h

Actiecomité: nieuwste plannen BaanStede teleurstellend

17 december 2013

Actiecomité: nieuwste plannen BaanStede teleurstellend

Het recent uitgebrachte uitvoeringsplan van het bestuur van BaanStede stelt ons zeer teleur. Niet alleen zijn opmerkingen van gemeenteraden genegeerd en hun zorgen onbeantwoord gelaten, het lijkt ook wel of het bestuur zijn eigen gang gaat, en ondanks alle kritiek en waarschuwingen wil doorgaan op de weg die het heeft ingeslagen en alle twijfels en verantwoordelijkheden daarbij tegen beter weten in ter zijde schuift.

Een zeer basale opmerking in dit verband is:
pagina 25 (o.a.): “Het principebesluit zelf en de gekozen fasering in beëindiging van de GR-werkvoorzieningen (advisering over uitvoeringsplan) staan niet meer ter discussie.” Blijkbaar wordt ervan uitgegaan dat de raden volledig met dit besluit hebben ingestemd – maar dat is niet zo, zeker gezien hun duidelijk geuite twijfels en vragen.

Maar er is meer. Verschillende vragen van de raden krijgen geen afdoende antwoord. De raad van Edam-Volendam vraagt bijvoorbeeld (geciteerd op pagina 4) om de opzet van de detacheringsorganisatie en de resultaten van verwachte uitstroom. Hij maakt zich ook ernstig zorgen over de risico’s die dit plan met zich brengt, en wil deze nog dit jaar inhoudelijk en financieel uitgewerkt zien. Maar wij vinden in de directe beantwoording verderop in dit uitvoeringsplan alleen een berekening van de risico’s tot de opheffing van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) in 2017, mits de planning volgens opzet verloopt, terwijl de vraag juist die opzet betrof omdat de verwevenheid met gemeentelijke financiën buiten beeld blijft, extra kosten vanwege gemist sociaal rendement komen namelijk niet in beeld.

Op pagina 6 heet het: “Zolang Baanstede nog eigen bedrijfsactiviteiten heeft, zullen die financieel uiteraard op de gebruikelijke manier worden verantwoord.” Maar het punt is dat er steeds achteraf bericht wordt gegeven -  zowel bij de kwartaalberichten die men heeft toegezegd als bij de jaarrekening. En daarbij is het tot nu toe zelfs gebruikelijk dat de gegevens pas een jaar later komen.

De raad van Landsmeer vraagt, geciteerd op pagina 5, om de mogelijkheid van tussentijdse bijsturing. Hierop volgt alleen het antwoord dat de gemeenten zelf betrokken moeten zijn, werk moeten uitbesteden en zelf niet-gesubsidieerde werknemers in dienst moeten nemen. Maar daar werd niet naar gevraagd!

Belangrijke punten die speelden en nog spelen zijn de risico’ die werknemers lopen om bv. in de AWBZ te belanden, of onvoldoende begeleiding te krijgen. Dat zou kunnen blijken uit een opmerking als: (pagina 2) “In financieel opzicht moet deze transitie ook een antwoord geven op de voorgenomen bezuinigingen van het Rijk op de SW-subsidie”.

Ook de houdbaarheid van het idee dat voldoende werknemers bij gewone werkgevers gedetacheerd kunnen worden staat onder druk. Op dezelfde pagina 2 volgt weliswaar de opmerking dat 150 werknemers geplaatst kunnen worden door een nieuwe detacheringsorganisatie, maar hiervan waren er al 100 door BaanStede zelf geplaatst. Op pagina 5 geeft het bestuur in de tekst van het uitvoeringsplan dan ook zelf toe dat “echte uitstroom uit SW landelijk gezien te verwaarlozen is.”

Een ander punt dat in het voortraject door raden ook is genoemd, is de voorziening beschut werk. Hierover staat op pagina 5: “beschut werken moet, in samenwerking met andere organisaties, nog vorm krijgen. Tot daarvoor een degelijk plan voorhanden is en de realisatie daarvan een feit, blijft BaanStede zelf beschutte werkplekken bieden”. Toch wordt ervan uitgegaan dat in 2017 ook het beschut werk opgeheven is, dus op korte termijn verwacht men wel een oplossing!

Op pagina 6 gaat men enigszins in op de kwaliteit van die beschutte werkplekken: “Het aantal beschutte werkplekken binnen BaanStede zal direct worden gekoppeld aan de behoefte”. Dit suggereert dat er ook voldoende begeleiding is. Is dat zo?

Ook de zorg bij detachering blijft vaag. Zijn de jobcoaches nog allen aanwezig, hoe is hun prestatie? Is men daar tevreden over? Klopt het verhaal dat er jobcoaches andere functies hebben gekregen of ontslagen zijn? En dan de opmerking op pagina  9: over begeleid werk. Dat “is onderdeel geweest van de aanbestedingscriteria”. Dat suggereert dat  alle (hoeveel?) bedrijven waarbij is aanbesteed akkoord zijn gegaan met de begeleiding in de vorm die voor de nieuwe werknemers  nodig is. Is dat wel zo?

Pagina 9: Het plan Actiecomité BaanStede is niet verwerkt, wordt gesteld door de raad van Wormerland. Het antwoord, “dat de doelen: behoud en opbreken van de organisatie niet met elkaar te verenigen waren”, is wel zeer simpel.

