h

Maatwerk, geen koude sanering in WMO en Jeugdzorg

26 september 2014

Maatwerk, geen koude sanering in WMO en Jeugdzorg

Sonja van ElmptDe verordeningen die we vandaag moeten vaststellen leggen vast hoe de gemeente Zaanstad om gaat met de nieuwe taken in de jeugdzorg en de Wmo die vanaf januari volgend jaar onze verantwoordelijk zijn. Een belangrijke mijlpaal dus in de hele decentralisaties. De SP is van mening dat laagdrempelig toegang tot de zorg dicht bij de mensen in de wijk en door professionele hulpverleners geïndiceerd een goede ontwikkeling is. Zowel voor de jeugdzorg als bij de WMO-voorzieningen.

Bijdrage van raadslid Sonja van Elmpt in de raadsvergadering van 25 september 2014 over de verordeningen WMO en Jeugdzorg

De centrale indicatieorganen die op grote afstand van de mensen telefonisch moesten beoordelen wat er nodig was, of de logge bureaus jeugdzorg waar door verregaande bureaucratie de kinderen bijna niet meer werden gezien behoren daarmee tot het verleden.
Echter, het is jammer dat er meteen weer een bezuinigingsopgave aan vastzit. Alle deskundigen zijn het erover eens. Mogelijke bezuinigingen kunnen waarschijnlijk pas na een aantal jaren worden verwezenlijkt. Omdat de nieuwe werkwijze waarschijnlijk eerder een toename van vragen zal opleveren omdat de toegankelijkheid beter wordt en omdat een reorganisatie sowieso altijd geld kost.

De SP heeft gepleit voor een zachte landing van de transities door voldoende geld te reserveren om de klappen op te kunnen vangen en in verschillende gemeentes is behoorlijk veel geld hiervoor opzij gezet. In Zaanstad is dat niet gebeurd en daarom zullen we daar bij de begrotingsbehandeling op terug komen.

In ieder geval moet het geld dat we krijgen van het rijk ook helemaal besteed worden aan het sociale domein daar hebben wij motie 57 voorgemaakt samen met GroenLinks en ROSA.

Een ander puntje is de onzekerheden van mensen in de (jeugd)zorg. Waardevolle mensen die met hart en ziel aan het werk zijn dreigen door onzekere werkgevers te worden ontslagen of worden ontslagen als hun werkgever het werk niet krijgt. De motie van werk naar werk moet daarin voorzien.

Verder zijn er nog wel wat onderdelen in de verordeningen waar we niet gelukkig mee zijn.
De rechtspositie van de cliënten (ik noem het maar zo) is behoorlijk verslechterd. Die was bij de start van de WMO al minder geworden door een verzekerd recht te vervangen door een compensatieplicht van de gemeente. In de nieuwe wetgeving is zelfs dat vervallen. De gemeente moet alleen nog maatwerkvoorzieningen bieden ter ondersteuningscomité van de zelfredzaamheid en participatie, beschermd wonen en opvang. En dat maatwerk wordt na een keukentafelgesprek bedacht.

Maar wat nu als zo'n gesprek niet zo goed gelopen is, wanneer iemand niet zo goed heeft kunnen verwoorden wat er aan de hand is, de hulpverlener niet zo goed geluisterd heeft of het simpelweg niet klikte? Op welke grond kun je dan nog bezwaar aantekenen?
In de verordening jeugdhulp is de mogelijkheid van een second opinion opgenomen, daar willen we aan toevoegen dat er opnieuw een gesprek plaats moet vinden.

In de WMO-verordening is die mogelijkheid er niet. Mensen moeten direct de toch relatief zware klachtenprocedures volgend. Wij willen dat voorkomen door ook hier de mogelijkheid van een second opinion in te bouwen wanneer iemand niet tevreden is over het gesprek. Met de uitkomst van deze second opinion hebben mensen ook iets in handen om eventueel bezwaar te kunnen maken. Er moet immers een reden zijn voor bezwaar en een slecht verlopen gesprek alleen is lastig als reden op te voeren omdat dat een subjectieve reden is.

