h

SP in Noord-Holland bespreekt 'bedrijvenwerk 2.0'

10 november 2012

SP in Noord-Holland bespreekt 'bedrijvenwerk 2.0'

De SP in Velsen schreef een tekst die als opstap kan dienen voor activistisch bedrijvenwerk door socialisten. Het wordt bediscussieerd door diverse SP'ers en vakbondskaderleden in oa. IJmond, Haarlem en de Zaanstreek.

Democratisering van de economie

Al enkele jaren heerst in de afdeling de overtuiging dat we als politieke partij meer (moeten) zijn dan een kiesvereniging, dat we onder de mensen moeten zijn en met en naast hen veranderingen en verbeteringen in georganiseerd verband moeten afdwingen. In de overtuiging dat onze toekomst ligt in een verdergaande democratisering van alle sferen van de samenleving is het zaak om die democratisering ook voor al die sferen als perspectief aan te orde te stellen en concreet te maken. Dan gaat het om de versterking en uitbreiding van de publieke infrastructuur en om de democratisering van de maatschappelijke productie van goederen en diensten.

Vooral die maatschappelijke productie van goederen en diensten voltrekt zich voor een belangrijk deel nog in de private sfeer van ondernemingen en bedrijven. Daar geldt het primaat van het particuliere bezit van de productiemiddelen en de doorzetting van haar belang. Het georganiseerd verband dat in deze sfeer actief is is natuurlijk de arbeidersbeweging van vakbonden en denk- en pressiegroepen. Willen we als partij onder deze mensen zijn en met hen veranderingen en verbeteringen in die sfeer helpen afdwingen, dan zullen we een duidelijke positie moeten ontwikkelen binnen die arbeidersbeweging.

Om zo'n positie te ontwikkelen is het van belang dat de partij als geheel haar socialistische principes en idealen van de democratisering van de economie scherp en duidelijk blijven stellen. Daarenboven zal de partij naast de arbeiders moeten gaan staan en met hen de strijd voeren voor een verdergaande democratisering van de arbeid, waaronder de socialisering van de belangrijkste productiemiddelen en instellingen. Dat kan alleen als we ook daadwerkelijk 'ons huiswerk' doen en geïnformeerd en gefundeerd het perspectief kunnen helpen wijzen en alternatieven kunnen aandragen voor de achterhaalde ondemocratische en inefficiënte wijzen van werken.

Het geheim van Oss

De SP is als partij groot geworden door haar rol in de bedrijven in Noordoost Brabant en Rotterdam. Kaderleden van de partij hingen soms hun studieboeken aan de wilgen om fysiek samen met de arbeiders op de werkvloer te kunnen optrekken. Door hun consequente opstelling en assertiviteit ontwikkelden zij zich snel tot informele leiders. Maar sinds haar intrede in de parlementaire organen heeft het bedrijvenwerk binnen de partij sterk aan omvang en betekenis ingeboet.

Alleen in de publieke sector onderhoudt de partij nog innige banden met de werknemers. Acties en onderzoeken krijgen daar nog veel respons. En daarmee heeft de partij in die sectoren een sterke positie. In het particuliere bedrijfsleven en de industrie is de SP op dit moment zo goed als afwezig. Dit ondanks het feit dat de SP onder vakbondsbestuurders, vakbondskaderleden en leden betrekkelijk veel aanhang en sympathie geniet. En natuurlijk zijn er ook SP-leden in deze bedrijven werkzaam. Dat betekent dat er een aanzienlijk potentieel ligt dat meer en beter dan nu georganiseerd kan gaan worden. De zwabberende koers van de nieuwe vakbeweging biedt ons eens te meer de omstandigheid om het politieke initiatief te nemen.

Een herintrede van de SP in de bedrijven en het bedrijvenwerk zal nu niet zomaar op een zelfde manier verlopen als in de jaren zeventig en tachtig gebeurde. Daarvoor is de partij inmiddels 'te groot' en is een intrede van kaderleden in de bedrijven door de crisis en de ideologische controle aan de poort vrijwel onmogelijk geworden.

Als SP zullen we dus op een andere manier invulling moeten geven aan het bedrijvenwerk. Daarom spreken we van Bedrijvenwerk 2.0.

Het wiel opnieuw uitvinden

Tot nu toe hebben we nog maar in beperkte mate aan die zelfgekozen opdracht invulling gegeven. In de kerngroep hebben we tweemaal vakbondskaderleden uitgenodigd voor een kennismaking en een gedachtewisseling. Vervolgens gaven we uiting aan onze solidariteit - vooral rond stakingen - en we hebben bij de poort van Corus, nu Tata, gestaan in het kader van de actie 65 blijft 65. Meer recentelijk hebben we zelforganisaties van werkneemsters uit de thuiszorg helpen vormen en actief ondersteund. In die rol waren we eerder faciliterend en intermediair naar de vakbondsleiding dan sturend. De actie had een landelijke uitstraling, zonder ook onmiddellijk veel succes te oogsten. \

Partijen als de PvdA en GroenLinks kwamen wel lippendienst bewijzen aan een goede rechtspositie van de thuiszorgmedewerkers, maar in hun rol als bestuurders van de gemeenten schrikken ze er niet voor terug om forse bezuinigingen op dit belangrijke werk in te boeken.

