h

Kapitalisme, dat kan anders

20 januari 2014

Kapitalisme, dat kan anders

Op 18 januari werd in De Moed een symposium over het bovenstaande thema gehouden. Het is de bedoeling dat er meer van dergelijke symposia volgen. De sprekers, Pieter Winsemius, Arjo Klamer, Alexis Tsipras, en Jos de Blok konden vanuit hun eigen achtergrond en ervaring hun visie geven: hoe kunnen burgers meer zeggenschap krijgen over hun eigen omgeving en hun situatie. Na elke spreker was er gelegenheid tot vragen stellen, wat vooral tot gevolg had dat de opvattingen van de sprekers duidelijker uit de verf konden komen.

Door Elsa Loosjes

Na een geestige inleiding van gespreksleider Jan Marijnissen en organisator Arjan Vliegenthart was de eerste spreker Pieter Winsemius, oud-minister voor volkshuisvesting ruimtelijke ordening en lid van de VVD. Maar wel een uit de periode waarin men binnen die partij nuchterder dacht dan nu. Men kan ook stellen dat de ware nuchterheid met de jaren gekomen is, zoals bij vele oud-bestuurders. Winsemius pleit, en dat deed hij ook in Zaanstad onlangs, voor meer burgerbetrokkenheid. Burgers zijn degenen die het best doorhebben wat er speelt in hun omgeving, hun buurt. Eigenlijk moet je het niet hebben over wijken, want wijken zijn het product van een gemeentelijke indeling, terwijl buurten verschillende groottes kunnen hebben. Pakweg gaat het, wat afmetingen betreft, om het buurtje van mensen die op rollatorafstand van elkaar wonen tot een grotere wijk van mensen die elkaar meestal minder goed kennen. In de ene buurt zal men veel meer sociale controle hebben dan in de andere. De overheid zou veel meer rekening moeten houden met wat er in de verschillende buurten speelt. Zo voorkomt men dat er inefficiënte en zelfs negatieve maatregelen van bovenaf worden opgelegd. Belangrijk is daarbij dat er een goed contact is met de zogenaamde ‘verbinders’, bijvoorbeeld conciërges, huismeesters, leraren, verzorgers. De overheid maakt op dit moment vaak de fout om te bezuinigen op deze ‘verbinders’, waarbij dan ook nog financiële kortetermijnpolitiek een rol speelt.

Maatschappelijke participatie wordt nu binnen de WMO-sfeer ‘geregeld’, in plaats van dat men afgaat op wat er werkelijk speelt – en wat je kunt horen in de onderwerpen waarover wordt gesproken in de intimiteit van de vier K’s: kerk, kroeg, kantine en kapper. Vaak staat een overheid te weinig open voor wat er werkelijk speelt, en beantwoordt bijvoorbeeld brieven niet, en dat veroorzaakt een afstand tot de burger die het vervolgens heeft over ‘wij’ en ‘zij’.

Hierna, als tweede spreker,  vertelde Jos de Blok hoe hij in de praktijk zijn bekende Buurtzorg-organisatie oprichtte en hoe deze in de praktijk werkt. Deze organisatie gaat uit van de professionaliteit van de werkvloer. Dat houdt dus in dat die werkvloer zelf bepaalt wat er moet gebeuren en wie daarvoor moet worden ingeschakeld. Behalve een niet omvangrijk secretariaat is er wel een zeer beperkte hoeveelheid ‘overhead’ in het bedrijf. Veel papierwerk wordt er door de organisatie als overbodig gezien, waarnaar trouwens door de buitenwereld, door bijvoorbeeld instellingen als het CIZ wel wordt gevraagd. Maar de cliënten en de medewerkers zijn uiterst tevreden. De organisatie won prijzen, draait netto winst – die weer bij de medewerkers in de vorm van wat extraatjes terecht komt, en is zeer sympathiek, al was het maar doordat opgelegde zorgstructuren en het daarbij passend jargon worden gemeden. In hoeverre dit voorbeeld door andere organisaties, bijvoorbeeld in sectoren als het onderwijs zal worden gevolgd, en, anderzijds,  in hoeverre er strubbelingen zullen ontstaan, als subsidiegevers formele eisen gaan stellen, moeten we afwachten.

De derde spreker, Alexis Tsipras, is de leider van de grootste linkse oppositiepartij in Griekenland. Wie het nieuws volgt, weet dat over hem de laatste tijd nogal wat fiolen van bitterheid zijn uitgestort door zijn tegenstanders, zowel binnen Europa als binnen zijn eigen land. Hij is dan ook controversieel: faliekant tegen de strenge aanpak van Europa en het IMF. Het gaat dan ook onder het Europees regime in Griekenland hard bergafwaarts met de gewone Grieken, waarvan dertig procent inmiddels onder de armoedegrens leeft. Die armoede maakt echter niet dat de Grieken massaal in opstand komen – de meesten kruipen in hun schulp en een ander effect van de neerwaartse spiraal is de opkomst van extreem rechts. Kwijtschelding van schulden zou een oplossing zijn, zoals Duitsland van na de Tweede Wereldoorlog dat kreeg, en dat land had toch heel wat meer op zijn kerfstok, dan de luiheid die de Grieken verweten wordt, zegt Tsipras. Hij hoopt op een grote verkiezingswinst en ziet het uittreden uit de Euro niet als een bedreiging maar als een oplossing, en zelfs als het begin van een sneeuwbaleffect in het Europese zuiden, waar Angela Merkel van schrikken zal. Tsipras zegt in staat te zijn links als één man achter zich te krijgen, want een prestatie moet zijn geweest. In hoeverre hij zich een toekomstideaal voor ogen stelt, een echt socialistische maatschappij? Hij was er wat vaag over, het is een hele verre stap, de zoveelste in een reeks.

De laatste spreker was de cultuur-econoom Arjo Klamer van de Erasmus Universiteit Rotterdam, die we kennen als iemand die van mening is dat culturele instellingen niet te zeer afhankelijk moeten worden gemaakt van subsidie – hij ziet cultuur als een centrale maatschappelijke waarde, terwijl onze neoliberale maatschappij zich teveel baseert op financiële waarden. Ook in sommige ongelijke samenlevingen ziet men de culturele waarden als constante. Hij noemde het voorbeeld ven Chili.

Geld komt en gaat en verdampt, en de Europese prioriteit, de euro, die met zoveel moeite in de lucht gehouden wordt, zou eigenlijk alleen goed kunnen functioneren binnen een sterke politieke unie, een sterke samenleving. De kwaliteit van de samenleving wordt niet bepaald door het bruto nationaal product, zegt Klamer.

Je zou hierop kunnen zeggen, dat het natuurlijk waar is dat geluk niet zo te koop is, maar dat geld wonderen doet, vooral als het een hoop is… maar inderdaad, interessant is dan een door Klamer vertelde persoonlijke ervaring: hij was onlangs verhuisd naar Hilversum waar hij in een wijk kwam te wonen waar veel bemiddelde mensen wonen die ervan uitgingen dat hun goede financiële omstandigheden het product waren van hun eigen verstandige aanpak, hun werkkracht en hun opleiding, zonder zich te realiseren dat heel veel van dit soort verworvenheden op toeval berusten: toevallig terecht komen in een land en bij ouders waar geld is om studies te bekostigen, waarna men voor een goede baan in de prijzen valt.

Te veel, zegt Klamer, worden politieke keuzes ook nog gezien als iets dat gebaseerd hoort te zijn op eigenbelang, maar politiek zou altijd gebaseerd moeten zijn op een brede maatschappelijke visie. Klamer werd dus SP-lid.

U bent hier