie is de SP er in geslaagd als socialistische arbeiderspartij door te breken op nationaal niveau. Dat had alles te maken met de zogeheten WAO-crisis waarbij de PvdA de handen vuil maakte aan een veelbetekende afbraak van de verzorgingsstaat. De SP heeft zich sindsdien verder ontwikkeld tot een geduchte linkse concurrent van de PvdA. Een andere arbeiderspartij, de Communistische Partij Nederland (CPN), is verdwenen door op te gaan in het zich in vrijzinnig sociaal-liberale richting meanderende GroenLinks.

Dit heeft de gedachte in de SP doen post vatten, dat de electorale groei van de partij zich automatisch verder door zal zetten. Het is vanaf nu een kwestie om deel te nemen aan alle vormen van verkiezingen en op die manier stap voor stap deel te nemen aan het bestuur van het land. Veelzeggend daarbij is de column van Jan Marijnissen in de laatste Tribune, waarin hij rekening houdt met een volgende stap richting kabinetsdeelname.

Een klassieke gedachtegang van het Kautskyaanse Tweede Internationale-socialisme.

Gedeputeerde Staten

Die volgende stap zou moeten volgen op de deelname in Zuid-Holland en Noord-Brabant aan de Gedeputeerde Staten. Naar ik begrepen heb, gebeurde dat in Brabant met overweldigende steun van de afgevaardigden op een partijconferentie. Onder andere Johan Kwisthout, Brabants SP-lid, behoorde tot een welbespraakte kleine minderheid, die wat tegengas kon geven. De SP zou in beide provincies ‘het verschil’ (sic) moeten gaan maken, maar nadere bestudering van de eigen persartikelen laten zien dat er zaken zijn ‘binnengehaald’ die ook al door andere partijen werden ondersteund (bijvoorbeeld de megastallen) of zo vaag geformuleerd zijn dat de realisering hiervan nog alle kanten op kan.

Gewone bestuurderspartij

Opvallend blijft natuurlijk dat we als SP in beide provincies samenwerken met VVD, CDA (en in Zuid-Holland D66). Dat zijn dus overwegend partijen waar we in Den Haag tegen knokken. D66 staat voor de flexibilisering van de arbeidsmarkt en zou de pensioengerechtigde leeftijd nog verder naar boven willen bijstellen. Dus naast dat het akkoord in beide provincies niet overtuigend is roept ook de samenwerking met partijen die we op landelijke vlak hartstochtelijk bestrijden op zijn minst vraagtekens op.

Behoefte aan visie en ideologie

Momenteel valt het politieke midden uit elkaar. Niet alleen in Nederland, maar ook in de rest van Europa. Radicaal links en radicaal rechts handhaven of versterken zich. Juist nu moet een partij als de SP krachtdadig en energiek oppositie voeren tegen rechts (VVD en CDA) en radicaal, uiterst, populistisch rechts (PVV) en de combinatie daarvan, sinds kort met steun van de SGP. Het is van belang om het lokale verzet tegen afbraak en bezuinigingen uit te bouwen en naar het provinciale en nationale niveau te brengen. Uiteindelijk zouden we dit als internationalisten zelfs tot op een globaal vlak moeten verheffen.

Alles is natuurlijk afhankelijk van de stand van de klassenstrijd, van de mogelijkheden voor een krachtige en effectieve bondgenotenpolitiek, van het combineren van programmatische standvastigheid met tactische flexibiliteit, van iets kunnen betekenen…. Kortom van op dit vlak ‘het verschil kunnen maken’.

Ontmaskeren PVV

Wat betreft radicaal rechts in het algemeen en de PVV in het bijzonder worden de volgende zaken interessant om op te pakken:
• Relatie hoger en lager opgeleiden
• Het ‘sociale’ van de PVV terug opeisen.
• Ontmaskeren van de PVV als een radicaal rechtse partij

Ten aanzien van de PvdA moeten we ook nader bepalen hoever we willen samenwerken en of we ons enigszins apart moeten blijven opstellen: ‘we staken gezamenlijk, maar we marcheren apart!’ naar een klassiek radicaal links motto.

Mogelijkheden om uit het dal te komen

Via het Steuncomité Sociale Strijd (bestaande uit SP, vakbondsleden en andere activisten) verzetten we ons in Amsterdam tegen de liberalisering van de huursector, nagelen we de grote graaiers aan de schandpaal, bestrijden we de bezuinigingen op de brandweer en bij het OV (waarmee we ook meteen de rechtse agenda van de PVV aan de kaak stellen). Dit biedt mogelijkheden van onderop om als links terug te slaan. Daarnaast nemen we vanzelfsprekend onvoorwaardelijk stelling tegen racisme en vreemdelingenhaat en we houden een mondiaal socialistische perspectief in het vizier!

U bent hier