h

Twijfels bij Werkfonds SROI

19 april 2013

Twijfels bij Werkfonds SROI

Wat vooraf ging: op 20 december 2012 is een motie aangenomen om het percentage van het aanbestede bedrag dat aan SROI (Social Return On Investment) besteed moet worden van 10 % terug te brengen naar 5%, met een mogelijkheid om er meer van te maken. Toen waren er al veel vragen over het SROI-beleid en veel twijfels, met name over de bereidwilligheid en de mogelijkheden van werkgevers om hieraan te voldoen in deze tijden van crisis. Deze twijfels zijn bij ons alleen maar toegenomen.

Door Carla Schuddeboom, steunfractielid

Carla SchuddeboomMaar eerst over het fonds. Wij vinden de doelstellingen van dit fonds niet helder geformuleerd. Het beoogde resultaat van het instellen van een fonds kan toch niet zijn dat het fonds wordt ingesteld? Het resultaat moet toch gezocht worden in extra werkgelegenheid voor uitkeringsgerechtigden? Daar draait het in dit beleid toch om? Houden we nog vast aan de jaarlijkse uitstroom van 35 mensen uit de Zaanse WWB (die geen andere verdringen)?

Vragen

De geschetste methodiek overtuigt ons niet:
1. Hoe gaan we het fonds gebruiken? We weten het nog niet. De praktijk moet het uitwijzen, zegt het voorstel.
2. Hoe veel geld komt er in het fonds? Dat kunnen we nog niet zeggen.
3. Hoe wordt straks bepaald hoeveel geld een opdrachtnemer in dat fonds moet storten, bij gebrek aan alternatieven, en aan de hand waarvan wordt dat vastgesteld? Die vraag wordt niet eens gesteld in het stuk.
4. Aan wat voor reïntegratie instrumenten wordt gedacht? Wie gaat die dan uitvoeren? We hebben net een hoop geld verspild in dit land aan reïntegratiebureaus en wij zitten niet te wachten op een herhaling. Wij willen het college niet zomaar een mandaat geven op dit punt, voordat we weten wat er gaat gebeuren met het geld.
5. Hoe gaat de handhaving verlopen? Wie gaat kijken of bedrijven zich houden aan de aangegane verplichtingen en hoe gaat dat dan werken?
6. Hoeveel geld gaat dit hele beleid kosten, aan FTE, externen, trainingen , seminars...?

Wij houden ons hart vast voor de uitkeringsgerechtigden die met dit beleid te maken krijgen. Het valt ons op dat de werkgevers/opdrachtnemers bij fraude of nalatigheid ('nulfraude'!) lang niet zo streng worden behandeld als de uitkeringsgerechtigde. Die laatste wordt streng gecontroleerd en kan zwaar gestraft worden bij elk vermoeden van het niet nakomen van verplichtingen. Hoe gaat straks gecontroleerd worden of de opdrachtnemer/ werkgever zich aan zijn verplichtingen houdt? Of hij zorgt voor de juiste begeleiding en de vereiste aanpassingen? Want dat wordt wel van hem geëist.

Twijfels

Maar hoe gaan we ervoor zorgen dat hij de hem opgedrongen werknemer niet zo snel mogelijk probeert kwijt te raken? Die werknemer, die dan weer uitkeringsgerechtigde wordt, valt op een spijkerbed van maatregelen en boetes als hij niet kan aantonen dat het zijn schuld niet is. Maar wat gebeurt er met de werkgever? Die krijgt hoogstens te maken met een vordering van een nog openstaand bedrag. Dat heet in het raadsvoorstel een boete, maar dat is geen boete. Een boete is een straf, een extra te betalen bedrag bovenop de invordering van een schuld.

Wij hebben als raad niet kunnen beslissen over dit beleid van SROI, maar wij geloven er steeds minder in zoals het nu gestalte krijgt. Het is geweldig als werkgevers met een sociaal hart iets willen doen voor de mensen die moeilijk aan het werk komen. Zulke mensen moeten we koesteren. Maar het is een heel ander verhaal als dit aan werkgevers wordt opgelegd.

Ons beeld uit eerder toegezonden informatie over SROI is niet positief. En het is nu toch nog duidelijker geworden dat quotumregelingen niet gaan werken. De 5% die in de participatiewet had moeten komen is in het sociaal akkoord alweer op de lange baan geschoven. De regering krijgt dat maar niet voor elkaar. Wat wil de gemeente dan?

Waar zijn de banen?

De grote vraag is: waar zijn die potentiële banen? Niet voor niets houden we ons in deze discussies niet bezig met de arbeidsmarkt aan de onderkant. De overheid zelf, als grootste werkgever in dit land ontslaat mensen bij bosjes. Werkgevers willen vaak niet aan zo’n quotum en kunnen het ook vaak niet in deze tijd van groeiende werkloosheid. Ze zijn blij als ze hun mensen in dienst kunnen houden. Kunnen wij ze dan mensen opdringen die ze eigenlijk niet kunnen gebruiken? Mag ik herinneren aan ons werkbezoek aan Wieland Textiles? Die hebben het geprobeerd met mensen van BaanStede. Ze zijn er weer mee gestopt, want het werkte niet.

De beste vorm van SROI is doorgaan met het detacherings- en uitplaatsingsbeleid op vrijwillige basis en het in stand houden van een vorm van sociale werkvoorziening voor degenen die daar buiten vallen. en daar zo veel mogelijk werk naar toe brengen. Dan levert je investering sociaal rendement op in de vorm van minder uitkeringen, minder zorgkosten, minder ziektekosten en uiteindelijk meer geluk. Een soort BaanStede dus.

Conclusie

In feite vraagt de wethouder een carte blanche en die willen wij hem niet geven. We willen niet mandateren voordat we er meer ervaring mee hebben en meer vanaf weten. Wat ons betreft gaan we eerst op bescheiden schaal proefdraaien en kijken dan naar de resultaten om alle openstaande vragen te kunnen beantwoorden

EROI is een methode om economische waarde te meten ten opzichte van de geïnvesteerde middelen.
SROI is een methode om niet-financiële (sociale, milieu) waarden te meten ten opzichte van de geïnvesteerde middelen.

U bent hier