Industriepolitiek

Alleen nog zeer globaal en algemeen hebben we ons in Velsen een beeld gevormd van de regionale economische ontwikkeling. Vooral in de discussie in het kader van een nieuwe en bredere grote zeesluis bij IJmuiden hebben we opvattingen ontwikkeld over meer en minder gewenste economische ontwikkeling. Zo zijn we van mening dat de 'metropoolregio Amsterdam' zich niet zou moeten toeleggen op transport en distributie, maar op de versterking van de 'maakindustrie', waarin in de regel een hogere toegevoegde waarde kan worden gerealiseerd, met meer werkgelegenheid van hoge kwaliteit.

De verplaatsing van de havenactiviteiten vanuit het centrum van de hoofdstad naar het westelijk havengebied, van de laatste jaren, laat vooralsnog een uitbreiding zien van veel arbeidsextensieve economische activiteiten, zoals kolen- en benzineopslag en zeer veel groothandelcentra, allemaal met een betrekkelijk groot ruimtebeslag. Deze 'verdomming' en arbeidsextensieve economische ontwikkeling weerspiegeld zich in de, in vergelijking met omliggende landen en regio's, steeds kleiner wordende budgetten voor onderzoek en innovatie in de Nederlandse bedrijven.

Het 'creatief-destructieve' karakter van de kapitalistische ontwikkeling is alomtegenwoordig. Aan de overkant van het kanaal zien we bij Tata-steel rationalisatie op rationalisatie volgen. En de jongste vraaguitval ten gevolge van de financieel economische crisis is daar andermaal aanleiding is om het vaste personeelsbestand nog verder in te krimpen.

We zien onder onze ogen hoe een belangrijke sector als de thuiszorg in de versukkeling raakt, nadat de betrokken organisaties ten opzichte van de gemeenten zijn verzelfstandigd en geprivatiseerd. Cliënten èn medewerkers krijgen niet langer waar zij recht op hebben. De thuiszorg zakt door de bodem van de beschaving. Dat geldt ook steeds meer voor de verzorgingscentra voor onze zieken en bejaarden, waar goedbetaalde topmanagers met de bedrijfsmatige aanpak inzetten op een verlaging van de kosten. Het personeel, de cliënten en hun verwanten in wanhoop achterlatend.

Bedrijvenwerk 2.0

Het sleutelwoord van het bedrijvenwerk is 'naast de mensen staan'. Om daar te komen zullen we geduldig maar consequent directe contacten moeten gaan leggen en een relatie moeten opbouwen met de mensen waar het om gaat. Met de eerder genoemde vakbondsbestuurders, de vakbondskaderleden en de SP-leden in de bedrijven. In zekere zin lijkt onze rol op die we speelden in relatie tot de thuiszorgmedewerkers van de Viva! - in de zin dat we geestverwanten die nu in de bedrijven los van elkaar werkzaam zijn in de gelegenheid stellen om elkaar te ontmoeten en van gedachten te wisselen en zich te organiseren. Een medium te bieden om hun opvattingen uit te dragen en verder te ontwikkelen en te verdiepen. Daartoe zullen we met enige regelmaat bijeenkomsten kunnen organiseren voor een inspirerende mix van ervaring en theorie. Kennis van zaken en een duidelijk arbeidersperspectief.

Het bedrijvenwerk zal moeten kunnen steunen op een veel gedetailleerder beeld van de regionale economische ontwikkeling. Een eigen studie en documentatiecentrum zal verspreide informatie en kennis moeten bundelen om onafhankelijk van liberale lobbygroepen als de Kamers van Koophandel het arbeidersperspectief moeten gaan invullen. Daarbij moeten we ook denken aan de bestudering van productieprocessen en de mogelijkheid om het systeem van boven -en onderschikking in bedrijven en arbeidsorganisaties te vervangen door vormen van samenwerking en nevenschikking, waarin Hugo van Langen ons is voorgegaan. En inspiratie te putten uit de productiecoöperaties in Mondragon in Baskenland en in Zuid-Amerika.

De praktijk zal uitwijzen op welke schaal we het besten kunnen gaan opereren. Wanneer we ons willen richten op een bedrijf als Tata steel in IJmuiden, dan is een samenwerkingsverband op de schaal van Velsen en de IJmond-gemeenten al snel te klein. De werknemers van het staalbedrijf wonen immers in een wijde omgeving van het bedrijf in alle uithoeken van Noord-Holland. Zo beschouwd kunnen we voor het bedrijvenwerk misschien aansluiting vinden bij reeds bestaande infrastructuur van de partij, in de vorm van het regio-overleg, de regioconferenties en de Provinciale Staten. Die schaal is misschien op dit moment ook van een omvang waarin voldoende gemotiveerde kaderleden te vinden zijn die samen een nieuwe start willen maken met het Bedrijvenwerk. De fractie van de Provinciale Staten van Noord-Holland beschikt bovendien over financiële middelen en voorzieningen die voor het bedrijvenwerk ingezet zou kunnen worden.

Misschien kunnen we nog dit jaar een bijeenkomst beleggen waarvoor we enkele ervaringsdeskundigen op het terrein van het bedrijvenwerk uitnodigen om hun ervaringen te delen met vakbondsbestuurders, kaderleden en andere belangstellenden. Ik denk ook aan de uitnodiging van een kritisch bedrijfskundige als Ben Dankbaar, die veel heeft nagedacht over de bedrijfsorganisatie en innovatie. Ik denk dat we de koppeling van democratisering van de economie en innovatie en ontwikkeling nadrukkelijk moeten opzoeken.

U bent hier