Vervolgens hebben we ook een motie gemaakt waarin we aandringen op een overzichtelijke eenduidige klachtenregeling voor de wijkteams graag begin volgend jaar naar de raad. Volgens ons is de verordening te mager als het gaat om clientenparticipatie, inspraak en medezeggenschap. Het is van groot belang dat dit goed wordt uitgewerkt. Motie 61 vraagt om een uitgewerkt beleid hierop.

Een ander puntje is de mogelijkheid van de raad om zijn controlerende taak goed te kunnen uitvoeren. In de verordeningen staat benoemd welke onderdelen straks de bevoegdheid van het college zijn. Voor ons zijn dat er te veel. Bij een aantal punten hebben wij middels een amendement aangegeven over welke onderdelen wij een zienswijze van de raad gevraagd willen opnemen. Met deze amendementen willen we de komende tijd kunnen volgen wat er gebeurd. Ik ga ervan uit dat de meerderheid van de rad dit moet kunnen ondersteunen. Niet alleen is het de taak van de raad het college goed te controleren. Wij zijn ook volksvertegenwoordigers die zullen worden aangesproken op onze verantwoordelijkheid en dan moeten we toch weten waar het over gaat.

Ook kan de kwaliteit van van de zorg onder druk komen te staan door de bezuinigingen vanuit het rijk. Daarom vragen we in motie 59 om een voorstel voor de wijze van monitoring, evaluatie en kwaliteitsbewaking begin volgend jaar aan de raad voor te leggen. Verder maken we ons zorgen over privacy, dit is nog niet goed uitgewerkt dus ook daarover zijn samen met ander partijen amendementen over ingediend.

En dan de dagbesteding. Voor een grote groep mensen is het nu volkomen onduidelijk of en op welke wijze er volgend jaar nog wel een vorm van dagbesteding is. Deze nieuwe taak van de gemeente is een grote verantwoordelijkheid. Omdat de groep mensen waar het over gaat zo divers is, van mensen met een beperking tot ouderen met alzheimer, is het moeilijk in te schatten hoe de regeling voor hen zal uitpakken. Daarom onze motie die de dagbesteding voor deze mensen moet garanderen.

Nu nog de mantelzorgers, de moties van de ChristenUnie zullen we van harte ondersteunen maar er is meer nodig. Door de Mantelzorgondersteuning onder te brengen bij de sociale wijkteams raakt de kennis versnipperd. Er wordt landelijk heel veel ontwikkeld op dit gebied en nu moet elk team dat zelf gaan volgen en bijhouden. Wij zijn bang dat daardoor essentiële kennis verloren zal gaan.

Onze motie over het mantelzorgkenniscentrum kan een bijdrage leveren aan het bundelen en delen van kennis en het verder ontwikkelen van expertise.

En dan laatst but not least de huishoudelijke zorg. De bezuinigingen van 40 % op de huishoudelijke zorg is voor ons onverteerbaar. Door hierbij de zogenaamde enkelvoudige huishoudelijke zorg te schrappen ontschat je het belang hiervan voor de hele keten in de zorg.

Ik geef een voorbeeldje. Echtpaar man dementerend vorm parkinsonpatient nog geen enkele zorg nodig redden het net, alleen het zware werk wordt te veel. Kinderen en vrienden doen alles wat ze kunnen, maar dat blijft liggen. Wanneer hier een keer per veertien dagen een huishoudelijke hulp de zware klussen komt doen, levert dit mevrouw zoveel energie op dat ze de zorg voor har man weer aan kan. Wat willen we nou?

Laten we van de enkelvoudige huishoudelijke zorg niet zomaar 40 % afhalen! maar het mogelijk blijven maken dat ook wanneer er verder niets anders nodig is dit toch kan worden geleverd. Dat is pas maatwerk!

U bent hier