h

De staat van Poelenburg

10 februari 2017

De staat van Poelenburg

Patrick Zoomermeijer
De SP heeft al jaren een binding met Poelenburg en haar bewoners. De politieke spanningen binnen de Turkse gemeenschap hebben wij en onze mensen in Poelenburg al lang vóór de couppoging van afgelopen zomer ervaren. Wij zagen al jaren dat er voor jongeren niets te doen is in Poelenburg. Wij zagen de leefomstandigheden, de onvrede en de teleurstelling over gebroken beloften.

Door Patrick Zoomermeijer, fractievoorzitter

Samen Poelenburg
Afgelopen zaterdag gingen we met 20 SP’ers en sympathisanten Poelenburg in, belden bij honderden woningen aan en hadden gesprekken met zo’n honderd mensen: aan de deur, op straat, bij de mensen thuis. We luisterden en hoorden dat mensen uit hun isolement willen, een woning willen die veilig is en niet tocht, geen huis van 3 ton in Poelenburg-Oost kunnen betalen en ontevreden zijn over de rol van de politie en de politiek. Ze voelen zich normaal gesproken niet gehoord en worden te weinig bereikt door gemeente en instanties.

Jongerenwerk

Volgens onze laatste informatie is er nu 15 uur jongerenwerk in Poelenburg en 15 uur in Peldersveld, als onderdeel van het Sociale Wijkteam (SWT). Niet de 80 uur (!), die het college een paar maanden terug nog claimde tijdens alle media-aandacht voor Poelenburg. Gezien de situatie die wij als SP kennen in Poelenburg moet alleen al in Poelenburg 30 uur per week een jongerenwerker op straat zijn, met en onder de jongeren. Dus 30 uur ‘netto’ buiten, exclusief spreekuren bij het Wijkteam, rapportages schrijven en overleggen met andere professionals, maar 30 uur onder de jongeren! En in Peldersveld zal het niet veel anders zijn.

Daarnaast moet er een een plek door en voor jongeren komen, onder begeleiding van jongerenwerk. Een vertrouwde veilige plek waar ze kunnen ontmoeten, met vragen over opleiding, werk of thuissituatie terecht kunnen, waar ze activiteiten kunnen organiseren, positieve rolmodellen tegenkomen, hun talenten ontwikkelingen, voorlichting krijgen. Kortom een plek waar ze afleiding, sturing, steun, kansen en ontwikkelingsmogelijkheden krijgen. Zo’n plek is er al jaren niet meer, en jongeren en het jongerenwerk dat hen moet begeleiden kan niet zonder zo’n plek! En nee: opvoedingsondersteuning en kinderwerk is géén jongerenwerk, dat staat hier los van.

Als het jongerenwerk niet wordt verstevigd en er geen plek voor jongeren komt, blijven er jongeren tussen wal en schip vallen terwijl dat voor de meeste jongeren makkelijk te voorkomen is. En als dat niet gebeurt, durf ik één ding te garanderen: zodra het weer weer mooier wordt zullen de jongeren weer gaan ‘hangen’, zonder alternatief. Want het optreden van de politie om hangjongeren aan te pakken was noodzakelijk geworden door jarenlang afbouwen van jongerenwerk en de onzichtbaarheid van de vorige burgemeester en de wijkwethouder voordat alles escaleerde, maar dat is geen permanente oplossing en geen gewenste situatie. Ook de agenten zelf willen dit niet.

Criminaliteit

De vorige burgemeester heeft een project opgestart om de georganiseerde misdaad met meer recherchecapaciteit te gaan bestrijden. Waar daarnaast in Poelenburg veel mensen onder lijden, is de golf van inbraken in veel van de flats. Ondanks dat er bij sommige flats camera’s hangen waarop inbrekers zijn gezien, ondanks meerdere inbraken op hetzelfde adres, ondanks achtergelaten inbrekersgereedschap, hebben veel Poelenburgers het idee dat van de inbraken geen serieus werk wordt gemaakt. Er zijn wel meer agenten op surveillance, maar dat is niet voldoende, zeggen bewoners. De inbraken houden niet op, bewoners krijgen na de melding of aangifte soms niets meer te horen. Misschien is de politie onderbezet, misschien zat al hun capaciteit tijdelijk op het bestrijden van jongerenoverlast. Hoe dan ook, meer inzet is nodig voor het stoppen van de inbraken, want die laat mensen zich onveilig voelen in hun eigen huis.

Woningbouwcorporaties kunnen daar ook veel in betekenen met voorlichting, beter hang- en sluitwerk, het weer instellen van huismeesters (een oogje in het zeil), stimuleren van bewonerscomités en het afsluiten van galerijen met bellenborden waar dit nog niet het geval is.

Staat woningen

In veel woningen, met name hoekwoningen in de flats, hebben bewoners last van tocht. In andere woningen zijn er vochtproblemen die tot schimmel leiden. Bewoners hebben dit aangegeven bij hun woningcorporatie, maar vaak volgt daarop geen actie. Op de Lobeliusstraat wordt een balkon gestut met zogenaamde ‘stempels’, en dat leidt tot onrust en onduidelijkheid onder de bewoners. Veel flats - maar nog lang niet alle! - hebben vaak een nette intree, met nette tegels, bellenbord en kozijnen in goede staat. Maar eenmaal binnenin ogen de trappenhuizen soms troosteloos en verveloos, en binnen in de woningen zie je hoe gedateerd alles is, hoe erg hun best bewoners ook doen om het mooi en gezellig in te richten. Zo ziet et er allemaal van buiten mooi uit, maar binnen is het dus vaak een ander verhaal. Dit zogenaamde ‘window dressing’ werd door een Turkse mevrouw mooi samengevat: ‘maak eerst je hart schoon, en dan pas je gezicht mooi’.

