h

Sociale strijd bij munitiefabriek de Hembrug gedurende de Eerste Wereldoorlog

19 februari 2015

Sociale strijd bij munitiefabriek de Hembrug gedurende de Eerste Wereldoorlog

De grootste staking in Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog vond plaats bij een munitiebedrijf. Het Staatsbedrijf der Artillerie-Inrichting, gevestigd bij de Hembrug over het Noordzeekanaal nabij Amsterdam was van essentieel belang voor Nederland dat de neutraliteit gewapenderhand wenste te verdedigen. Meerdere malen werd er gestaakt bij de Hembrug in Zaandam en diverse revolutionair-socialistische organisaties waren hierbij betrokken.

Socialistisch historicus Ron Blom deed onderzoek naar arbeidersstrijd in Nederland, onder andere in de Zaanstreek tijdens de Eerste Wereldoorlog, en daarover publiceerde hij en gaf in februari 2015 een lezing voor de SP Zaanstreek

Bovendien waren er contacten met de anarchistische Soldaten- en Arbeidersraad in Amsterdam, die een bescheiden maar toch opvallende rol speelde bij de zogeheten rode week in november 1918. Ook de sociaaldemocraten die tijdens de Eerste Wereldoorlog de politiek van de godsvrede aanhingen - de klassenstrijd werd tijdelijk opgeschort - lieten zich bij de sociale strijd in de munitiefabriek niet onbetuigd.

De Hembrug produceerde munitie en wapens voor het leger en ressorteerde daarom onder het ministerie van Oorlog. Gedurende de periode van 1914 tot 1918 nam de productie sterk toe en bovendien steeg het aantal personeelsleden tot ongekende hoogte. Eind 1914 waren er 1.578 man in dienst. In 1915 liep dit op tot 3.285 man. Het bedrijf had vast personeel in dienst. Daarnaast werkten er losse arbeiders, de zogenaamde 'losse flodders'. Dit waren vaak voormalige werklozen, maar ook gedetineerden en Belgen die hun vaderland ontvlucht waren. Verder waren er dienstplichtigen betrokken bij de productie. In 1915 waren 615 man te werk gesteld die vrijstelling hadden gekregen om aan de Hembrug en op de tijdelijk in gebruik genomen terreinen van de Marinewerf te Amsterdam te gaan werken. De leiding was in handen van beroepsmilitairen, waardoor de organisatie een sterk hiƫrarchisch karakter kende.

U bent hier