Arbeid is de bron van alle rijkdom
Arbeid is de bron van alle rijkdom
Negentiende-eeuwse economen vonden dat arbeid de bron is van alle rijkdom. Een van de bekendste is Karl Marx. Die schreef al op een van de eerste bladzijden van zijn lijvige studie naar het kapitalisme dat economische waren 'voortbrengselen van arbeid' zijn en dat geldt ook voor kapitaalgoederen. Het kapitaal is zo beschouwd gestolde of dode arbeid die zijn eigen waarde (product van arbeid) overbrengt op consumptiegoederen. De boodschap is duidelijk. Om te produceren heb je arbeid (hand- en hoofdarbeid en ondernemersarbeid) en kapitaal (product van vroegere arbeid) nodig om grondstoffen te bewerken. Alle rijkdom is terug te voeren op grond en arbeid. Veel moderne sociaal-wetenschappers en economen denken hier anders over. Of ze gelijk hebben?
Door Sjaak van der Velden, historicus en SP'er van het eerste uur
Het boek van Marx uit 1867 gaf antwoord op de middeleeuwse vraag: 'Doe Adam spittede ende Eva span. Wie was doe een Edelman'? Maar Marx stond niet alleen. Zo schreef de Nederlandse econoom, bankier en liberaal politicus Pierson in 1884 dat het kapitaal bestaat uit 'voortbrengselen'. Later schreef hij dat kapitaal een 'vrucht van menschelijken arbeid' is. Ze vonden dat economische productie het resultaat is van een interactie tussen Grond en Arbeid waarbij een deel van het product opzij werd gezet als kapitaal (geld, machines, gebouwen, enz.).
- Zie ook:
- Opinie
- Socialisme