Vuil op straat

Er is nog steeds veel vuil op straat. Voor een deel heeft dit te maken met de ondergrondse vuilcontainers. Die zitten vaak vol en zijn dus te klein of worden te weinig geleegd. Zo werk je in de hand dat mensen er hun afval naast zetten, wat ze anders weer mee terug naar hun flat op 7 hoog moeten nemen. Daar moet dus echt iets aan gebeuren, anders blijft het dweilen met de kraan open en werkt beboeten als straf voor de te weinig geleegde containers, waar bewoners niets aan kunnen doen.

Dat er weer meer inzet is op het opruimen van vuil op straat en het aanspreken van mensen op hun gedrag is op zich een goede zaak, als het legen van de containers maar eerst op orde is. 

Voorzieningen

Wat sterk naar voren kwam, was het gebrek aan diversiteit in het winkelaanbod, het ontbreken van grote namen onder de winkels, sowieso het kleine aantal winkels en vooral het gebrek aan ‘gezellige horeca’. Even een lekker kopje koffie drinken of een terrasje pakken is er eigenlijk niet bij. Daardoor gaat de wijk niet leven. En mensen zijn òf gedwongen in het beperkte en eenzijdige winkelaanbod nooit uit hun eigen ‘bubble’ te komen, of juist hun heil te zoeken buiten de wijk, wat de band met de eigen wijk verzwakt.

Taalonderwijs

Veel bewoners spreken slecht Nederlands, voelen zich geïsoleerd en zijn soms zelfs analfabeet in hun eigen oorspronkelijke taal. De wil om hier wat aan te doen bij bewoners is groot! Maar het valt op dat ze nauwelijks worden bereikt door Wijkteam, gemeente of corporaties. Daarvoor is het nodig om mensen meer thuis op te zoeken, in de communicatie meer rekening te houden met beperkte kennis van het Nederlands en laaggeletterdheid. Want anders bereik je ze domweg niet, en dan hebben boetes op uitkeringen omdat ze geen Nederlands leren ook geen zin. Van boetes leren ze niet ineens goed Nederlands of is iemand opeens niet meer laaggeletterd. En geloof me: aan motivatie ontbreekt het niet, het gaat om rechtstreekse benadering op hun niveau.

De dichtstbijzijnde locatie voor inburgering is in de Kleurenbuurt, dus buiten de wijk. Andere locaties zijn zelfs helemaal in Zaanstad-Noord en Amsterdam-Noord. Terwijl taalonderwijs, of minstens de mogelijkheid om het te oefenen, laagdrempelig, bereikbaar en betaalbaar (liefst gratis) moet zijn. In de eigen buurt! En nee, de zogenaamde ‘Taalmolen’ voldoet niet. Het aantal vrijwilligers ten opzichte van de cursus in het verleden is drastisch afgenomen, de cursus biedt niet wat bewoners nodig hebben.

Buurthuis De Poelenburcht

Dan het Bewonersbedrijf en buurthuis De Poelenburcht, het Sociaal Wijkteam en de gemeente. Bij bewoners wordt de Poelenburcht helaas niet als ‘hun huis in de buurt gezien’. We hoorden vele verhalen over mensen met ideeën voor activiteiten, die daar geen gehoor voor vonden in de Poelenburcht. Mensen, vaak met taalachterstand, die na een hulpvraag naar huis worden gestuurd door het Wijkteam met een beroep ‘op hun eigen kracht’. Het buurthuis is vaak gesloten, zoals op vrijdagavond. Er is een tekort aan vrijwilligers. Bepaalde groepen voelen zich er uitdrukkelijk niet welkom.

Dit is allemaal funest voor een buurthuis, zeker als het de enige echte ‘welzijnsinstelling’ van enige omvang in de wijk is en een sleutelrol moet spelen in het oplossen van de sociale problemen in de wijk!

De Poelenburcht heeft dringend professionele ondersteuning nodig, andere activiteiten, een ‘inclusieve’ uitstraling. En het Wijkteam en de gemeente moeten echt hun bereik vergroten, want hele groepen bewoners worden niet bereikt.

De SP wil niet zo ver gaan dat De Poelenburcht, het Wijkteam en de gemeente ondanks hun grote inzet géén echte ingang tot de wijk hebben, maar er moet nog heel veel gebeuren, want het bereik moet echt beter!

Eén tijdelijk opbouwwerker zoals het college nu voorstelt lijkt de SP niet verhouding te staan tot het werk wat gedaan moet worden, na jaren verwaarlozing van het echte opbouwwerk.

Hoe dit te betalen?

Gezien het geld dat het college nu voor het plan van aanpak voor Poelenburg vrijspeelt, moeten het jongerenwerk, meer opbouwwerk (welzijnswerk), wellicht betaalde krachten in De Poelenburcht, een jongerencentrum en het vaker legen van containers door HVC toch wel bekostigd kunnen worden. De rest is kostenneutraal maar vereist gewoon goed overleg met woningcorporaties en politie.

Meer lezen?

U bent hier