h

De film "No", een oefening in het herschrijven van de geschiedenis

19 februari 2013

De film "No", een oefening in het herschrijven van de geschiedenis

NoDe film ‘No’ van Pablo Larrain zegt jammer genoeg niets over de achtergrond van het referendum in Chili in 1988 en over de strijd tegen de dictatuur van Pinochet. De film speelt zich af in 1988 in Santiago, Chili. De brutale dictatuur van Pinochet is ondertussen 15 jaar aan de macht. Het militaire regime ziet zich verplicht om een referendum te houden over de voortzetting van het presidentschap van Pinochet. De keuze op de stembrief is eenvoudig: ja of nee.

Recensie door Tony Saunois van socialistworld.net

Dat is de achtergrond van de film van de Chileense regisseur Pablo Larrain. ‘No’ kwam in 2012 uit en brengt het verhaal van een reclameman, Rene, een alleenstaande ouder gespeeld door de Mexicaanse acteur Gael Garcia Bernal die eerder Che Guevara speelde in de film ‘Che’.

’No’ werd genomineerd voor de Oscars en werd geprezen als een film die je moet gezien hebben om te weten wat er in de jaren 1980 in Chili gebeurde. Het wordt voorgesteld als een ‘radicale’ film maar is verre van een ‘typisch politiek drama’.

De film mengt originele nieuwsberichten met het verhaal zelf. Er wordt gestart met een uitgebreide lijst van misdaden door het regime. Er zijn beelden van bijeenkomsten van raadgevers van Pinochet en van de ja-campagne. Die beelden geven aan dat het regime bijzonder ver van de gewone samenleving af stond. De film aarzelt niet om dit met een ironische inslag te brengen. Er zijn enkele sterke momenten – zoals de uitspraak van een minister die zich afvraagt of het regenboogsymbool van de nee-campagne nu een symbool van de homobeweging is of van de Mapuches (een inheemse bevolkingsgroep in Latijns-Amerika) of van Mapuches die ook homo zijn.

Herschrijven van de geschiedenis

Maar naast de beelden van politierepressie gaat deze film volledig voorbij aan de echte helden van de strijd tegen het regime. Het gebeurt vandaag wel vaker dat pogingen worden gedaan om de geschiedenis te herschrijven zodat de rol van massastrijd en de arbeidersbeweging in het bijzonder uit belangrijke gebeurtenissen wordt weg geschreven.

In het geval van ‘No’ gebeurt dit met een radicaal imago om een nieuw publiek aan te spreken. Vanuit het perspectief van een advertentiecampagne op televisie lijkt het alsof een reclameman erin slaagde om het regime een nederlaag toe te brengen. Dat gebeurde met de slogan ‘Het geluk komt naar Chili’. Die slogan werd inderdaad gebruikt in de nee-campagne, maar dan wel als poging van de leiders om de beweging te depolitiseren. De nee-stem haalde het eerder ondanks dan dankzij de campagneslogan.

De film zegt niets over de achtergrond van het referendum en de strijd tegen het regime. In de film is er geen enkel beeld van een arbeidersbuurt of van een krottenwijk zoals er toen zoveel waren rond Santiago. Daar bevond zich het centrum van het verzet tegen de militaire dictatuur. De volledige strijd wordt bekeken vanuit het verwrongen hoek van de reclamewereld.

Druk van onderaf

Het regime moest onder druk van massaprotest in de jaren 1980 tot het houden van een referendum over gaan. Tienduizenden trokken de straat op, wierpen barricades op en gingen de strijd met de oproerpolitie en het leger aan.

In 1984 was er op 1 mei een massale demonstratie met 250.000 aanwezigen in Santiago. Op het einde van de demonstratie was er een harde confrontatie tussen duizenden gemaskerde jongeren en het leger en politie. Er was een brede steun voor de jongeren en voor een gewapende opstand.

De Chileense communistische partij had een dubbele houding. Enerzijds was de partij verplicht om de sfeer onder de jongeren te weerspiegelen en er werd zelfs een eigen gewapende vleugel opgezet met de PFMR. Tegen eind jaren 1980 stond Chili aan de rand van een opstand. Zelfs het rechtse dagblad El Mercurio dat in 1973 de staatsgreep had gesteund, waarschuwde voor de mogelijkheid van een ‘Nicaraguaanse weg’. De overwinning van de Sandinisten maakte in 1979 een einde aan de wrede dictatuur van Samoza in Nicaragua. Hierdoor werd het idee opnieuw gevestigd dat een opstandige strijd repressieve regimes in Latijns Amerika ten val kon brengen.

