Zaanstreek

Donderdag 4 diende de SP samen met andere partijen een motie in die opriep om als gemeente meer grip te krijgen op het armoedebeleid en ander beleid uit het programma Werk en Inkomen. De SP heeft al langer het idee dat dit niet echt grip heeft op haar eigen beleid, terwijl; het om beleid gaat voor kwetsbare groepen in een tijd van crisis. De motie werd aangenomen!

Inleiding

In het regeringsbeleid worden veel taken overgeheveld naar de gemeente, die geacht wordt ze met minder geld uit t kunnen voeren. Dit geldt met name voor het sociale domein en daarbinnen onder andere op het terrein van werk en inkomen. Het beleidsveld ‘werk en inkomen’ heeft direct invloed op de levens van een flink gedeelte van de inwoners van Zaanstad, inclusief hun kinderen (zo’n 10%). Toenemende werkloosheid en groei van het aantal mensen met schulden of bijstandsuitkeringen maken dat steeds meer mensen te maken krijgen met dit gemeentelijke beleid, waarvoor minder geld beschikbaar is. Het college en de afdeling Werk en Inkomen zijn al geruime tijd bezig met het zoeken naar en uitproberen van nieuw beleid om deze situatie het hoofd te bieden.

De decentralisaties en de toenemende werkloosheid en armoede maken de gemeenteraad, als hoogste politiek orgaan van de gemeente, extra verantwoordelijk voor het te voeren beleid – dat zoveel mensen direct treft - en voor de controle op de uitvoering daarvan. Toch heeft de gemeenteraad tot nu toe geen inzicht in de aard en de omvang van de problematiek. Een samenhangend beleidsstuk op dit gebied heeft tot nu toe ontbroken. Evenmin zijn er duidelijke beleidsdoelen geformuleerd, op grond waarvan de raad het gevoerde beleid kan controleren. De raad heeft kortom niet voldoende grip op dit terrein.

Overwegende dat:
• Verordeningen dienen voor te vloeien uit een door de raad goed gekeurd beleid
• Dit beleid dient te worden vastgesteld en gecontroleerd door de gemeenteraad
• De gemeenteraad tot op heden nog geen beleidsnota Werk en inkomen heeft ontvangen ter vaststelling

Draagt het college op om op korte termijn een samenhangend beleidsstuk Werk en Inkomen ter goedkeuring aan de raad te presenteren, waarin in ieder geval opgenomen zijn:
• Een (jaarlijks uit te voeren) armoedemonitor, naar het format van de eerste armoedemonitor, zodat die als nulmeting kan gelden, de effectiviteit van verschillende regelingen zichtbaar wordt en zicht ontstaat op ontwikkelingen in de tijd.
• Een analyse van het armoedeprobleem in de gemeente, in ieder geval inhoudende definities van de gehanteerde begrippen, een perspectief op de toekomst en SMART geformuleerde doelstellingen
• Een analyse van de (onderkant van de) arbeidsmarkt, de ontwikkelingen op dat gebied en de gevolgen voor het gemeentelijk re-integratie- of arbeidsinschakelingsbeleid, waaronder de werkgeversbenadering, de prioriteiten, de financiering en de 5% regeling. Eveneens met zoveel mogelijk SMART geformuleerde doelstellingen
het handhavingsbeleid (prioriteiten, instrumenten, financiering, effecten)
• De rol van en de samenwerking met particuliere initiatieven zoals de voedselbank, diaconieën enz.