Zaanstreek

Op dinsdag 14 mei is het bestemmingsplan, onderdeel van het plan ‘bedrijventerreinen Zuid’ samen met het bestemmingsplan Bedrijventerrein Noorderveld, globaal besproken in de gemeenteraad. Voor ons is het grootste probleem de ruime bevoegdheid die aan B&W wordt gegeven om zware bedrijven als ze ‘naar aard en invloed vergelijkbaar zijn met minder zware bedrijven’ een vergunning te verlenen.

Door Elsa Loosjes

Dat houdt feitelijk in dat pas achteraf door de omwonenden kan worden geconstateerd of er werkelijk geen noemenswaardige overlast is. En er is op dit moment al sprake van geluids- en stofoverlast van bedrijven uit het Westelijk havengebied in Nauerna en Westzaan.

Over de vuilstort is ook het laatste woord nog niet gesproken. Het probleem blijft dat, omdat de inhoud van de stort inklinkt en uitzet, het hoogte punt pas langzaam zal worden bereikt en dat dan dus het volume van de vergunde stort feitelijk wordt overschreden. Een ander belangrijk punt is de controle op de waterkwaliteit in de ringsloot en het feit dat de meeste peilbuizen in de stort zelf zijn ingestort. Een gemeenteraadsmotie om nieuwe peilbuizen aan te brengen heeft het niet gehaald.

Het blijft belangrijk dat de bevolking ontzien wordt. Dus moet er ook zicht komen op de aard van de toekomstige bedrijven op Hoogtij. Hierover zijn door SP-fractievoorzitter Patrick Zoomermeijer vragen gesteld. Een ander punt is dat op de raadszitting van 14 mei werd gezegd dat de lijst van bedrijfsactiviteiten die steeds wordt aangehecht aan de nieuwe bestemmingsplannen (en waar nog steeds de ‘kerncentrale met koeltorens’ op staat) dezelfde zou zijn als die ook al bij het bestemmingsplan Achtersluispolder werd gebruikt. Dat bleek onjuist.

Men deed nu wel het voorstel de kerncentrale maar te schrappen. Maar dan staan er nog andere zware bedrijven op, bijvoorbeeld een splijt- en kweekstoffenfabriek en een olieraffinaderij. Overigens is dan ook nog niet uit de bestemmingsregels geschrapt dat B&W andere bedrijven van andere categorieën ook zouden mogen toestaan. Het heeft dus weinig zin te focussen op die kerncentrale. Het was ook maar een voorbeeld. Men zet bedrijven op een lijst waarvan men beweert dat dit een standaardlijst is van de VNG. En als dan aantoonbaar is dat het een eigen lijst van Zaanstad betreft, dus een met opzet gemaakte selectie, dan blijkt dat ook weer niet waar te zijn. Overigens, zolang er geen soorten bedrijven zijn aangewezen, heeft B&W niets om vanaf te wijken. Vandaar dat we dat eerst willen weten.

Maar wat komt er dan? Volgens de belangengroep Nauerna is een uitbreiding van de vuilstort naar het oosten niet zeer waarschijnlijk omdat er op dit moment al te veel stortplaatsen zijn en men van het Rijk niet mag uitbreiden. Afvalverwerking zou wel kunnen. We denken dat kolenopslag ook mogelijk is omdat er kennelijk nu weer een paar kolencentrales bij moeten komen. En dat is ook een slechte ontwikkeling. De nu bestaande kolenopslagen voldoen niet erg aan de vergunningen die ooit zijn verleend. Ze leveren geluidsoverlast bij het (nachtelijk) ontladen uit schepen, stofoverlast, weinig werkgelegenheid en het kan ook zijn dat het ministerie de geluidscontouren oprekt, wat nog meer ellende oplevert. In het Noordelijk deel van de Westzanerpolder, zoals het terrein eigenlijk heet, vind je nu nog niet vervuild landbouwterrein. Het zou een goed idee kunnen zijn dit in ieder geval te behouden.

Wat te doen?

In ieder geval is het van belang de omringende bevolking op de hoogte te stellen, te beginnen met de wijkoverleggen. Verder zou de gemeenteraad per motie ervoor kunnen zorgen dat in het bestemmingsplan Hoogtij de nog niet ingevulde gedeelten leeg worden gelaten, zoals in het bestemmingsplan Krommenie vanwege de onzekerheid over de exacte invulling met de bedrijventerreinen ook is gebeurd. Er moet dan een apart en concreter deel-bestemmingsplan komen, waarover de raad dan beter kan oordelen. Binnen de plannen voor het Noordzeekanaalgebied, NZKG 2040, zal in de provincie aan dit gebied aandacht besteed worden. Monitoring van de sloten rond de stortplaats zou om te beginnen een goede zaak zijn, omdat de motie om de peilbuizen van de stortplaats te vernieuwen het in de Zaanse raad niet heeft gehaald.

Belangrijk is in dit geval dat zoveel mogelijk in de openbaarheid komt wat er gaat gebeuren. Achter gesloten deuren een en ander af te handelen is niet in het belang van de inwoners van Zaanstad. Het mag dan zo zijn dat er soms bedrijfsgeheimen in het spel zijn, als men de raad geheimhouding oplegt en deze daardoor onvoldoende de gelegenheid geeft informatie van buiten op te vragen, kan hij niet goed oordelen en dat wordt wel gevraagd. Een ander punt is het vertrouwen dat door het college wordt gevraagd. Het is zeer de vraag of dat gegeven kan worden. We hebben sterk de indruk dat er nogal eens achter de schermen wordt gegoocheld met gegevens. Dat is op zijn zachtst gezegd niet zoals het hoort.