h

Is er een alternatief voor de burgeroorlog in Syrië?

12 augustus 2012

Is er een alternatief voor de burgeroorlog in Syrië?

De doodstrijd van Syrië gaat voort. Door het hele land zijn er willekeurige aanvallen door troepen van het regime van Assad of milities van het regime. Er zijn sectaire (gericht op religieuze verschillen) wraakacties door de gewapende oppositie. Er is een vluchtelingenstroom en een humanitaire ramp in wording. Is er een alternatief op deze zich ontwikkelende burgeroorlog?

Door Niall Mulholland op SocialistWorld.net
(excuses voor de Vlaamse vertaling)

De tweede stad van het land, Aleppo, is het laatste brandpunt van de gevechten tussen gewapende oppositiekrachten en het Syrische leger. Sinds de rebellen Aleppo op 20 juli binnen trokken, zijn heel wat inwoners gevlucht naar Damascus of naar Turkije.

De strijd voor Aleppo is voor beide kanten belangrijk. De stad is groter dan de hoofdstad en het belangrijkste economische centrum met een belangrijke industriële aanwezigheid. De rebellen van het Vrije Syrische Leger (VSL) trokken de stad binnen in een poging om te kapitaliseren op wat volgens hen een momentum was met de aanvallen op Damascus en het bombarderen van een bijeenkomst van de veiligheidsdiensten waarbij vier generaals omkwamen. Het Syrische leger haalt nu de zware middelen boven en is troepen rond Aleppo aan het verzamelen om haar offensief te voeren.

Net zoals de rest van Syrië is Aleppo een lappendeken van religieuze en etnische groepen. De meerderheid van de bevolking in de stad wordt gevormd door de soennitische moslims en de Koerden. Er zijn ook Armeniërs en andere christenen van de Syrische, Maronitisch en Griekse orthodoxe kerken. Heel wat ambtenaren in de stad komen van de Alawitische stroming (niet te verwarren met de niet-Arabische Alevieten in Turkije) waar ook Assad toe behoort. Tot voor kort was er relatief weinig geweld in de stad. De strijd voor de stad zal ongetwijfeld leiden tot een forse stijging van de dodentol, het dagelijkse aantal doden in de maand juli werd op ongeveer 100 geschat.

Volksbeweging

De opstand van maart 2011 in Syrië begon als een oprechte volksbeweging tegen de politiestaat van Assad, de uitholling van de sociale welvaart, de enorme armoede en werkloosheid, de heerschappij van de rijke en corrupte elite. De dictatuur van Bashar al-Assad reageerde op de grootste protestacties tegen de 40 jaar van dictatuur met harde repressie.

Het geweld tegen de betogers deed een aantal activisten naar wapens grijpen. Wij zijn voorstander van democratisch beheerde zelfverdedigingscomités van de arbeiders om de wijken te verdedigen en dat boven alle sectaire onderscheiden. Tegelijk roepen we op om dat te verbinden aan een programma voor het einde van de dictatuur en de voor fundamentele democratische, sociale en economische verandering.

Een cruciaal element is het gebrek aan onafhankelijke arbeidersleiding voor het massaprotest. Dat creëerde ruimte voor de sectaire en pro-kapitalistische oppositiefiguren die geleidelijk aan het politieke vacuüm probeerden te vullen. Reactionaire Golfstaten, Turkije en het Westerse imperialisme ondersteunden dergelijke figuren met wapens en geld, uiteraard om zelf een grotere invloed te kunnen uitoefenen.

De VS, Groot-Brittannië en Frankrijk zien het regime van Assad al langer als een obstakel voor hun imperialistische belangen in de regio. Zij willen een volgzame pro-Westerse regering. Een belangrijk onderdeel van hun plan is om hun belangrijkste uitdager in de regio, Iran, fundamenteel te verzwakken.

