h

Het probleem van de woningmarkt in Zaanstad

23 juni 2015

Het probleem van de woningmarkt in Zaanstad

Evert HartogDeze week bespreekt de gemeenteraad het nieuwe Plan van de Stad. Door een gunstige herverdeling van de gemeentebudgetten heeft Zaanstad dit jaar een meevaller van 12,5 miljoen dat grotendeels wordt aangewend voor het plan van de Stad. Nadere invulling moet daar nog aan worden gegeven.

Door Evert Hartog, raadslid

Voor de bespreking is een lezenswaardig document aangeboden met de naam Staat van de Stad. Het is een analyse van de stad anno 2015.

Het college van PvdA/VVD/D66 CDA en CU pleit al jaren voor het aantrekken van hogere inkomens en hoger opgeleide mensen, want dat zou goed zijn voor de stad. De bevolking van Zaanstad groeit met ongeveer 1.000 personen per jaar, en volgens dit en de vorige colleges moeten dat bij voorkeur hoger opgeleide mensen zijn met een hoger inkomen. In een aantal grafieken laat de analyse zien of dat gelukt is.

Het antwoord is duidelijk: Dat is niet gelukt. Er verhuizen voornamelijk lager opgeleide mensen naar Zaanstad, vooral uit Amsterdam. Volgens dit en de voorgaande colleges zou dat een probleem moeten zijn.
Het college claimt echter 1 succes: Saendelft. In een grafiek laat de analyse zien dat de inkomensontwikkeling zonder Saendelft minder gunstig is dan met Saendelft, het beleid om hogere inkomens te trekken lijkt hier wel te zijn gelukt. Op het eerste gezicht...

Bij nadere bestudering van de grafiek valt op dat het Seandelft effect optreedt na 2008. Tot 2007 loopt de grafiek voor inkomensontwikkeling met en zonder Saendelft vrijwel gelijk. Opmerkelijk want de meeste huizen van Saendelft waren er in 2007 al, en de meeste bewoners van nu woonden er toen ook al. Deze inwoners hebben pas hogere inkomens gekregen nadat ze in Saendelft zijn gaan wonen. Dat is ook niet zo vreemd, want Saendelft heeft voornamelijk jonge mensen aangetrokken die nog aan het begin van hun carrière stonden. 2007 is om nog een andere reden een bijzonder jaartal. Het is het laatste jaar voor de crisis.

Als deze mensen nu een huis zouden moeten kopen zouden ze daar niet meer voor in aanmerking komen, want de eisen voor het krijgen van een hypotheek zijn verscherpt en vaste contracten zijn, in tegenstelling tot voor de crisis, zeldzaam. De kopersmarkt is nu veel kleiner dan toen, want nu moet je al een hoger inkomen hebben om een huis te kunnen kopen. De grote groep lagere en middeninkomens is nu veel meer dan voor de crisis aangewezen op een sociale huurwoning. Dat verklaart mede de hele lange wachtlijst voor sociale huurwoningen. De tijden zijn sinds 2007 radicaal veranderd.

Bij dit college is dat kwartje nog niet gevallen. Er wordt nog steeds ingezet op het aantrekken van mensen met hogere inkomens en opleidingen, voor mensen met lagere en middelinkomens wordt nauwelijks gebouwd, er worden nog maar heel weinig sociale huurwoningen gebouwd. Een grote groep wachtenden met lagere en midden inkomens komt in de kou te staan.

Afgelopen weekend heb ik me bij laten praten door een aantal hoogleraren, waaronder Hugo Priemus en Peter Boelhouwer. Volgens hun onderzoek is er, om het wonen betaalbaar te houden, nu en in de komende jaren in Nederland behoefte aan 40 % sociale huurwoningen, 40 % van de totale voorraad. Momenteel bestaat slechts 30 % van de woningvoorraad uit sociale huurwoningen met een dalende tendens. Ook in Zaanstad zijn we door de grens van 40 % gedaald.

We zullen, om de wachtlijsten niet verder op te laten lopen, minimaal 40 % van de nieuwbouw moeten reserveren voor betaalbare sociale huurwoningen Dit college durft de stap voor de bouw van deze woningen niet te nemen omdat het geld kost. De grondexploitatie is met de huidige grondprijzen niet dekkend te krijgen met sociale huurwoningen. Grote stukken grond, zoals het Bannehof terrein in Rooswijk en het Pont Meijer terrein in Westzaan en de Overtuinen langs de provinciale weg in Zaandam, liggen al jaren braak. Ook dat kost geld. De markt voor duurdere woningen is beperkt.

Verlies nemen op grond is voor dit college een onbespreekbaar taboe. De jonge Zaankanter die wacht op een woning betaalt de rekening.

U bent hier