h

Gemeente verantwoordelijk voor ruimte voor DIDF

21 november 2014

Gemeente verantwoordelijk voor ruimte voor DIDF

Op donderdag 20 november stelden de SP, ROSA en GroenLinks zogenaamde 'actualiteitsvragen'. Hierbij vroegen de linkse partijen aan de wethouder of zij vindt dat DIDF, dat onterecht uit buurthuis de Poelenburcht is buitengesloten, rechtvaardig is behandeld. Wij willen graag een oplossing voor DIDF, dat al ruim 30 jaar over culturele barrières heen de dialoog aangaat. De SP had al eerder actualiteitsvragen gesteld, maar de bedreiging van DIDF afgelopen zondag maakt de kwestie weer urgent!

Op woensdagochtend 19 november dienden wij actualiteitsvragen in. Die avond ontvingen wij een raadsinformatiebrief (RIB) waarin een deel van de vragen werd beantwoord. De RIB heeft echter ook diverse nieuwe vragen opgeroepen. Er wordt nogal kritisch geschreven over de houding van DIDF, die zich niet zou hebben gehouden aan enkele mondeling gemaakte afspraken. Voor ons is dit moeilijk na te gaan, en bovendien ook niet de kern van de kwestie. De kern van de kwestie is dat DIDF na een demonstratie in het centrum van Zaandam de toegang tot het buurtcentrum is ontzegd.

In de RIB wordt verder verteld dat er een conceptovereenkomst is opgesteld door het Bewonersbedrijf om DIDF tegemoet te komen.
In deze conceptovereenkomst wordt gesteld dat DIDF tot 1 december welkom is, dat het contract in de tussentijd eenzijdig door verhuurder kan worden opgezegd, dat het mogelijk niet verlengen van het contract niet tot discussie kan leiden tussen huurder en verhuurder, en dat ‘het bedrijven van buitenlandse politiek’ niet mag plaatsvinden.

Om die reden stellen wij de volgende vragen:

  • Vindt de portefeuillehouder dat er een aanvaardbare overeenkomst is opgesteld door het Bewonersbedrijf?
  • Is de portefeuillehouder van mening dat praten over politieke kwesties ook valt onder ‘het bedrijven van politiek’?
  • Vindt de portefeuillehouder het aanvaardbaar dat een verhuurder aan een huurder oplegt dat hij/zij over bepaalde onderwerpen niet mag spreken in de gehuurde ruimte, dan wel bepaalde (politieke) activiteiten niet mag ondernemen?
  • Vindt de portefeuillehouder het niet van het grootste belang dat zij als bestuurder en als ‘hoeder van het vrije woord’ te allen tijde opkomt voor het recht op vrije meningsuiting?
  • Is de portefeuillehouder, gezien het voorgaande, van mening dat zij op z’n minst medeverantwoordelijk is voor het vinden van een locatie voor DIDF?

Meer lezen?

U bent hier