In het actieplan, opgesteld door een econoom, waarbij bovendien werd gevraagd om onafhankelijk onderzoek, zijn duidelijke kernelementen, zoals inbesteding en, wel degelijk behoud van detachering vanuit de eigen organisatie, naast voldoende begeleiding opgenomen. Bovendien is in het alternatieve plan sprake van een reëel vangnet.

De opmerking op dezelfde pagina dat serieus gesproken is met de opsteller van het plan klopt niet. Immers, er is één keer met de directeur en één keer met de controller gesproken, wat geen resultaat heeft opgeleverd omdat beiden zich niet hoefden te verantwoorden en geen volledige opening van zaken hoefden te geven. De reactie was ‘Ik bereid je er alvast op voor dat we wellicht in globale zin kunnen antwoorden. Officieel heeft het alternatieve plan (nog) geen status en communiceren we met een betrokken en geïnteresseerde burger’. Met het bestuur zelf is niet gesproken, hoewel daar wel om is gevraagd.

Door dit gebrek aan alternatief overleg met een deskundige zijn te weinig mogelijkheden in beeld gekomen. De wethouder financiën van Zaanstad is wel in overleg geweest met de opstellers, maar had blijkbaar niet de mogelijkheden de rigiditeit van de opzet van het transitieplan te doorbreken.

Er zijn in deze rapportage onduidelijkheden over de concrete uitvoering – voorzover die nu gerealiseerd is.

Op pagina 11 meldt de raad van Zeevang:  "Vooralsnog heeft het bestuur een externe projectleider aangesteld die het proces verder moet vormgeven, sturen en begeleiden”. Is dit dezelfde als op pagina 19: “Via een aanbestedingsprocedure is een geschikte partij (een coöperatie onder leiding van Agens b.v.) geselecteerd waarmee een uitvoeringsovereenkomst wordt opgesteld.” Betekent dat dat Agens onderdeel is van een coöperatie? Wie zijn de andere leden dan?

Vervolgens: “De coöperatie is verantwoordelijk voor ziekteverzuimbeleid, eventueel herplaatsen en een vangnet voor de bij hen gedetacheerden. Medewerkers die een begeleid werken-arbeidsovereenkomst hebben en ontslagen worden, komen conform het wettelijk kader weer terug bij Baanstede. Zij worden vervolgens overgedragen aan de coöperatie voor een nieuwe arbeidsplaats.” Dus de coöperatie is een soort arbeidsbureau?

Dan volgen opmerkingen over de positie van de coöperatie. pagina 20: “Aan de OR wordt instemming gevraagd voor de keuze voor de coöperatie met name gericht op de personele en organisatorische gevolgen. De samenwerking zal worden vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst. Op de in het contract overeengekomen indicatoren zoals de hoeveelheid plaatsingen, de wijze waarop het vangnet wordt vormgegeven, de vormgeving en uitvoering van ziekteverzuimbeleid, mensontwikkeling etc. vindt sturing plaats. De bestuurders sturen op basis van de directie- en kwartaalrapportages.”

Het lijkt ons dat vakbondsoverleg hier op zijn plaats is, het gaat immers om mensen en hun arbeidssituatie, op pagina 17 staat dan ook: “Naast het transitieplan en uitvoeringsplan wordt een sociaal plan opgesteld waarin duidelijk wordt op welke wijze de werkgever (GR) de gevolgen voor het personeel wil opvangen.” Het commentaar van de vakbond lijkt ons hier uiteraard essentieel maar wordt als marginaal gezien, vgl. pagina  27: “Medewerkers kunnen voor hun vragen en zorgen terecht bij zowel hun leidinggevende, de afdeling Personeel & Organisatie, als OR-leden en eventueel een vakbond. “

De werknemers lijken nu te worden overgedragen aan andere werkgevers, zonder dat zij zelf nog voldoende invloed kunnen uitoefenen. Zie pagina 21: “Formele afspraken op individueel niveau kunnen echter pas gemaakt worden wanneer het definitieve besluit vaststaat en medewerkers volledig geïnformeerd zijn over hun rechten en verplichtingen in relatie tot de overdracht van taken aan een derde partij. In de desbetreffende adviesaanvraag zal nader worden ingegaan op de wijze waarop continuïteit van werk en productie/dienstverlening wordt geborgd gedurende het proces van overdracht”.

De risico’s die op pagina 31: worden opgesomd, zijn alle door de groep die het alternatieve plan opstelde, genoemd: “veranderend overheidsbeleid, onvoldoende bereidheid van werkgevers met SW-ers te willen werken, lagere detacheringstarieven, beperkingen opgelegd door het aanbestedingsrecht, beleid van sociaal rendement bij gemeenten, veranderende politiek/bestuurlijke verhoudingen in deelnemende gemeenten en het wachtlijstbeleid.”

Niettemin concludeert het bestuur optimistisch:
“We houden bij de uitvoering van het transitieplan permanent rekening met genoemde factoren. Bij een te grote of onverwachte ontwikkeling wordt het transitieplan en/of de planning bijgesteld.”

Wij zijn als actiecomité nog steeds bereid te overleggen met het bestuur om informatie te geven over de inzichten methodes die men zou kunnen gebruiken om de weg terug – en vooruit – te vinden.

Namens het actiecomité BaanStede,

Rob Berkman en Elsa Loosjes

De SP Zaanstreek onderschrijft deze kritiek volkomen. De SP in verschillende afdelingen in de regio is intiatiefnemer geweest van het actiecomité en speelt er nog steeds een rol in. De toekomst van alle werknemers in de sociale werkvoorziening BaanStede gaat de Zaanse SP al jaren aan het hart, zie ons dossier BaanStede.

U bent hier