Eindelijk rust en samenwerking voor Sociale Wijkteams?
Eindelijk rust en samenwerking voor Sociale Wijkteams?
Bijdrage van fractievoorzitter Patrick Zoomermeijer in het Zaans Beraad van 16 november 2017
Ook positief is dat de gemeente in dit voorstel voor de Doorontwikkeling van de Sociale Wijkteams en de Jeugdteams is afgestapt van het idee dat alle teamleden generalisten moeten zijn. De intaker moet natuurlijk nog wel een breed georiënteerde medewerker zijn, maar verwijst door naar specialistische collega’s. Ook goed is dat er budget vrij gemaakt gaat worden voor echt opbouwwerk - iets waar de SP al jaren voor pleit - en dat er een (begin van een) profielschets van een opbouwwerker beschreven wordt. Opbouwwerk, of hoe je het ook verder noemt, is hoe je de ‘kracht’ in de wijk organiseert. Dat komt meestal namelijk niet vanzelf, en zeker in bepaalde wijken moet stevig waren geïnvesteerd in opbouwwerk om de sociale samenhang en het door de bewoners organiseren van initiatieven te vergroten.
Maar we zien ook een probleem. Want zoals de SP ook al jaren aangaf, de caseload voor veel SWT’s - de individuele hulpvragen - is erg hoog. Zo hoog dat de SWT-leden vaak aan niets anders meer toe komen en dus minder de wijk in gaan dan ze soms zelf willen. Dat wordt nu ook eerlijk en open in dit stuk aangegeven. Maar als daar iets aan moet gebeuren, vooral in kwetsbare wijken zoals bijvoorbeeld (maar niet uitsluitend!) Poelenburg, moeten de SWT’s worden uitgebreid of meer uren of ondersteuning van de gemeente kijken. Dan moet er geld bij, wat volgend jaar tijdens de begroting geregeld zal moeten worden.
Want nu al heeft men geen mankracht en middelen genoeg om de (meestal individuele hulpvragen) te behandelen. Als dan het wijkgericht werken (dus opbouwwerk) ook binnen het budget uitgevoerd moet worden lukt dat natuurlijk niet.
Wij denken dat dit en het volgende college deze zorg vast delen en daarnaar zal handelen.
Maar we zouden de SP niet zijn als we niet ook een eigen verbeteren zouden aandragen. De SP blijft pleiten voor écht jongerenwerk, niet om jongeren die dreigen ‘te onsporen’ of radicaliseren op te vangen, niet om jongeren als een ‘probleem’ te zien. Maar jongerenwerk dat kansen biedt voor álle jongeren de wat van hun leven willen maken. Niet alleen direct na schooltijd als jonge tieners, maar om álle jongeren zich te laten ontwikkelen tot betrokken en kritische burgers. Jongerenwerk als opbouwwerk, investeren in de volgende generatie in de wijk. Daar moeten jongerenwerkers het vertrouwen van de jongeren winnen en die zelfde jongere moet hem daar trouwens niet tegen komen in de rol van handhaver. De rollen van opbouwwerker en handhaver moet je scheiden om verwarring te voorkomen en effectief te zijn in beide rollen.
Dus ja, als er jongerenoverlast is en dit de wijkgrenzen oversteekt, dan pak je dit uiteraard stedelijk aan. Maar jongerenwerk in elke wijk, met vaste jongerenwerkers die bekend zijn onder de lokale jongeren blijft daarnaast ook nodig.