Zaanstreek

Omdat de SP zich zorgen maakt over wat voor soort bedrijven zich in Zaandam-Zuid kunnen vestigen en hoe er rekening wordt gehouden met veiligheidsrisico's en het milieu, stelde we schriftelijke vragen aan het college.

Inleiding

Uit het onlangs opgestelde bestemmingsplan terreinen Zuid blijkt dat men in eerste instantie in het zuidwestelijk deel van het bedrijventerrein Hoogtij van plan is bedrijven die zijn genoemd in Staat van Bedrijfsactiviteiten, tot en met 5.1 toe te laten, waarbij de maximaal toegestane categorie per bestemmingsvlak op de verbeelding is weergegeven (zie hiervoor ook de bestemmingsregels onder 3.1.).

In het ontwerp bestemmingsplan Bedrijventerreinen Zuid treffen wij echter de volgende passages aan:

Artikel 3.6.1 Algemeen
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van:
a. het bepaalde in lid 3.1 om bedrijven toe te laten uit één of meer categorieën hoger dan de in lid 3.1 genoemde categorieën [maximum cat. 5.1.], voorzover die bedrijven naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kunnen worden te behoren tot de volgens lid 3.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;
b. het bepaalde in lid 3.1 om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voorzover die bedrijven naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de volgens lid 3.1 toegelaten categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten;

Artikel 32
Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd om - overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6
van de Wet ruimtelijke ordening - het bestemmingsplan te wijzigen, in die zin dat:
a. aan de Staat van Bedrijfsactiviteiten bedrijven en/of bedrijfsvormen worden toegevoegd;
b. in de Staat van Bedrijfsactiviteiten opgenomen bedrijven en bedrijfssoorten worden ingedeeld bij een andere categorie;
[…]

Toelichting

Burgemeester en wethouders zouden bij vaststelling van dit bestemmingsplan een zeer ruime bevoegdheid krijgen om zeer veelsoortige bedrijven zich op dit deel van het industrieterrein te laten vestigen (van bedrijven die geluidsoverlast geven tot en met gevaarlijke chemische of nucleaire industrie (BRZO-bedrijven);
De afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden worden normaal gesproken vastgelegd in een bestemmingsplan als het bestaande industrie betreft en geen oningevuld bedrijventerrein;
Het criterium “voorzover die bedrijven naar aard en invloed op de omgeving geacht kunnen worden te behoren tot de volgens lid 3.1 toegelaten categorieën” kan een subjectieve beoordeling inhouden;
De invloedssfeer van deze bedrijven kan zich hetzij voor geluid, stof, geur en met name voor gevaar over of dichtbij een woongebied bevinden;
De genoemde invloedssfeer kan zich met name bij rampen over een groot deel van Zaanstad Zuid en West uitstrekken;
Zaanstad heeft in het vrij recente verleden met industriële rampen en bijna-rampen te maken gehad (b.v de rampen bij Marbon, Unifill en augustus 2012 nog de bijna-ramp bij Mobil Oil).

Vragen van de fractie van de Socialistische Partij (SP)

Geacht college, in kader van Artikel 51 ontvangen wij graag van u antwoord op de volgende vragen:
● Heeft u al zicht op om welke bedrijfstakken het gaat die zich op het terrein Hoogtij zouden kunnen vestigen en ten behoeve waarvan deze ruime bevoegdheden zijn opgenomen?
● Zo ja gaat het om bedrijven die vallen onder het besluit BRZO?
● Is er zicht op de routering, aan- en afvoer van gevaarlijke stoffen t.b.v. deze bedrijven?
● Is er zicht op de risicocontouren van deze bedrijven, als het gaat om de woonwijken en de woonboten in de nabijheid van deze toekomstige bedrijven in Westzaan en Nauerna?
● Heeft u er rekening mee gehouden dat bij het vrijkomen van giftige uitstoot bij zuidwesten wind zowel Zaanstad Zuid-west als de grote woonwijk, Westerwatering, tot het risicogebied behoren?
● Houden de hulpdiensten van Zaanstad voldoende rekening met het optreden van calamiteiten op het terrein Hoogtij en zijn ze er op ingericht?