h

Het onbehagen

10 juli 2011

Het onbehagen

Op 28 juni heeft Maxime Verhagen een toespraak gehouden over populisme. Terecht maakt hij zich zorgen over de toenemende aanhang van populistische partijen zoals de PVV. In zijn toespraak gaat hij op zoek naar de oorzaken van het toenemende onbehagen in onze samenleving.

Column door Evert Hartog

Als een van de voornaamste oorzaken noemt hij het falen van de multiculturele samenleving en de angst voor buitenlanders. Uit het verhaal begrijp ik dat het niet alleen over migranten gaat, maar ook over de Zuid-Europeanen die ons geld verspillen en de oost Europeanen die onze banen innemen. Hij vindt de zorgen van de Nederlanders hierover terecht. Zo huilt hij mee met de populistische wolven.

Ik deel zijn mening dat er een gevoel van onbehagen bestaat maar het is populistisch om de mensen die de zwarte piet bij buitenlanders leggen gelijk te geven.

De echte oorzaak van het onbehagen is, zoals hij zelf ook constateert, het gebrek aan stabiliteit en overzicht, en verder ook de bureaucratisering van de samenleving en de afbraak van verworven rechten. Mensen willen zekerheid over hun toekomst, overzicht over de inkomens en uitgaven die te verwachten zijn, goed onderwijs, een betrouwbaar sociaal vangnet, een gezonde rechtstaat, betaalbare gezondheidszorg en goed beheerde pensioengelden.

Als we naar de kabinetten van de afgelopen decennia kijken, waaraan het CDA heel vaak heeft deelgenomen, dan zien we dat deze kabinetten geen rust en stabiliteit hebben gebracht maar onrust en instabiliteit. Het CDA wilde met Balkenende een steeds groter beroep doen op de burgers van de samenleving om de gaten die de overheid laat vallen op te vullen. We moesten langer werken, er moesten meer vrouwen aan het werk, er moesten meer vrijwilligers komen, we moesten meer tijd aan onze kinderen en zieke ouders besteden. Alles bij elkaar opgeteld betekent dit dat de week te kort is om alles te kunnen doen. Deze en andere eisen zorgen voor een leven met onrust, instabiliteit en onzekerheid, exact het tegenovergestelde waar de burger naar verlangt. Geen wonder dat het volk dreigt te ontsporen en vatbaar is voor populistische ideeën. Maxime ziet geen Jezus of Socrates die zich voor dat volk op wil offeren. Die zal er bij het CDA ook zeker niet komen!

Het onbehagen in de Nederlandse samenleving ontstaat volgens mij door de volgende problemen:

• De slechte kwaliteit van het onderwijs, waar verzuim in de hand wordt gewerkt door desinteresse van het management, gebrek aan goede leerkrachten en slechte lesroosters. Verzuim wordt niet aangepakt omdat de school daar geen belang bij heeft
• Het wegvallen van baanzekerheid en sociale zekerheid doordat bedrijven voortdurend reorganiseren terwijl de overheid al dertig jaar lang bezig is de verzorgingsstaat uit te kleden
• Het steeds hardere beleid van bedrijven als men denkt dat een rekening niet of te laat betaald wordt door onmiddellijk een deurwaarder in te schakelen, met als gevolg dat mensen met lage inkomens verder in het putje worden geduwd
• Het falen van de hulpverlenende instanties bij probleemgezinnen en schuldhulp en het versoberen van de rechtshulp
• Het veelvuldig falen van de rechtstaat doordat het OM onvergefelijke fouten maakt, waardoor aan de ene kant boefjes veel te lang hun gang kunnen gaan en aan de andere kant mensen die zich niet van een vergrijp bewust zijn door vage beschuldigingen worden opgepakt en onredelijk hard worden aangepakt (zie het verhaal van Lucia de Boer, Ina Post en mensen die onterecht worden opgepakt door identiteitsfraude)
• De stijgende kosten van de ziektekostenverzekering en de geringe transparantie van de polisvoorwaarden, ingegeven door het mantra van de marktwerking
• De stagnatie op de woningmarkt waarbij veelverdieners buitengewoon profiteren van de hypotheeksubsidie terwijl voor de lagere inkomens steeds minder woningen beschikbaar zijn
• De schoksgewijze verhoging van de pensioenleeftijd, die volgens dit kabinet noodzakelijk is geworden door de vergrijzing, de langere levensduur en de crisis. Verzwegen wordt dat het beheer van de pensioenfondsen te wensen over laat en dat bedrijven en de overheid in de jaren negentig een greep in de pensioenkassen hebben gedaan.

Als oplossing zegt Verhagen dat we de leitkultur weer moeten omarmen en dat we zelf verantwoordelijkheid moeten nemen voor ons leven. Daar is niets op tegen. Uit de mond van een kabinetslid klinkt het echter als een excuus voor de terugtredende overheid. Deze overheid loopt weg voor haar verantwoordelijkheid door wel te bezuinigen op de mensen aan de onderkant van de samenleving en niet op de mensen met de dikke portemonnee. De huren moeten omhoog, de studiebijdrage wordt beperkt, de sociale werkplaatsen worden opgeheven, de wajong wordt afgeschaft en de problemen die daar ontstaan worden afgeschoven op de gemeente. Kunst voor minder draagkrachtigen wordt afgeschaft en buitenlanders krijgen de zwarte piet.

Onder druk van de angstige Amerikaanse overheid worden mensen zonder geldige papieren behandeld als terroristen, worden reizigers naar Suriname en de Antillen massaal verdacht van drugshandel, en onder druk van hoi polloi (de publieke opinie) worden bewoners in de Bijlmer en Amsterdam West die een kleurtje hebben, bij voorbaat gezien als potentiële crimineel. De leiders van deze eeuw laten zich chanteren door angst, uitgebuit door populisten. Angst is het leitmotif van deze eeuw. Angst versterkt het onbehagen.

Een deel van de Nederlandse bevolking staat door dat onbehagen met de rug naar de rest van de wereld, dat is te betreuren, maar uit de toespraak van Verhagen maak ik op dat hij met de rug naar de Nederlandse samenleving staat. Hij ziet de problemen niet, of schuift ze af op de buitenlandse zondebok, op de locale overheid en op de individuele burger. En zo staan we met de ruggen tegen elkaar.

Een ideale samenleving is een utopie. Dat ontslaat ons, maar vooral beleidsbepalers, niet van de verplichting om naar een optimale samenleving te streven. Niet de multiculturele samenleving maar het beleid voor een betere Nederlandse samenleving is op de punten die ik heb genoemd mislukt. Ik verzet me ertegen buitenlanders daarvoor als zondebok aan te wijzen.

U bent hier