Het Iraanse regime is een bondgenoot van het Syrische. De val van Assad kan de VS-gezinde Soennitische Golfregimes versterken terwijl het de Sjiitische Hezbollah in Libanon zou verzwakken en meteen ook de positie van het Russische imperialisme in de regio.

Wat begon als een volksopstand in Syrië is ontaard in een burgeroorlog met een steeds grotere nadruk op sectaire tegenstellingen. De werkenden en armen betalen de hoogste prijs voor het falen om de revolte om te zetten in een machtige onafhankelijke beweging gebaseerd op een verenigde arbeidersbeweging. Naar schatting zijn er al 20.000 doden gevallen. De Verenigde Naties (VN) denkt dat 150.000 mensen het land ontvlucht zijn.

Als de Westerse politici verklaren dat ze bezorgd zijn om het lot van de Syrische bevolking, dan zijn ze bijzonder hypocriet. Enkele jaren geleden stuurde de regering Bush nog “terreurverdachten” naar Damascus om door de veiligheidsdiensten van Assad onder handen genomen te worden. Nu verklaart president Obama dat hij de dictatuur van Assad wil vervangen door ‘democratie’.

De belangrijkste bondgenoten van de VS in de regio, de reactionaire regimes van Quatar en Saoedi-Arabië, bewapenen en financieren de Syrische rellen. Ze doen dat met instemming van de VS. Het doel van Quatar en Saoedi-Arabië is niet om democratische rechten in Syrië in te voeren. Het Saoedische regime gaat zelf over tot het onderdrukken van haar sjiitische minderheid en geeft in Syrië steun aan de reactionaire sectaire Salafisten.

De Turkse regering, een lid van de NAVO, heeft zich luid uitgesproken tegen onderdrukking in Syrië. Maar tegelijk gaat het regime over tot het onderdrukken van de media en de Koerden die hun eigen eisen naar voor brengen in zowel Turkije als Syrië.

Assad en de oppositie

De rol van de Westerse machten en de reactionaire Golfregimes is geen reden om het regime van Assad te steunen. Dat regime is geen ‘bolwerk’ tegen het imperialisme, zoals sommige linkse militanten in de regio en daarbuiten zeggen.

Voor socialisten werd het alternatief getoond tijdens de revoluties van vorig jaar in Tunesië en Egypte en ook in de beloftevolle start van de revolte in Syrië in 2011. Daar bleek het potentieel van een massale verenigde beweging van de werkende bevolking en de jongeren en de mogelijkheid voor zo’n beweging om despoten en regimes ten val te brengen, terwijl tegelijk wordt ingegaan tegen het imperialisme en wordt opgekomen voor sociale en politieke verandering.

Het is wellicht slechts een kwestie van tijd vooraleer het regime van Assad zal vallen, maar het conflict zal niet snel stoppen. “Met of zonder Assad als leider, heeft Syrië alle elementen voor een bloedige en langdurige burgeroorlog”, waarschuwde de academicus Vali Nasr die voorheen adviseur was voor de speciale gezant van Obama voor Afghanistan en Pakistan (New York Times, 28 juli).

Assad verloor de controle over delen van Syrië en de oppositie voelt zich gesterkt. De oppositie stelt dat de macht van het regime is uitgehold. Maar het conflict zal wellicht niet van korte duur zijn.

Het feit dat een aantal hooggeplaatste militairen en diplomaten zijn overgelopen, waaronder de recent aangestelde premier Riad Hijab, wekt de indruk van een trage ineenstorting van het regime. Maar het ziet er niet naar uit dat Assad zelf snel zal aftreden.

Assad heeft voldoende militaire macht en steun in Syrië, ook onder heel wat Soennitische zakenlui, om verder te strijden. Het is momenteel niet waarschijnlijk, maar de mogelijkheid van een machtsgreep door een medestander van Assad kan niet uitgesloten worden.

De oppositie heeft zich versterkt en zou beschikken over zware wapens. Maar de oppositie is volgens Vali Nasr verdeeld in “een honderdtal groepen zonder duidelijke politieke leiding”.