Verraad door de Communistische Partij

Tegelijk voerde de Chileense communistische partij echter een politiek van samenwerking met ‘democratische’ kapitalisten en werd gegaan voor een gecontroleerde machtsovergang.

De massabeweging en de dreiging van een opstand dwongen de heersende klasse en daarna ook het regime tot een referendum. De leiders van de Communistische Partij en de Socialistische Partij vormden een alliantie met burgerlijke partijen als de Christen-Democraten om het referendum te gebruiken als een manier om het massale verzet te kanaliseren naar een ‘veilige’, ‘democratische’ overgang om een opstand te vermijden. Dat alles komt niet aan bod in de film. Het was blijkbaar allemaal het werk van één man, Rene de reclameman.

Het regime was ervan overtuigd dat het een meerderheid zou halen bij het referendum. Desnoods zou het de resultaten wat bijsturen als ze negatief uitvielen. Dat komt goed aan bod in de film. Toen de resultaten binnenkwamen, was er een stroomonderbreking. Dat gebeurde al eens in gewone buurten in Chili. Maar plots gaf het regime toch toe en werd het resultaat erkend. Waarom? De film doet zelfs geen poging om op die vraag te antwoorden en houdt het op ‘internationale druk’. Dezelfde internationale gemeenschap had de dictatuur van Pinochet echter 15 jaar lang ongemoeid gelaten.

De film toont archiefmateriaal van luchtmachtchef Matthei die op het presidentieel paleis La Moneda aankomt en daar verklaart dat hij de overwinning van het nee-kamp erkent. De luchtmacht was al langer voorstander van een gecontroleerde machtsovergang. Maar van waar kwam die positie binnen het leger?

Toen de elektriciteit werd afgesloten, was er een strijd binnen het regime. Pinochet wilde het resultaat aanpassen. Maar onder de druk van de massa’s was er verdeeldheid onder de generaals waardoor het spel voorbij was. Bij het presidentieel paleis waren er honderdduizenden betogers. Duizenden van de beste jonge activisten waren in het stadscentrum bijeengekomen en waren bereid om het presidentieel paleis te bestormen.

Strijd gaat door

De jongeren werden naar huis gestuurd door de leiders van de Communistische Partij die de betogers toespraken van politiewagens af. Ze stelden dat de situatie ‘onder controle’ was en dat ze de jongeren tot actie zouden oproepen als dat nodig was. In werkelijkheid was er achter de schermen een akkoord gesloten tussen het leger en de oppositie. De film ‘No’ laat dit evenwel volledig weg.

De film eindigt met een archiefbeeld van Pinochet die lachend de macht doorgeeft en de handen schudt met Patricio Alwyn, de nieuw verkozen president en lid van de kapitalistische christendemocraten die in 1973 de staatsgreep hadden ondersteund. Een ‘gecontroleerde’ overgang naar een even ondemocratisch systeem volgde. Daarbij bleef Pinochet hoofd van het leger en senator voor het leven. Er kwam een wet waarin stond dat het leger onschendbaar zou zijn voor de misdaden zoals martelingen en moorden.

De nee-campagne beloofde dat ‘geluk naar Chili’ zou komen, maar er kwam nog meer ongelijkheid en een hard neoliberaal beleid. Een nieuwe generatie neemt nu de strijd tegen dit beleid op, dat bleek onder meer in de enorme studentenbeweging van de afgelopen twee jaar. In 2012 was er massaprotest om de renationalisatie van koper en de natuurlijke rijkdommen te eisen om daarmee degelijk onderwijs te kunnen financieren. De mijnen en de ontginning van de grondstoffen werden onder Pinochet geprivatiseerd en de daaropvolgende regeringen kwamen daar niet op terug.

De film ‘No’ vestigt de aandacht op het feit dat Pinochet het referendum verloor. Maar biedt het ook duidelijkheid over wat er echt gebeurde of welke lessen er kunnen getrokken worden? Nee.

U bent hier