h

Alternatieven voor Rutte

15 november 2016

Alternatieven voor Rutte

Het kabinet zit goed fout; Rutte en Samsom zijn erin geslaagd een hoop onzin te verkopen. Hun beleid is samen te vatten als: een bak ellende. Een deprimerend verhaal. Des te meer als je weet dat het onnodig was. Het frame van het kabinet is: er was crisis, aan iedereen zijn offers gevraagd, maar dankzij het kabinet is er weer herstel. Dat is bullshit. De crisis is ons niet zomaar overkomen. We hebben al decennia neoliberaal beleid, in Europa en daarbuiten. PvdA en VVD zijn daar zelf verantwoordelijk voor. Bij Paars begon het: de privatisering, de financialisering, de Europese monetaire unie, het Stabiliteitspact.

Betoog op de Partrijraad van de SP op 24 september 2016 door van Bastiaan van Apeldoorn, universitair docent Interenationale Betrekkiingen en Eerste Kamerlid SP

Maar dit is meteen ook reden tot optimisme. Als het aan het beleid ligt, dan wordt het met ander beleid dus ook beter. We hebben nu dertig jaar neoliberalisme gehad: dertig jaar van scheefgroei. Onze economie is in onbalans geraakt. Er is een uit het lood geslagen verhouding tussen de financiële sector en reële economie; de economie raakt steeds meer gebaseerd op schuld. De reële economie lijdt daaronder. Het leidt tot grotere ongelijkheid en instabiliteit. Ook uit het lood: de verhouding tussen de publieke en de private sector. In de afgelopen decennia is op te veel gebieden marktwerking ingevoerd.

Er is ook scheefgroei als je kijkt naar de verhouding arbeid en kapitaal. Het kapitaal heeft gewonnen, werknemers hebben verloren. We zien een neoliberale herverdeling van arm naar rijk, van arbeider naar kapitaal. Wereldwijd blijven de lonen achter bij de winsten. Topinkomens en inkomen uit kapitaal zijn blijven stijgen. De arbeidsinkomensquote – het aandeel van de factor arbeid in het nationaal inkomen – is sinds de jaren tachtig gedaald, met name sinds het Akkoord van Wassenaar waar loonmatiging werd afgesproken.

Uit een recent verschenen McKinsey-rapport blijkt dat in alle rijke landen ongeveer twee derde van de huishoudinkomens is gestagneerd; dus gelijk gebleven of erop achteruitgegaan. In Nederland is het nog erger. De gevolgen van de bezuinigingen zijn daar bovenop gekomen. Nederland heeft het slechter gedaan dan omringende landen. Onder Rutte en Asscher is de financialisering niet aangepakt en ook de private schuldenberg niet. We maken ons druk over de overheidsschuld, terwijl juist de private schuld de groei remt. Verdere afbraak van de publieke sector, verdere flexibilisering van de arbeidsmarkt. Er is enorm bezuinigd: 50 miljard. Nederland is een van de weinige OESO-landen waar de publieke investeringen sinds 2008 zijn afgenomen.

Misschien ken je de term 'Tweederde-samenleving', het idee dat het in samenlevingen er vaak op uitdraait dat een derde achterblijft bij de rest. Maar deze 'een derde' is nu twee derde geworden. Tussen 2005 en 2014 zijn de besteedbare inkomens van zestig tot zeventig procent van de bevolking erop achteruitgegaan. De reden is dat we in Nederland geobsedeerd zijn door export. Om concurrerend te zijn 'moeten' de lonen gematigd worden. En nu, op dit moment, stijgt de koopkracht weer licht. Maar vooral aan de bovenkant. De ongelijkheid is dus wel degelijk toegenomen.

Rutte zegt daarop: ja, dat is de markt. Dank je de koekoek. Het is aan de overheid om het ongelijkheid producerende kapitalisme te remmen. Dat hebben ze dus zélf nagelaten. Ze hebben een financieel-economisch beleid van verarming en verschraling gevoerd. We hebben een hoge prijs betaald door dom, procyclisch begrotingsbeleid met een bezuinigingsfetisj. Ook GroenLinks heeft daaraan meegewerkt. Nu klagen ze over de toenemende ongelijkheid. Zelfs de hoofdeconoom van ING, Marieke Blom, zegt: niet snoeien als de economie krimpt. Voor haar is dat 'wijsheid achteraf', terwijl ik dit Roemer al jaren hoor zeggen. Bovendien weten we dit al sinds Keynes. Nederland heeft van de ons omringende landen het hardst bezuinigd en het herstel heeft het langst geduurd. Er zijn 365.000 extra banen verloren door bezuinigingen.

Hoe kunnen wij het anders doen? Wat willen mensen? Eén: fatsoenlijk werk, dus geen onzekere flexbaantjes. Twee: fatsoenlijk en zeker inkomen. Drie: fatsoenlijk en betaalbaar wonen. Vier: toegankelijke zorg, onderwijs, publieke dienstverlening. En vijf: een duurzame, veilige leefomgeving. Dus wat moeten we doen? Ten eerste: investeren in een sociale economie. We trekken de scheefgroei tussen loon en winst recht. Sociaal minimum en lonen moeten omhoog. Wij willen een flinke loongolf! We beginnen een offensief tegen ongelijkheid: miljonairsbelasting en een echt progressief belastingstelsel. En we breken met het bezuinigingsdogma. Weg met het Stabiliteitspact, zodat er ruimte komt voor investeringen. Ten tweede: investeren in duurzame groei, banen en een sterke publieke sector. We investeren in de kwaliteit van de samenleving: in zorg, onderwijs, sociale woningbouw, openbaar vervoer, duurzame energie, MKB en innovatiebeleid.

Kunnen we dat betalen? Ik zeg: CPB weg ermee, maar zolang het er is, hebben we het ermee te doen. Dus doorrekenen onze plannen. Hoe we het dan betalen? Allereerst herverdeling. We gaan de vermogens van de rijksten belasten en vragen een eerlijke bijdrage van banken en grootbedrijf. En zero tolerance voor belastingontwijking door multinationals en miljonairs. Wat ook geld oplevert: afschaffing van de marktwerking. Ik pleit voor een prudent begrotingsbeleid. Gebruik de budgettaire ruimte die er is. Je kunt het begrotingstekort best laten oplopen. De overheid kan op dit moment gratis geld lenen. Dat rendeert al heel snel. Kortom: wat de meeste Nederlanders willen, is mogelijk.

Na het verhaal van Bastiaan van Apeldoorn waren er vragen uit de zaal, onder meer over het monopolie van het CPB, arbeidstijdverkorting, pensioengelden, het begrotingstekort, flexibilisering, schulden en bezittingen en het organiseren van ideologische tegenmacht.

Meer lezen?

U bent hier