Het reactionaire karakter van de grotendeels Soennitische en door de zakenwereld gesteunde Syrische Nationale Raad, dat verbonden is aan het Vrije Syrische Leger en de Soennitische financiers vanuit de Golf, leidt ertoe dat heel wat Alawieten, Christenen en Koerden maar ook een aantal Soennieten bang zijn van wat zal gebeuren als Assad verdwijnt.

De willekeurige executie van ongewapende strijders van het regime door milities van de oppositie in Aleppo, een executie die breed werd verspreid via YouTube, zal de angst onder de minderheden in Syrië enkel nog versterken.

Er wordt bericht dat Jihadi organisaties voet aan grond krijgen in het oosten van het land. Het gaat onder meer om Jabhat a Nusra (Solidariteitsfront) dat aan al-Qaeda is verbonden. Buitenlandse fundamentalistische strijders vanuit Turkije, de Kaukasus, Bangladesh, de Golfstaten en andere landen trekken naar Syrië, wat de verdeeldheid onder de leiding van de oppositie nog versterkt.

Heel wat van deze strijders zijn veteranen van het conflict in Irak onder de Amerikaanse bezetting. De jihadi’s in Irak voelen zich eveneens gesterkt door wat in buurland Syrië gebeurt. In juli alleen bracht het aan al-Qaeda verbonden Islamitische Staat van Irak honderden mensen om.

Sectaire escalatie

Zelfs indien Assad zou aftreden of aan de kant geschoven wordt door zijn eigen heersende kliek, dan nog zou zijn militaire machine die door Alawieten wordt gedomineerd samen met bondgenoten kunnen verder strijden. Daarbij is het perspectief mogelijk van een opdeling van het land in etnische enclaves, zoals in het vroegere Joegoslavië, waarbij er jarenlang wordt gevochten voor kleine stukjes grond. Dat zou lijken op wat gebeurde in de Libanese burgeroorlog van midden jaren 1970 tot begin jaren 1990, een burgeroorlog waarin tot 200.000 doden vielen, maar dan op een grotere schaal. Het feit dat het huidige regime over chemische en biologische wapens beschikt, zou het nog erger maken.

Een sectaire escalatie zou ongetwijfeld overslaan naar andere landen in de regio. Turkije, Iran, Israël en de Golfstaten zouden meegesleurd kunnen worden. Het Syrische conflict heeft nu al gevolgen voor Libanon, waar Assad de steun van de regeringspartij Hezbollah krijgt.

Het Syrische leger heeft al Libanese dorpen beschoten. Bij gevechten tussen Soennieten en Assad-gezinde Alawieten in de noordelijke stad Tripoli en andere plaatsen in het noorden van Libanon vielen al heel wat doden. De belangrijkste politieke krachten in Libanon willen een escalatie van confrontaties tussen Soennieten en Sjiieten vermijden, de regelmatige schietpartijen en ontvoeringen in Beiroet versterken de angst voor een sectair conflict.

Westerse interventie

De VS heeft naar verluidt bedenkingen bij de Syrische oppositie, de dramatische ervaringen met de voorheen door de VS gesteunde Moedjahedin guerrilla in Afghanistan in de jaren 1980 zijn nog niet vergeten. Maar intussen blijven de Westerse machten alle steun verlenen aan het Vrije Syrische Leger en andere gewapende oppositiestrijders. Ze doen dit vooral door Damascus sancties op te leggen en door de Golfstaten groen licht te geven om de oppositie te bewapenen en te financieren en door Turkije groen licht te geven voor het geven van logistieke steun.

Het Witte Huis gaat ook over tot directe actie om de gewapende tegenstanders van Assad te ondersteunen. Volgens een bericht van nieuwsagentschap Reuters (op 1 augustus) ondertekende Obama een geheime opdracht ondertekende waardoor Amerikaanse steun voor de gewapende oppositie mogelijk wordt, onder meer door de CIA en andere agentschappen in te zetten. Dat leidde volgens Reuters tot “een opmerkelijke verbetering van de coherentie en efficiëntie van de Syrische rebellen”.

