h

SP vraagt aandacht voor menselijker uitvoering Participatiewet

10 januari 2018

SP vraagt aandacht voor menselijker uitvoering Participatiewet

Evert Hartog
De hulpdienst van de SP wordt met regelmaat geconfronteerd met mensen die vastlopen door de wijze waarop de gemeente Zaanstad de participatiewet uitvoert. In april 2015 heeft de SP het initiatief genomen voor een motie om geen maatregel op te leggen als de bijstandsgerechtigden of de kinderen van bijstandsgerechtigden in een perspectiefloze situatie terechtkomen door de maatregel. De motie is met een ruime meerderheid aangenomen.

Bij de SP hebben geconstateerd dat de strekking van de motie is verwerkt in de participatieverordening. Dat is prima gedaan. Knelpunt zit hem echter nog steeds in de uitvoering van het beleid.

Onze hulpdienst is geconfronteerd met mensen die 20% gekort werden op hun uitkering omdat ze lage woonlasten hebben, bijvoorbeeld omdat ze in een anti kraak pand wonen van Camelot. Deze maatregel komt voort uit een beleidsregel die dat mogelijk maakt. Die beleidsregels zijn niet door de raad vastgesteld maar door het college en op enig moment ter informatie doorgestuurd naar de raad. In de praktijk was nagenoeg niemand in de raad van deze beleidsregels op de hoogte. Ook in andere steden (ik heb navraag gedaan bij mijn Amsterdamse collega’s) doet zich het voor dat die beleidsregels wel zijn ingevoerd maar dat de raad daar niet van op de hoogte is.

Ter illustratie enige casuïstiek (voorbeelen).

  • Een bijstandsgerechtigde die tijdelijk tegen onkostenvergoeding in een monumentaal pand mocht wonen, om dat pand te beschermen voor verder verval, een pand dat slecht geïsoleerd was en daardoor met hoge stookkosten warm gehouden moest worden, is met 20 % gekort op de uitkering, waardoor de financiële positie van deze persoon verslechterde. Na tussenkomst van de SP werd de korting teruggedraaid.
  • Een bijstandsgerechtigde die in een anti kraakpand van Camelot woonde en daar een vergoeding voor moest betalen die iets lager was dan reguliere huur, werd gekort op de uitkering. Na tussenkomst van de SP is de korting teruggedraaid.
  • Een mevrouw met kinderen die de Nederlandse taal slecht machtig is, had niet duidelijk aangegeven dat haar vakantie iets langer zou duren. Ze kreeg een 100 % boete en is niet meer uit de financiële ellende gekomen.
  • Een bijstandsgerechtigde werd verdacht van samenwonen, is hinderlijk gestalkt door de gemeente en is zonder overtuigend bewijs gekort op de uitkering.

Uit deze voorbeelden blijken twee zaken:

De Gemeente heeft onterechte kortingen toegepast op mensen met lage woonlasten. De twee keer dat de SP heeft ingegrepen is de maatregel teruggedraaid, maar deze maatregel wordt jaarlijks tientallen keren uitgevoerd. Mensen die geen hulp vragen en geen bezwaar aantekenen zijn de klos, bij mensen die wel assertief zijn en bezwaar aantekenen blijkt dat de maatregel onterecht is. Hier ontstaat een vorm van ongewenste ongelijkheid ten gevolge van onjuist beleid.

Onze motie over niet opleggen van maatregel als de bijstandsgerechtigde in een perspectiefloze situatie komt, zit kennelijk nog onvoldoende tussen de oren bij de uitvoerende organisatie, waardoor er in strijd met de motie wordt gehandeld.


Commentaar op casuïstiek (voorbeelden) 1 en 2:

De beleidsregel voor kortingen op de uitkering bij lage woonlasten heeft als effect dat er ongeveer 10.000 euro per jaar wordt bespaart op de uitgaven voor de bijstand. De werklast wordt echter groter, want de regel moet worden gehandhaafd en de bezwaren moeten worden behandeld. De ambtelijke activiteit die hierdoor wordt veroorzaakt kost minimaal evenveel als de opbrengt. Deze maatregel is zinloos als bezuinigingsmaatregel, er moet dus een andere reden zijn voor het opleggen van die korting. Wat de SP betreft is deze beleidsregel ook niet rechtvaardig, want het ontmoedigd mensen om via eigen initiatief hun situatie te verbeteren door de vaste woonlasten te verlagen, want het wordt toch weer bestraft. Het is wat ons betreft een contraproductieve regel die beter afgeschaft zou kunnen worden.

Commentaar op casuïstiek 3 en 4:

Bij 3 waren er kinderen in het spel, er werd specifiek gevraagd in onze motie om geen maatregel op te leggen als er schadelijke gevolgen zijn voor kinderen in het huishouden. Wij vinden dat een ernstige misstand die niet meer voor mag komen. Bij 4 was er geen sluitend bewijs. Als mensen een LAT relatie hebben is het nagenoeg onmogelijk na te gaan wat het verschil tussen samenwonen is en apart wonen. Wat ons betreft mag er niet gekort worden zolang de bijstandsgerechtigde alleen of alleen met minderjarige kinderen in een huis woont, ook niet (nooit wat ons betreft) als die bijstandsgerechtigde een relatie heeft met iemand die ook een eigen adres heeft in Nederland. Procedures aanhouden om mensen met een uitkering te achtervolgen om te “bewijzen” dat iemand samenwoont leiden tot een politiestaat voor mensen met uitkeringen. Wat ons betreft gaat dat veel te ver. Ook bijstandsgerechtigden wonen in een vrij land, al zijn zij afhankelijk van de overheid.

Wat vraagt de SP

  • Verwijder de beleidsregel over korten vanwege lage woonlasten.
  • Implementeer de motie beter, zorg ervoor dat hij bij de uitvoerende organisatie op het netvlies staat.
  • Waak ervoor dat we bij handhaving participatiewet niet vervallen in maatregelen, zoals stalking en korten op de uitkering bij vermoeden van samenwonen. Das leben der anderen is uiteraard buitengewoon boeiend, maar de gemeente moet zijn plaats weten! Bijstandsgerechtigden hebben net als anderen recht op privacy, ook voor hen zijn wij een vrij land!
  • Wij horen graag de mening van de andere partijen en de wethouder.

Meer lezen?

U bent hier