De Britse minister van buitenlandse zaken, William Hague, erkende recent dat Groot-Brittannië bedekte steun geeft aan de anti-Assad troepen.

De VS en andere Westerse machten hopen dat ze daarmee de val van Assad kunnen versnellen. Maar er wordt al gewaarschuwd dat dit wel eens een pyrrusoverwinning zou kunnen zijn. Het zou immers een verder en grootschaliger conflict in Syrië en de rest van de regio niet stoppen.

Vanuit het Witte Huis wordt er gewerkt aan een ‘overgangsplan’ voor het post-Assad tijdperk. Er wordt uitgegaan van een machtsdeling waar “alle kampen” mee kunnen instemmen. Dat zou gepaard gaan met een VN-vredesmacht. Om zo’n akkoord te kunnen sluiten, moeten ook Rusland en Iran meewillen. Die landen zouden volgens Vali Nasr wel eens kunnen meewerken als ze beseffen dat de dagen van Assad geteld zijn.

Zelfs indien zo’n scenario in elkaar wordt gebokst na de bloedvergieten en vernielingen, dan nog zou het geen democratie, stabiliteit of welvarendheid brengen in Syrië.

Het zou leiden tot een door het Westen opgelegd regime waarin het leger dominant is en waarin ook andere reactionaire pro-kapitalistische en sectaire krachten betrokken zijn. Het zou geen antwoord bieden op de behoeften en bekommernissen van de Syrische massa’s en de arbeidersklasse.

Arbeidersklasse

De arbeiders en armen in Syrië zitten in een wanhopige situatie en dreigen overspoeld te worden door etnisch en sectair geweld. Socialisten moeten er alles aan doen om de Syrische arbeiders bij te staan in het opbouwen van klasseneenheid om de verdeeldheid te bestrijden en te overstijgen.

Vandaag is dat een enorme taak. Maar er is geen andere weg om de massa’s op succesvolle wijze te verenigen om het regime van Assad omver te werpen en tegelijk in te gaan tegen de bemoeienissen van de lokale reactionaire staten en van het imperialisme en om echte democratische rechten en fundamentele sociale en economische verandering te bekomen.

Ondanks de verschrikkelijke omstandigheden staan de Syrische massa’s er niet alleen voor. Hun lot is onlosmakelijk verbonden met de aanhoudende revolutionaire bewegingen in Tunesië, Egypte en elders doorheen Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Na 18 maanden van revolutie en contrarevolutie is het proces zeker nog niet voorbij.

Het sectarisme kent een opmars in Egypte, maar ook de klassenstrijd zit in een opgaande fase met stakingen en bezettingen doorheen het hele land. De Egyptische arbeiders wachten niet op de nieuwe regering om hun leven te verbeteren. Ze bouwen hun eigen organisaties uit en ondernemen onafhankelijke acties. Dat is het te volgen model.

Door de klassenbelangen van de arbeiders in Syrië, Egypte, Tunesië en de rest van de regio praktisch en politiek met elkaar te verbinden, is het mogelijk om massale arbeidersorganisaties zoals onafhankelijke vakbonden en nieuwe partijen op te bouwen.

Op basis van een programma van arbeiderseenheid met een socialistisch beleid voor fundamentele verandering – democratische arbeiderscontrole en beheer van de economie om de levensomstandigheden te veranderen, werk met degelijke lonen te creëren, gratis en goede gezondheidszorg en onderwijs, huisvesting,… - zou zo’n beweging een inspiratie zijn voor arbeiders en jongeren doorheen de hele regio om de tirannen en het imperialisme aan de deur te zetten.

Dat zou leiden tot een strijd voor een vrijwillige en gelijke socialistische confederatie van het Midden-Oosten waarbij de rechten van alle minderheden worden gegarandeerd.

U bent hier